Onregelmatige voltooid deelwoorden moet je
uit je hoofd leren 1. avoir (hebben) j’ai eu --> ik heb gehad
2. être (zijn) j’ai été -->ik ben geweest
3. prendre (nemen) j’ai pris --> k heb genomen
4. venir (komen) je suis venu --> ik ben gekomen
5. faire (maken) j'ai fait --> ik heb gemaakt