In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
Wetenschap/onderzoek +waarnemen
Week 40
Slide 1 - Tekstslide
Lesplanning
Korte uitleg theorie oog (wat we gister hadden overgeslagen)
Herhaling alle leerdoelen per week!
Tijd over: 30 Seconds
Afsluiten
Slide 2 - Tekstslide
Het OOG: zet onderdelen op de juiste plaats
netvlies
Harde oogvlies
oogzenuw
lens
Slide 3 - Sleepvraag
Op welk onderdeel van het oog valt je beeld?
Slide 4 - Open vraag
Anouk zegt: "Wij zien eigenlijk alles op zijn kop he!" Wat bedoelt zij hiermee!
Slide 5 - Open vraag
verdeling staafjes en kegeltjes
Slide 6 - Tekstslide
Staafjes
Kegeltjes
Slide 7 - Tekstslide
Gele vlek:
alleen maar kegeltjes
Blinde vlek:
geen staafjes en kegeltjes
Waarom op de blinde vlek geen staafjes en geen kegeltjes?
Slide 8 - Tekstslide
Wit licht
Waaruit bestaat wit licht?
Rood
Oranje
Geel
Groen
Blauw
Violet
Prisma
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Directe lichtbron
Een directe lichtbron is een bron die zelf licht uitstraalt.
Voorbeeld: een lamp, vuur, sterren, kaarsen en de zon.
Indirecte lichtbron
Een indirecte lichtbron is een voorwerp die zelf geen licht uitzendt maar licht weerkaatst.
Voorbeeld :een tafel, stoel, kast en zelfs een mens weerkaatst licht.
Slide 11 - Tekstslide
Herhaling
Week 40
Slide 12 - Tekstslide
Week 36
Slide 13 - Tekstslide
Leg in je eigen woorden uit wat wetenschap is?
Slide 14 - Open vraag
Waarom is wetenschap zo belangrijk? noem drie redenen
Slide 15 - Open vraag
Lola wilt weten wat er gebeurt als zij een glas over een waxinelichtje doet. Wat kan zij als onderzoeksvraag opschrijven?
Slide 16 - Open vraag
Lola wilt weten wat er gebeurt als zij een glas over een waxinelichtje doet. Schrijf een hypothese bij dit proefje!
Slide 17 - Open vraag
Week 37
Slide 18 - Tekstslide
Als ik zand op een kampvuur schep, welke factor gaat er dan weg, zodat het vuur uit gaat?
A
Zuurstof
B
Brandstof
C
Temperatuur
Slide 19 - Quizvraag
Hoe ontstaat brand?
Vuur brand pas als er 3 factoren zijn:
- Brandstof
- Temperatuur (warmte)
- Zuurstof
Slide 20 - Tekstslide
Geef een andere naam voor de gele vlam.
Slide 21 - Open vraag
Je ziet nu een gele vlam. Leg uit hoe je de gele vlam in een blauwe vlam kan veranderen.
Slide 22 - Open vraag
Week 38
Slide 23 - Tekstslide
Het oculair van een microscoop vergroot 10×. Het objectief van deze microscoop vergroot 10×. Wat is de totale vergroting van deze microscoop?
A
10x
B
100x
C
20x
D
40x
Slide 24 - Quizvraag
Vergroting
- Vergroting microscoop =vergroting objectief x vergroting oculair
- Wat zijn dan de vergrotingen van de school microscoop?
Slide 25 - Tekstslide
Bij een schematische tekening mag je kleur gebruiken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 26 - Quizvraag
Natuurgetrouwe tekening
trouw aan de natuur
ziet er net echt uit
veel details!
Schematische tekening
als doel de onderdelen duidelijk maken
Slide 27 - Tekstslide
Week 39
Slide 28 - Tekstslide
Wat is: waarnemen
A
Van iets uitgaan en zo tot een mening komen.
B
Een doordachte manier van de dingen doen.
C
Iets met je zintuigen (oren, ogen) opmerken.
D
Zo dicht langs iets gaan dat het je bijna raakt.
Slide 29 - Quizvraag
Geur is een impuls
A
Klopt helemaal
B
Klopt niks van
Slide 30 - Quizvraag
Van prikkel tot impuls
Prikkel= verandering in omgeving
Impuls= prikkel omgezet wat de hersenen begrijpen
Slide 31 - Tekstslide
Reflex
Bewuste reactie
Slide 32 - Sleepvraag
Hersenen
Ruggenmerg
Centrale zenuwstelsel
Zenuwstelsel
Zenuwen
Slide 33 - Sleepvraag
Week 40
Slide 34 - Tekstslide
Djenna draagt niet goed haar bril tijdens de proefjes waardoor haar wimper en wenkbrauw is weggebrand... Leg uit wat dit voor gevolg kan hebben. (biologisch gezien)
Slide 35 - Open vraag
Wat is wit licht?
A
Heel licht geel licht
B
Alle kleuren bij elkaar
C
Blauw en groen licht
D
Gewoon wit
Slide 36 - Quizvraag
Wit licht
Waaruit bestaat wit licht?
Rood
Oranje
Geel
Groen
Blauw
Violet
Prisma
Slide 37 - Tekstslide
directe lichtbronnen
indirecte lichtbronnen
Zon
maan
planeet
kaars
lamp
boek
kast
Slide 38 - Sleepvraag
Directe lichtbron
Een directe lichtbron is een bron die zelf licht uitstraalt.
Voorbeeld: een lamp, vuur, sterren, kaarsen en de zon.
Indirecte lichtbron
Een indirecte lichtbron is een voorwerp die zelf geen licht uitzendt maar licht weerkaatst.
Voorbeeld :een tafel, stoel, kast en zelfs een mens weerkaatst licht.
Slide 39 - Tekstslide
Hoe voel jij je als je denkt aan de formatieve toets?
😒🙁😐🙂😃
Slide 40 - Poll
Welk onderdeel moet je nog goed oefenen voor de formatieve toets?
Slide 41 - Open vraag
Welk onderdeel ken je al goed voor de formatieve toets?
Slide 42 - Open vraag
30 seconds
Verdeel de klas in twee teams
Je krijgt een kaartje met een woord erop. Je legt het woord uit, zonder het woord te noemen. Jouw team heeft 30 seconden om te raden.