Oefen SO H4 par 4.1 en 4.2

Weekplenda
Week 11
Week 12
Week 13
Week 14
Week 15/16
H4 §1 en 2 herhalen

SO H4 §1 en §2

H4 §3

H4 §4

H4 §1t/m§4 herhalen

Rep H4 §4. t/m §4 
Rep H4 bespreken


1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Weekplenda
Week 11
Week 12
Week 13
Week 14
Week 15/16
H4 §1 en 2 herhalen

SO H4 §1 en §2

H4 §3

H4 §4

H4 §1t/m§4 herhalen

Rep H4 §4. t/m §4 
Rep H4 bespreken


Slide 1 - Tekstslide

De aarde bestaat uit 3 delen. Welke?
A
Kern, magma en aardkorst
B
Magma, mantel en kern.
C
Mantel, aardkorst en bergen.
D
Kern, mantel en aardkorst.

Slide 2 - Quizvraag

De beweging van aardplaten gaat niet geleidelijk. De spanning in de aardkorst wordt opgebouwd en als die spanning zich ontlaadt, komt er ineens veel energie vrij. Door die plotseling vrijgekomen energie ontstaan:
A
orkanen
B
aardbevingen
C
tsunami's
D
sashimi

Slide 3 - Quizvraag

Sleep het getal steeds naar juist als de stelling klopt en onjuist als de stelling niet klopt.
1.  In Japan komen 2 soorten 
    natuurrampen voor.
2. Hoe dieper je in de aarde komt, hoe 
    koeler het word.
3. Een ander woord voor een aardplaat 
    is een schol.
4. Een oceanische plaat is altijd 
     zwaarder dan een continentale plaat.
Beoordeel de stellingen. 
Juist

Onjuist
Juist

Onjuist
Juist

Onjuist
Juist

Onjuist

1
2
3
4

Slide 4 - Sleepvraag

Een aardbeving in de bodem van de zee noemen we een:

Slide 5 - Open vraag

Waardoor kunnen de aardplaten bewegen?
A
Ze drijven op de buitenkern.
B
Door de convectiestromen in de mantel.
C
Door de botsende platen en diens gevolgen.
D
Door subductie.

Slide 6 - Quizvraag

Sleep het getal steeds naar juist als de stelling klopt en onjuist als de stelling niet klopt.
1. Vulkanen en aardbevingen komen 
   voornamelijk voor bij plaatranden.
2. Platen kunnen op verschillende 
    manieren bewegen.
3. Rond de Grote Oceaan komen veel 
    vulkanen en aardbevingen voor.
4. Exogene krachten werken van 
    binnenuit op de aardkorst in.
Beoordeel de stellingen. 
Juist

Onjuist
Juist

Onjuist
Juist

Onjuist
Juist

Onjuist

1
2
3
4

Slide 7 - Sleepvraag

Waar ligt het hypocentrum in de figuur?
A
Bij A.
B
Bij B.
C
Bij de linker pijl.
D
Bij de rechter pijl.

Slide 8 - Quizvraag

Sleep de woorden naar het juist gekleurde vak:
endogene krachten
exogene krachten
neerslag
aardbeving
lawine
vulkaanuitbarsting
gebergtevorming
orkaan

Slide 9 - Sleepvraag

Sleep de omschrijvingen naar de juiste plek  in de afbeelding.

afnemende snelheid, hogere golf

onderzeese aardbeving (zeebeving)

golven, zeer hoge snelheid, tot 800 km/uur

Slide 10 - Sleepvraag

Noem het begrip dat het beste past bij deze beschrijving: Heet, vloeibaar gesteente dat binnen in de aarde zit.

Slide 11 - Open vraag

Wat is het verband tussen reliëf en bevolkingsdichtheid in Japan?


Slide 12 - Open vraag


Waarom is een tsunami op volle zee niet zo gevaarlijk?


Slide 13 - Open vraag

Waarom is de kans op een natuurramp in Japan zo groot?

Slide 14 - Open vraag

Wat is de hoofdstad van Japan?
A
Hiroshima
B
Nagasaki
C
Bejing
D
Tokyo

Slide 15 - Quizvraag

Benoem de juiste onderdelen van deze vulkaan (wat zijn 1, 2 en 3?)

Slide 16 - Open vraag