Spelling_herhalingBLOK3_gr6

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welk woorden horen allemaal bij het taxiwoord?
A
Exact, taxi, box, mixer, ex
B
Exact, taxi, specifiek, mixer
C
Exact, taxi, politie, mixer
D
Exact, taxi, staafmixer, rijbewijs

Slide 2 - Quizvraag

Noem zoveel mogelijk TAXI-woorden!

Slide 3 - Woordweb

Welk woorden horen allemaal bij het chefwoord?
A
Chef, chocolade, sjaal, chips
B
Chef, chocolade, chirurg, charmant
C
Chef, chocolade, kritisch, brunch
D
Chef, Belgisch, lunch, charmant

Slide 4 - Quizvraag

Noem zoveel mogelijk CHEF-woorden!

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Welke categorie hoort er bij het cactus woord?
A
Politiewoord
B
Centwoord
C
Taxi-woord
D
Colawoord

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Welke categorie hoort er bij het woord procent?
A
Politiewoord
B
Centwoord
C
Taxiwoord
D
Tropsich woord

Slide 9 - Quizvraag

Welke categorie(ën) hoort/horen erbij het woord exact?
A
taxiwoord
B
langermaakwoord
C
colawoord
D
centwoord

Slide 10 - Quizvraag

Welke categorie(ën) hoort/horen erbij het woord machine?
A
taxiwoord
B
chefwoord
C
kilowoord
D
colawoord

Slide 11 - Quizvraag

Welke categorie(ën) hoort/horen erbij het woord chocolade?
A
klankgroepenwoord
B
chefwoord
C
langermaakwoord
D
colawoord

Slide 12 - Quizvraag