03 Energieproductie

Energieproductie
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Energieproductie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesonderwerpen
Elektriciteit
(zonnepanelen, windmolens, generator, brandstofcel, gas-, kolen- en kerncentrale)
Warmte
(warmtepomp, zonneboiler, verbranding, restwarmte)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het eind van deze les kan de student:
  • verschillende vormen van energieproductie benoemen en beschrijven
  • vertellen welke energievorm de productie oplevert
  • vertellen wanneer een vorm van energieproductie veel of weinig energie produceert

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overzicht componenten

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elektriciteit
  • zonnepanelen
  • windmolens
  • generator
  • brandstofcel (waterstof)
  • gas-, kolen- en kerncentrales (elektriciteitsnet)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elektriciteit
zonnepanelen
  • wekken DC elektriciteit op


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elektriciteit
windmolens
  • wekken AC elektriciteit op

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3.1
Bekijk de specificaties van de volgende windturbine:
https://futurenergy.co.uk/wp-content/uploads/2019/02/181007-2-AF1-data-sheet-24V-48V-11108A.pdf
  • Hoeveel vermogen levert de turbine bij windsnelheden van 3,8 m/s, 4,5 m/s en 6,5 m/s respectievelijk?
  • Bij welke windsnelheid levert de turbine een vermogen van 1000 W? Met welke windkracht komt dit overeen?

Slide 8 - Tekstslide

Antwoorden:
  • Het vermogen is ~50, ~90 en ~210 W respectievelijk
  • ~11,5 m/s (windkracht 6)
Elektriciteit
generators
  • wekken AC elektriciteit op
  • verschillende brandstoffen
  •  type back-up/standby

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3.2
Bekijk de omschrijving en handleiding van de volgende generator: https://www.hornbach.nl/p/eurom-generator-independ-2500/5587925/
  • Waarom is deze niet geschikt als back-up generator in een EMS?
    Tip: bekijk de veiligheidsinstructies

Slide 10 - Tekstslide

Antwoord:
Omdat hij niet aangesloten mag worden op het net. Dat komt omdat de fase van de stroom (denk aan de sinusvorm) niet gesynchroniseerd kan worden met de fase van het net.
Een andere reden kan zijn dat de generator een tankinhoud heeft voor 'slechts' 5 uur (half vermogen).
Of dat de generator met de hand gestart moet worden ipv het EMS.
Elektriciteit
brandstofcel (waterstof)
  • chemische reactie
  • wekt DC elektriciteit op
  • verschillende brandstoffen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

01:26
het element waterstof zit in ...
A
water
B
methaan
C
koolstofdioxide
D
ammoniak

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

02:06
Hoe heet het proces waarmee waterstofgas gemaakt wordt uit water

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

02:57
Welke 'kleur' waterstof is duurzaam?
A
groen
B
geel
C
blauw
D
grijs

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

04:59
Welke drie nadelen van waterstof werden hier genoemd?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

07:42
Waar moet waterstof als eerst worden ingezet?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

01:26
Hoeveel keer zoveel energie zit er in 1 kg H2 in vergelijking met benzine?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Elektriciteit
Het elektriciteitsnet levert elektriciteit van o.a. gas-, kolen- en kerncentrales
  • levert AC elektriciteit
  • bijdrage beperken vanwege kosten elektriciteit en grootte van de aansluiting
  • vaak als back-up

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Warmte
  • warmtepomp
  • zonnecollector
  • verbranding (aardgas, biomassa, waterstof)
  • restwarmte uit industrie

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Warmte
warmtepomp
  • heeft elektriciteit nodig
  • heeft laag vermogen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3.3
Leg uit hoe een warmtepomp werkt. Gebruik daarbij de afbeelding hieronder. Hoe heten componenten 1, 2, 3 en 4. Wat gebeurt hier? En wat stroom er door de buizen bij a. en b.?

Slide 23 - Tekstslide

Voorbeeld:
Warmte wordt van buiten opgenomen in de verdamper (1). Afhankelijk van het type stroomt er lucht of water (a) langs het koudemiddel in de verdamper. Het koudemiddel verdampt en gaat naar de compressor (2). Hier wordt de druk van het koudemiddel verhoogd, waardoor ook de temperatuur omhoog gaat. Bij de condensator (3) condenseert het koudemiddel. Hierbij wordt de warmte afgegeven aan het verwarmingswater (b) dat door het huis loopt. Vervolgens wordt de druk van het koudemiddel verlaagd bij het expansieventiel. Hierdoor kan het koudemiddel weer opnieuw warmte van buiten opnemen.
Warmte
zonnecollector
  • heeft opslagtank nodig
  • heeft laag vermogen
  • vaak met elektrische
      verwarmer erbij

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3.4
Ga naar de site van MilieuCentraal over zonneboilers. In welke situatie wordt hier een zonneboiler aangeraden? Hoeveel collectoren heb je nodig en hoe groot voorraadvat? Is dit genoeg om de winter mee door te komen?

Slide 25 - Tekstslide

Antwoorden:
  • Een zonneboiler wordt aangeraden bij een cv-ketel of hybride warmtepomp, niet bij een volledig elektrische warmtepomp of warmtenet. En een zonneboiler wordt aangeraden als je al veel zonnepanelen hebt of als je dak veel in de schaduw staat.
  • Voor drie personen is een collector van 2,5 m2 geschikt, met een opslagvat van 120 liter.
  • Dit is niet genoeg om de winter door te komen
Warmte
verbranding van brandstof
  • aardgas, biomassa, waterstof
  • hoog vermogen
  • brandstof nodig

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3.5
Hoeveel warmte komt er vrij bij het verbranden van 1 m3 aardgas, benzine, stookolie, hout, kerosine en waterstof? Maak hier een ranglijst van. Doe hetzelfde voor 1 kg van elke stof.
m=ρV

Slide 28 - Tekstslide

Antwoorden:
  • J/m3:
  1. stookolie: 40 GJ
  2. kerosine: 37 GJ (46,2 x 800)
  3. benzine: 33 GJ
  4. hout: 10 GJ (15 x 700)
  5. aardgas: 31,65 MJ
  6. waterstof: 10,8 MJ
  • J/kg:
  1. waterstof: 141,8 MJ
  2. kerosine: 46,2 MJ
  3. benzine: 45,8 MJ (33 / 0,72)
  4. stookolie: 44 MJ (40 / 0,9)
  5. aardgas: 38 MJ (31,65 / 0,833)
  6. hout: 15 MJ
Warmte
restwarmte uit industrie
  • bron moet duurzaam zijn
  • rendabel bij grote schaal
  • infrastructuur nodig

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3.6
Onderzoek een Nederlands stadswarmteproject die je zelf hebt gevonden. Schrijf een stuk tekst over het project van minimaal 200 woorden. Denk hierbij aan de duurzaamheid van de bron, hoeveel huishoudens voorzien worden van warmte en hoe de gebruikers het ervaren.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesonderwerpen
Elektriciteit
(zonnepanelen, windmolens, generator, brandstofcel, gas-, kolen- en kerncentrale)
Warmte
(warmtepomp, zonneboiler, verbranding, restwarmte)

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toets 3A

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies