Voltooid deelwoord

Regels 

1) Ik heb mijn spullen in orde voor de les.
2) Ik reageer niet op anderen.
3) Ik steek mijn vinger op en wacht op mijn beurt.
4) Ik luister naar de docent en praat niet door de les heen.
5) Ik ga niet in discussie met de docent als ik aangesproken word op mijn gedrag.






1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Regels 

1) Ik heb mijn spullen in orde voor de les.
2) Ik reageer niet op anderen.
3) Ik steek mijn vinger op en wacht op mijn beurt.
4) Ik luister naar de docent en praat niet door de les heen.
5) Ik ga niet in discussie met de docent als ik aangesproken word op mijn gedrag.






Slide 1 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
Wat is een voltooid deelwoord?


Slide 2 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
- Het voltooid deelwoord is een werkwoordsvorm.
- Het voltooid deelwoord geeft aan dat iets is afgelopen 
   (voltooid).
- In een zin met een voltooid deelwoord staat altijd een vorm 
   van hebben of zijn of worden.
- Het voltooid deelwoord staat vaak aan het eind van een zin.
- Het voltooid deelwoord begint vaak met ge-, be- of ver-.

Slide 3 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
Wat is een voltooid deelwoord?

In een zin met een voltooid deelwoord staat altijd een vorm van de werkwoorden:
  1. hebben
  2. zijn 
  3. worden

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld voltooid deelwoord - sterk werkwoord:
  • gelopen
  • geslapen
  • bedrogen
  • Voorbeeld voltooid deelwoord - zwak werkwoord:
  • gemaakt
  • gegooid
  • verhuisd
Voltooid deelwoord

Slide 5 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
A
Hij heeft gegamed
B
Hij heeft gegame
C
Hij heeft gegamd

Slide 6 - Quizvraag

Wat is geen voltooid deelwoord?
A
geslapen
B
geweest
C
blijven
D
gegeten

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord?
A
Loop
B
Liep
C
Gelopen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is geen voltooid deelwoord?
A
Gelopen
B
Verzorgd
C
Gewerkt
D
Worden

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord
A
overhandigen
B
overhandigd
C
overhandig

Slide 10 - Quizvraag

Een voltooid deelwoord ...
A
staat altijd aan het begin van een zin
B
staat vaak in het midden van een zin
C
staat meestal aan het eind van een zin

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een voltooid deelwoord?
A
Heel werkwoord
B
Persoonsvorm
C
ge-be-her-ver-er-ont woorden
D
Werkwoordelijk gezegde

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van het werkwoord 'zwemmen'?

Slide 13 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van het werkwoord 'strijden'?

Slide 14 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van het werkwoord 'zijn'?

Slide 15 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van het werkwoord 'gebeuren'?

Slide 16 - Open vraag

op de toets van nederlands krijgen jullie ook een vraag over het plaatsen van hoofdletters en kommas

Slide 17 - Open vraag

Zet je tafel recht en schuif je stoel aan.
Je verlaat rustig het lokaal.

Slide 18 - Tekstslide