BS 7: De Lever en de Nieren MAX

BS 7: De lever en de nieren
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

BS 7: De lever en de nieren

Slide 1 - Tekstslide

Afvalstoffen worden uitgescheiden van het inwendige naar het uitwendige milieu. De lever en de nieren zijn uitscheidingsorganen. De nieren scheiden ook water uit.

Slide 2 - Tekstslide

Ligging en bloedvaten
van de lever
* Ontvangt zuurstofrijk bloed van 
   de leverslagader.
* Via de poortader zijn de darmen 
   verbonden met de lever. De 
   poortader kan (na een maaltijd) 
   veel glucose bevatten.
* Via de leverader stroomt het zuurstofarme  
   bloed weer van de lever weg.

Slide 3 - Tekstslide

Enkele taken van de Lever
* Zet te veel aan glucose in het bloed 
   om in glycogeen en slaat dit op.
* Maakt fibrinogeen (plasma-eiwit 
   voor de bloedstolling)
* Produceert gal.
* Breekt afvalstoffen af 
   (o.a. dode rode bloedcellen)
* Haalt gifstoffen uit het bloed.

Slide 4 - Tekstslide

Bouw van de nieren

Slide 5 - Tekstslide

Nieren bouw en taak
* Bestaat uit nierschors, niermerg en nierbekken
Nierschors en niermerg       
   verwijderen afvalstoffen, overtollig water, zouten en schadelijke stoffen uit het bloed --> dit tezamen heet 'urine'
* In het nierbekken wordt de urine 
   verzamelt

Slide 6 - Tekstslide

De ligging en de bloedvaten
* Nierslagaders - zuurstofrijk 
   bloed naar de nieren. Dit bloed bevat veel veel overtollige stoffen en afvalstoffen. De nieren verwijderen deze stoffen uit het bloed.
* Nieraders - stroomt het gezuiverde bloed weer weg uit de nieren

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Het bloed neemt koper op uit het voedsel en vervoert het naar de lever.
Het bloedvat dat bloed vanuit de darmen naar de lever vervoert, is in de afbeelding aangegeven met nummer 11. 

Hoe heet dit bloedvat?  
darmslagader
leverader 
leverslagader
poortader

Slide 9 - Sleepvraag

Zet op goede volgorde van boven naar beneden
Bloed met alcohol gaat via de poortader naar de lever
De lever haalt alcohol uit het bloed
Alcohol komt in de dunne darm in het bloed terecht
Je drinkt een biertje
Bloed met minder alcohol verlaat de lever via de leverader

Slide 10 - Sleepvraag

De leverader is...
A
Zuurstofarm
B
Zuurstofrijk
C
Kan beide

Slide 11 - Quizvraag

Drie beweringen over de lever zijn:
1 In de lever worden rode bloedcellen gemaakt.
2 In de lever wordt glycogeen gevormd.
3 In de lever wordt ureum gevormd.
Welke beweringen zijn juist?

A
1 en 2
B
1 en 3
C
2 en 3
D
1, 2 en 3

Slide 12 - Quizvraag

Welke letter voert bloed uit de lever af? (leverader)
A
Q
B
R
C
S
D
Deze is niet getekend

Slide 13 - Quizvraag

Dunne Darm
Lever
Leverslagader
Leverader
Dikke Darm
Poortader

Slide 14 - Sleepvraag


Met cijfer 4 wordt een nier aangegeven.
Is dit de linker nier
of de rechter nier?
A
Linker nier
B
Rechter nier

Slide 15 - Quizvraag

Nieren
Bekijk de afbeelding

De urine wordt gevormd in de beide nierbekkens
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Urine wordt tijdelijk opgeslagen in de blaas. De urineblaas kan ontstoken raken, door bacteriën die van buitenaf in de blaas terecht komen. Als deze bacteriën in een nierbekken terecht komen, dan kan een nierbekkenonsteking ontstaan.
Via welke delen van het uitscheidingsstelsel zijn deze bacteriën achtereenvolgens van buitenaf in het nierbekken terecht gekomen?
A
Urineblaas -> urinebuis-> urineleider -> nierbekken
B
Urineblaas -> urineleider -> urinebuis -> nierbekken
C
Urineleider -> urinebuis -> urineblaas -> nierbekken
D
Urinebuis -> urineblaas -> urineleider -> nierbekken

Slide 17 - Quizvraag

Verwerking
Eigen examenbundel: maak opdrachten en kijk na. Kies de hoofdstukken 'Het lichaam in stand houden', 'Bescherming en huid', 'Bescherming en antistoffen'

Kopieën: Ga aan de slag met examenopdrachten over de onderwerpen, dit mag je in een duo doen maar noteer wel beide alle uitwerkingen.

Slide 18 - Tekstslide