Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Unit 3 Modals
Modals
What are modals?
Hulpwerkwoorden
1 / 16
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
16 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Modals
What are modals?
Hulpwerkwoorden
Slide 1 - Tekstslide
Examples of modals?
Slide 2 - Woordweb
Betekenis: (zou) kunnen, mogelijk zijn
Can = waarschijnlijk
Could = iets minder waarschijnlijk
May = nog minder waarschijnlijk
Might = bijna onwaarschijnlijk
Example
It can become very hot in Qatar.
Example
Don't use your phone while biking, you could have an accident.
Example
I may be late tomorrow, but I expect to be just in time.
Example
He might show up, but I think it's very unlikely.
Slide 3 - Tekstslide
Betekenis: kunnen, vermogen/vaardigheid hebben
Can = het kan
Could = het zou kunnen (
of verleden tijd van can)
To be able to = in staat zijn
Example
I can stand on one leg for three minutes.
Example
I could help you if you would let me.
Example
My cousin was sick, so she wasn't able to come to my party.
Slide 4 - Tekstslide
Betekenis: toestemming hebben
Can
(of could in de VT)
= het mag
May = het mag, in formeler taalgebruik
To be allowed to = (expliciet) toestemming hebben
Example
Are we allowed to park here?
Example
I can stay until midnight, my dad said.
Example
May I ask you a question, sir?
Slide 5 - Tekstslide
Betekenis: beleefde vraag stellen
Informele relatie: Formele relatie:
Can = mag ik? o May = zou ik mogen?
Could = beleefder dan can o Might = beleefder dan may
Zou ik misschien mogen? Zou ik heel misschien...?
Example
Can I have some tea, please?
Could I have some tea, please?
May I have some tea, please?
Might I have some tea, please?
Slide 6 - Tekstslide
They .... help you with
this problem for sure.
A
can
B
could
C
might
D
may
Slide 7 - Quizvraag
Excuse me sir, .... I ask you a question?
A
can
B
may
C
could
D
might
Slide 8 - Quizvraag
Sorry I ..... (not) cycle
because I don't have a bike.
A
can't
B
am not able to
C
couldn't
D
am not allowed to
Slide 9 - Quizvraag
Can you speak up? I ..... hear you.
A
must
B
can't
C
shouldn't
D
can
Slide 10 - Quizvraag
have to / must / should
Have to = het is noodzakelijk
Must = het is noodzakelijk, in formele en dwingende taal
Must = het kan niet anders
Must = het is echt heel belangrijk
Should = je zou moeten, als in een advies
Example
I have to go now, I have another meeting.
Example
You must leave the premises right away!
Example
You must be exhausted after that long swim.
Example
If you want things to change, you must speak up.
Example
You should drink more water.
Slide 11 - Tekstslide
You ........ smoke at all.
A
shouldn't
B
cannot
C
must
Slide 12 - Quizvraag
Have to, must or should?
Students ....... be in class on time.
Slide 13 - Open vraag
Have to, must or should?
You ....... remember to feed the dog.
Slide 14 - Open vraag
Have to, must or should?
You look tired. You ....... go to bed.
Slide 15 - Open vraag
Have to, must or should?
You ....... (not) come, we can manage.
Slide 16 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Modals: Can - Could - May - Might
Februari 2024
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Unit 3 Modals
Februari 2024
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
modals
Augustus 2023
- Les met
24 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3H - lesson 22: modals + negations
Maart 2023
- Les met
12 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
LESSON 2 (2)
September 2024
- Les met
22 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Modals
Juni 2022
- Les met
17 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Unit 5 Lesson 2: Modals Monday April 3
April 2023
- Les met
31 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Y3 can, could, may, might, to be able to & to be allowed to + have to, must & should
Maart 2022
- Les met
20 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2