Representativiteit en KA8 par 1.5 Joden en christenen

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

1.5  Joden en christenen

KA8 Jodendom en christendom

1.5 Joden en christenen

Historische vaardigheden: wat moet je kunnen?

1- Hoe betrouwbaar is de bron

2- feit en mening

3- soorten bronnen

4- oorzaak en gevolg

5- verandering en continuïteit 

6- is de bron representatief voor die tijd

7- Standplaatsgebondenheid van de bron

8- inleven/mening vormen

Wat is het verschil tussen het christendom en het jodendom?

Monotheïsme

Mono= één

theos=god

In een polytheïstische wereld van de Grieken en de Romeinen.

joden in het Romeinse Rijk

Diaspora: verstroiïng

Vooral in de grote steden

Eerste christenen komen uit de joodse gemeenschap

joden zijn al bekend met monotheïsme

Jodendom

1) monotheïstisch= 1 God/Jahweh

2) Heilige Boeken/Tenach: geschiedenis van het joodse volk, liederen, wijsheden

3)religieuze voorschriften: geen offers brengen aan andere goden, besnijdenis en geen varkensvlees 

4) Messias moet nog komen

Christendom

1) monotheïstisch= 1 God/Jezus

2) Jezus is Messias

3) Bijbel (Tenach en Nieuwe Testament)

4) Geen besnijdenis

5) Wel varkensvlees

Christendom in het Romeinse Rijk

30 n.Chr arrestatie van Jezus

30-100 Volgelingen verspreiden de boodschap, maar worden streng vervolgd

Christendom groeit ---> vooral steden in Oost-Romeinse Rijk

3e eeuw ook populair onder rijke burgers

Christenen krijgen de schuld van de chaos in het rijk.

Christendom blijft groeien.

313: Edict van Milaan (gelijke rechten)

391: Staatsgodsdienst, keizer Theodosius (vriend van God)

Christenvervolging

Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk! 

Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god, 

en dat is niet de Romeinse keizer!

De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...

Voor de leeuwen gooien, was een gebruikelijk doodstraf voor christenen tijdens hun vervolgingen in het Romeinse Rijk.

Het moet een gruwelijk spektakel zijn geweest, maar wat vooral indruk op de toeschouwers maakte was dat de christenen soms niet gingen vechten met de leeuwen, maar bidden tot hun god. 

De toeschouwers waren verbijsterd, maar ook nieuwsgierig: als je toch zoveel vertrouwen in je god hebt, dan moet het wel een hele goede god zijn.