Les 8 Niveau 2F

• Rekenen
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Hey!

Goed dat je er bent!

Pak jouw spullen alvast:

• Pak je I-pad
• Je schrift en Pen
• Log alvast in bij LessonUp
• Hou Score op de achtergrond klaar.

Les 8 Niveau 2F

• Decimale getallen delen en vermenigvuldigen (herhaling)
• Machten (herhaling)
• Volgorde van Berekenen (herhaling)
• Schalen
• Verhoudingstabellen

Volgorde van Berekenen

• Hoe                                   Haakjes (...................)
• Komen                             Kwadraten
• We                                      Worteltrekken
• Van                                     Vermenigvuldigen
• Die                                      Delen
• Onvoldoendes              Optellen
• Af                                         Aftrekken

Let op! In de video zit een klein typfoutje. Bij de eerste stap van de verhoudingstabel waarmee de breedte van de WisWereld studio op schaal wordt berekend (vanaf 1 minuut 54), staat :2 in plaats van x2.

Let op!

Je bepaalt zelf met welke eenheid
je rekent, maar het is altijd dezelfde
aan beide kanten van de schaal.
Je mag ze later wel omrekenen.

Bijvoorbeeld: schaal 1 : 250.000
1 cm is in het echt 250.000 cm
1 cm is in het echt 2,5 km

Je hebt een bouwpakket van een modelwindmolen.

De hoogte van het model is 30 cm. De schaal is 1 : 500.
Hoe hoog is de windmolen in werkelijkheid?

1. 1500 cm
2. 15 m
3. 150 m
4. 15000 cm

De schaal van een kaart is 1 : 30.000

1 centimeter op de kaart is hoeveel meter?

De schaal van een tekening is 1 : 800.
De tekening is 8 cm lang en 6 cm breed.
Wat zijn de werkelijke afmetingen?

Schrijf het zo op: ... meter lang en ... meter breed

Reken de werkelijke afmetingen eerst uit met aan beide kanten dezelfde eenheid, en reken daarna pas de eenheid om.

Rekenen met schaal

Gebruik een verhoudingstabel voor het rekenen met schaal.

• Als je de afmetingen weet, kan je de schaal berekenen.
  

• Als je de schaal weet, kan je de afmetingen berekenen.

Er is een aparte lespresentatie beschikbaar over het rekenen met verhoudingen en verhoudingstabellen, mocht dit nog problemen opleveren.

Verhoudingen

Verhoudingen geven aan hoe twee (of meer) grootheden zich tot elkaar verhouden. 

Je komt ze veel tegen, bijvoorbeeld bij het koken.

Voorbeeld
Voor 4 personen heb je 300 gram noedels nodig.
Dit is een verhouding tussen het aantal personen en het aantal
gram noedels. Met deze verhouding kan je uitrekenen hoeveel
noedels je nodig hebt voor verschillende aantallen personen.
                                                                

Bijvoorbeeld

Je kookt voor 6 personen, hoeveel gram noedels heb je nodig?


Eerst reken je het aantal personen om naar 1, vervolgens naar 6.

Je kan ook het aantal personen omrekenen naar 2, dan vermenigvuldig je daarna met 3 in plaats van 6.

Je kan ook in een keer vermenigvuldigen met 1,5.

Reken uit met een verhoudingstabel:

1 kilo appels kost € 1,70. Hoeveel kost 2,5 kilo?

1. € 4,25
2. € 4,10

Je kan het getal direct vermenigvuldigen met 2,5. Je kan het ook eerst vermenigvuldigen met 2, dan apart vermenigvuldigen met 0,5 (delen door 2), en deze antwoorden bij elkaar optellen.

Wat zijn de ontbrekende antwoorden?

1. 55,2 - 50% - 25%
2. 44,8 - 50% - 5%
3. 44,8 - 50% - 20%

Aan de slag!

Maken:

• Les 8 van Score
• Wegwerken rode
    stukjes in cirkels

Klaar? In stilte even iets voor jezelf doen op de iPad.