3. - Eb. p. bron D: Grammaire: het bijv. nw. 4. Laatste dia : Taakwerk week 38
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
het bijvoeglijk nw.
- vorm en plaats van het bijvoeglijk naamwoord
Slide 3 - Tekstslide
het bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord is een woord dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord. bv. : leuke, aardige, lieve, stomme, luie, idiote, schattige, enz.
Slide 4 - Tekstslide
de vorm van 't bijvoeglijk naamwoord
Het bijv. nw. in het woordenboek, is de vorm die mannelijk e.v. is.
Om het vrouwelijk te maken, moet je daaraan eenE toevoegen. Het meervoud maak je door er een Sachter te zetten. Als een woord vrouwelijk meervoud is, hoort er ESbij.
bv. : le garçon idiot (mnl e.v.)
la fille idiote (vrl. e.v.)
les garçons idiots (mnl. mv)
les filles idiotes (vrl m.v.)
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
de plaats van 't bijvoeglijk naamwoord
In het Frans is het normaal om de bijvoeglijk naamwoordenACHTER het zelfstandig naamwoord te plaatsen. bv:
de moderneschool = l’écolemoderne
de aardigeleraar = le professeur sympathique
de geweldigeleerling = l’élèveformidable
Slide 8 - Tekstslide
2.
1.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
sportive active nerveuse canadienne
curieuse
Slide 12 - Tekstslide
2.
1.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
noirs
français
premier
belles
nouvelle
préférée
Slide 16 - Tekstslide
Eb. p. 61
Slide 17 - Tekstslide
Taakwerk semaine 38
Maken: - Chapitre 1: opdr. C 12 t/m 14 + opdr. D 15 t/m 18
Leren:
- Tb. blz. 50: bron C : Phrases-clés FN/NF
- Tb. blz. 51: bron D: Grammaire: de vorm en de plaats van het bijvoeglijk naamwoord FN/NF