Grammatica H. 3
Voltooid tegenwoordige tijd met regelmatig en onregelmatige werkwoorden
hacer=hecho (doen/maken)
decir=dicho (zeggen)
escribir=escrito (schrijven )
abrir=abierto (openen )
poner=puesto (neer-zetten)
volver=vuelto (teruggaan/komen)
romper=roto (kapot zijn/gaan)
ver=visto (zien)