Kerst quiz 2024

De grote Kerst- economiequiz 2024
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De grote Kerst- economiequiz 2024

Slide 1 - Tekstslide

Hoe heet het rendier met de rode neus?
A
Rudolf
B
Rudolk
C
Heinrich
D
Betty

Slide 2 - Quizvraag

Wat eten mensen het meest met Kerst? 
Zet de top 5 in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
Konijn
Varkenshaas
Kalkoen
Gourmetten
Eend

Slide 3 - Sleepvraag

Waar kun je Joep's Flappy vinden op 1e kerstdag?
A
Op de snelweg
B
In de keuken
C
In het hok
D
In bed

Slide 4 - Quizvraag

Hoe noemen we de drie koningen, die onder andere, aanwezig zijn in de kerststal?
A
Caspar, Balthes en Melchoir
B
Caspar, Balthasar en Melchior
C
Balthasar, Melchoir en Caster
D
Balthasar, Gerards en Caster

Slide 5 - Quizvraag

Wat is kerst?
A
een katholiek feest
B
een joods feest
C
een christelijk feest
D
een islamitisch feest

Slide 6 - Quizvraag

Wie heeft het uiterlijk van de Kerstman bedacht?
A
De Kerk
B
De Paus
C
Coca Cola
D
De president van Amerika

Slide 7 - Quizvraag

Simply having...
A
a Wonderful Christmas Tijd
B
a Wonderful Christmas
C
a Wonderful Christmas Time
D
a Wonderful Christmas Tree

Slide 8 - Quizvraag

Waarom heeft de vraaglijn een dalend verloop?
A
Hoe hoger de prijs, hoe meer er gevraagd wordt
B
Hoe hoger de prijs, hoe minder vraag
C
Omdat de aanbodlijn stijgt
D
Omdat er altijd sprake is van evenwicht

Slide 9 - Quizvraag

Totale kosten zijn?
A
TCK + TVK
B
TCK - TVK
C
TCK x TVK
D
p x q

Slide 10 - Quizvraag

In Australië vieren ze
Kerst in de zomer.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Hoe bereken je de
gemiddelde totale kosten?
A
TK/q
B
TCK/q
C
TVK/q

Slide 12 - Quizvraag

Wanneer begint de adventperiode?
A
2 weken voor kerst
B
3 weken voor kerst
C
4 weken voor kerst
D
5 dagen voor kerst

Slide 13 - Quizvraag

Zet de top 5 van populairste kerstliedjes (op Spotify, kerst 2020) in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
Wham!
Last Christmas
Justin Bieber
Mistletoe. Mistletoe
Michael Bublé
 It's Beginning To Look A Lot...
Mariah Carey
All I Want for Christmas Is You
Ariana Grande
Santa Tell Me

Slide 14 - Sleepvraag

Hoe bereken ik de evenwichtsprijs?
A
QA = QV balansmethode
B
QA = QV invullen
C
QA = QB aflezen in de grafiek
D
P invullen

Slide 15 - Quizvraag

Welke films kijken mensen met Kerst? Zet de top 5 in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
Love Actually
A Christmas Carol (Scrooge)
The Nightmare before Christmas
Home Alone
The Grinch

Slide 16 - Sleepvraag

TK = 100q + 150.000,-
Wat zijn de totale kosten
bij een afzet van 0 stuks?

A
€ 100.000,-
B
€ 150.000,-
C
€ 15.000,-
D
€ 0,-

Slide 17 - Quizvraag

Wat komt er nu?
Driving home for ...
A
Kerstmis
B
Diner
C
New year's evening
D
Christmas

Slide 18 - Quizvraag

Welke bewering is juist?
A
Zelfvoorziening betekent dat je zelf de goederen koopt die je nodig hebt.
B
Zelfvoorziening is een vorm van consumptie.
C
Bij zelfvoorziening maak je goederen waarmee je in je behoeften voorziet.
D
Het kopen van diensten is een vorm van zelfvoorziening.

Slide 19 - Quizvraag

Waar woont de Kerstman?
A
Duitsland
B
Nergens
C
Amerika
D
Noordpool

Slide 20 - Quizvraag

Hoe bereken je de totale kosten van een ondernemer?
A
werkelijke productie x variabele kosten
B
opbrengst - kosten
C
constante kosten x productiecapaciteit
D
constante kosten + variabele kosten

Slide 21 - Quizvraag

Waar werd Jezus geboren?
A
Jeruzalem
B
Nazareth
C
Rome
D
Bethlehem

Slide 22 - Quizvraag

Bij p=5 bestaat er een vraagoverschot?
A
Juist
B
onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Wanneer is er een aanbodoverschot?
A
Op het moment dat er meer mensen zijn die een product willen kopen, dan dat er wordt aangeboden.
B
Op het moment dat er meer producten te koop zijn dan dat er mensen zijn die het willen kopen
C
Op het moment dat producten in de winkel in een schap liggen voor 3 maanden.
D
Op het moment dat het aanbod en vraag gelijk is.

Slide 24 - Quizvraag

Waarin werd Jezus geboren?
A
Een schuur
B
Een huis
C
Een bakske vol met stro
D
In de buitenlucht

Slide 25 - Quizvraag

Wat is het doel van een begroting?
A
Een begroting zorgt ervoor dat je genoeg geld uitgeeft.
B
Een begroting dient als bewijs voor de belastingdienst
C
Een begroting geeft je inzicht in je toekomstige inkomsten en uitgaven.
D
Een begroting is een goede oefening in hoofdrekenen.

Slide 26 - Quizvraag

Wat vieren we met Kerst
A
lichtjesfeest
B
Geboorte van Jezus
C
Kerstboom en kadootjes
D
Opstanding van Jezus

Slide 27 - Quizvraag

Waar kwamen de drie wijzen vandaan?
A
Oosten
B
Westen
C
Noorden
D
Zuiden

Slide 28 - Quizvraag

Buon Natale e Felice Anno Nuovo!
In welke taal word jou een fijne Kerst gewenst?
A
Spaans
B
Italiaans
C
Duits
D
Frans

Slide 29 - Quizvraag

Van welk van de genoemde landen geven de inwoners gemiddeld het meest geld aan Kerst uit?
A
Verenigde Staten
B
Tsjechië
C
Roemenië
D
Verenigd Koninkrijk

Slide 30 - Quizvraag

Wanneer was de
laatste witte Kerst ?
A
2010
B
1981
C
2003
D
2007

Slide 31 - Quizvraag

Wat is de evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid?
A
€5 en 800 producten
B
€5 en 400 producten
C
€6 en 600 producten
D
€6 en 800 producten

Slide 32 - Quizvraag

Welk land is in Europa de belangrijkste kerstbomenproducent?
A
Denemarken
B
Zweden
C
Noorwegen
D
Finland

Slide 33 - Quizvraag

Zie je hier een vraagoverschot of een aanbodoverschot?
A
Vraagoverschot
B
Aanbodoverschot

Slide 34 - Quizvraag

Hoeveel rendieren heeft de Kerstman officieel ?
A
Een
B
Vier
C
Acht
D
Zeven

Slide 35 - Quizvraag

Wat moet je onder een hangende mistletoe doen ?
A
elkaar de hand geven
B
elkaar zoenen
C
alleen maar huilen
D
kerstliedjes zingen

Slide 36 - Quizvraag

Welke dieren horen thuis in de Kerststal ?
A
schapen, koeien, een paard en een ezel
B
een ezel, kippen, konijnen en een paard
C
schapen, lammeren, een os een ezel en een dromedaris
D
goudvissen

Slide 37 - Quizvraag

Wat zijn de drie functies van geld?
A
Rekenmiddel, ruilmiddel en spaarmiddel
B
Ruilmiddel, betaalmiddel en spaarmiddel
C
Spaarmiddel, rekenmiddel en oppotmiddel
D
Spaarmiddel, rentemiddel en ruilmiddel

Slide 38 - Quizvraag

de % verandering van prijs en hoeveelheid bereken je met
A
(nieuw - oud) : oud x 100
B
(oud - nieuw) : nieuw x 100
C
p x q
D
Ik vul gewoon niets in

Slide 39 - Quizvraag

Kerstboomfeiten: welke boom is geen echte kerstboom?
A
fijnspar
B
kunstkerstboom
C
nordmann
D
denneboom

Slide 40 - Quizvraag

Wat wil ze voor Kerst hebben?
"All I want for Christmas is....."
A
Me
B
You
C
Him
D
een groot cadeau

Slide 41 - Quizvraag

In India versieren ze geen kerstboom. Wat versieren zij dan rond de Kerst?
A
Een bananenboom met olielampjes
B
101 kaarsjes bij een beeld van Ganesha
C
Mistletoe met kerstlampjes
D
Ze versieren niets. Dat brengt ongeluk.

Slide 42 - Quizvraag

Waar we in Nederland massaal elk jaar naar Home Alone, Sissi en the Christmas Carol kijken met Kerst, kijken ze in Zweden massaal naar Donald Duck's Kerstfeest
A
Waar
B
Niet waar

Slide 43 - Quizvraag

You'd better watch out, you'd better not .....
A
Fly
B
Cry
C
Die
D
Try

Slide 44 - Quizvraag

Wat doen heel veel Nederlanders op
Tweede Kerstdag met het avondeten?
A
Eten?! Laat maar: ik zit nog vol van Eerste Kerstdag!
B
Chinees halen
C
Gourmetten
D
Chocoladeletters eten

Slide 45 - Quizvraag

fijne Kerst en een gelukkig Nieuwjaar

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide