Tekstverbanden en signaalwoorden
1 / 9
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Tekstdoelen
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Tekstslide
Welk signaalwoord hoort niet bij een opsommend verband?
A
Maar
B
Tevens
C
Daarnaast
D
Ten eerste
Slide 5 - Quizvraag
Wat is het signaalwoord in de volgende zin?
Net als mijn opa, houd ik erg van tennis.
Net als mijn opa, houd ik erg van tennis.
Slide 6 - Open vraag
Van welk verband is hier sprake?
Net als mijn opa, houd ik erg van tennis.
Net als mijn opa, houd ik erg van tennis.
A
Opsommend
B
Reden
C
Toelichtend
D
Vergelijkend
Slide 7 - Quizvraag
Van welk verband is hier sprake?
Ondanks dat hij niet van Spanje houdt, gaat hij er elk jaar heen.
Ondanks dat hij niet van Spanje houdt, gaat hij er elk jaar heen.
A
Gevolg
B
Vergelijkend
C
Tegenstellend
D
Voorwaarde
Slide 8 - Quizvraag
Welk signaalwoord hoort bij een uitzondering?
A
