Les 4 - Gezondheid en voeding - Voedingsleer

Module: 
Gezondheid en voeding 

Les 4
voedingsleer


1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Gezondheid en voedingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Module: 
Gezondheid en voeding 

Les 4
voedingsleer


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanwezigheidsregistratie
Aanwezigheid wordt meerdere malen tijdens de les ingevoerd door de docent.

Bij vroegtijdig verlaten van de les, zonder geldige reden of overleg, betekend 'ongeoorloofd afwezig'.

Ben je te laat? Alleen binnen met een briefje van de administratie. Anders na de 45 min. 


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  1. Introductie module
  2. Eindopdracht
  3. Theorie
  4. Opdrachten
  5. Opdracht voor op je stage bespreken
  6. Afsluiting

Slide 4 - Tekstslide

Deel 1: 90 min (2 x45 min)

5 min. Welkom en AWR
5 min. Energizer
4 min. lesdoelen
3 min. Programma
20 min  Uitleg en Opbouw vak
10 min  Theoretische gedeelte
20 min  Leeractiviteit 2
10 min Lesdoelen check
3 minuten afsluiting les

80 min. totaal





Hoe voel jij je nu?
😒🙁😐🙂😃

Slide 5 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Elke les staan we stil bij wat we de vorige les hebben besproken. 





Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen gewicht?
A
Kogelgewricht
B
Rol gewricht
C
Draaigewricht
D
Scharniergewricht

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Zijn al je spieren in je lichaam willekeurige?
Ja
Nee

Slide 8 - Poll

nee
Extremiteiten zijn je?
A
Ledermaten
B
Gekke dingen die je doet (gedrag)
C
Gevaarlijk dingen doen
D
Armen en benen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verbindingen in je lichaam?
A
Vergroeiing
B
Kraakbeenverbinding
C
Naadverbinding
D
Gewrichtsverbinding

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het einde van de les:


- Heb je basiskennis opgedaan over het spijsverteringskanaal.
 - Heb je basiskennis opgedaan over gezondheid eten volgens de schijf van vijf.
- Heb je basiskennis opgedaan met betrekking tot voedingsleer.





Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spijsverteringskanaal
Voedingsstoffen worden uit het eten gehaald ,(alle bruikbare delen uit voedingsmiddelen) 


Voedingsstoffen worden verdeeld in drie groepen:
Bouwstoffen: voor de groei en herstel van het lichaam. 
Brandstoffen : voor energie. (om te kunnen bewegen, nadenken, etc)
Hulpstoffen: vitamines en mineralen. (om je lichaam gezond houden).



Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mond
-  Om voedsel fijn te malen, vermengd met speeksel --> speekselklieren maken dit zodra je voedsel en drinken ziet

Slokdarm
- Een darmwand met spieren, die bewegen het voedsel naar de maag. Aan het eind van de slokdarm zit je maagklep --> voedsel niet meer terug de slokdarm.

Maag
-Voedsel gekneed en vermengd met maagsap. Voedsel blijft er ongeveer 3 uur



Slide 13 - Tekstslide

De binnenkant maag --> dikke laag beschermd tegen  zure maagsap. Zo wordt de maag het voedsel af. 
Lever
Voedingsstoffen via het bloed naar de lever. Zet ze om in bouwstoffen of in energie. Maakt gal --> vet voedsel te verteren. Daarbij maakt het schadelijke stoffen onschadelijk bijvoorbeeld alcohol.

Galblaas
tijdelijke opslag van de gal. Bij vet eten gaat de gal naar de dunne darm. 

Alvleesklier
De alvleesklier ligt boven in de buik, achter de maag. De alvleesklier maakt sappen die nodig zijn om het eten te verteren en hormonen, zoals insuline.



Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twaalfvingerige darm Is het eerste deel van de dunne darm, hier begint de vertering van je eten. De twaalfvingerige darm zit vol met verteringssappen
Dunne darm
bevindt zich het belangrijkste deel van de spijsvertering plaats. De enzymen uit de verteringssappen, breken het voedsel af naar kleinere deeltjes: voedingsstoffen deze komen via de darmwand  in het bloed terecht.






Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dikke darm en Endeldarm
Wat niet verteerd kan worden gaat naar de dikke darm, dit wordt ontlasting. Eerst een waterdunne brij, vocht en zouten wordt er uit de brij gehaald. De dikkere ontlasting komt in de endeldarm en wordt tijdelijk opgeslagen. Als de endeldarm vol is, gaat er een seintje naar de hersenen om te ......?
Anus
De anus is een spier die de endeldarm afsluit met de buitenwereld.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
  • Boek: Mensen
  • Hfd 5: gezondheid
  • Kopje 5: Analyseren en toepassen
  • Opdr: 8  Gezond of niet?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie voedingsleer

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedingskeuze
Om de cliënt op een juiste wijze te kunnen ondersteunen bij zijn of haar voedingskeuzes, heb je kennis nodig. 
Je moet weten wat gezonde voeding is voor het bereiden van een gebalanceerde maaltijd. 
Je houdt daarbij niet alleen rekening met de wensen en behoeften van de cliënt. 
Jij als begeleider zorgt er voor dat de maaltijd een bijdrage kan leveren aan herstel of het in stand houden van de gezondheid.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Gezonde voeding: De schijf van vijf

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Gezond eten
Gezonde voeding levert een bijdrage om gezond te zijn en te blijven. 
Het percentage overgewicht bij volwassenen neemt de laatste jaren toe en zijn er ook steeds meer gezondheidsklachten die een relatie hebben met het overgewicht. 

Denk aan diabetes type 2 en hart- en vaatziekten, galstenen, hoge bloeddruk, gewrichtsklachten en zelfs bepaalde soorten kanker. Deze kunnen voorkomen worden door een gezonde leefstijl. 

Voor jou als begeleider is het van belang dat je weet welke voedingsmiddelen passen in een gevarieerd en gezond eetpatroon, zodat je de cliënt kunt ondersteunen en hem kunt adviseren in het maken van de juiste keuzes die passen bij de specifieke situatie van de cliënt.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BMI - Body Mass Index
De Body Mass Index (BMI) laat iemand zien of er sprake is van een gezond gewicht in verhouding tot lichaamslengte. 
De BMI kan berekend worden voor iedereen vanaf 2 jaar, maar is minder geschikt voor gespierde personen en zwangere vrouwen. Met behulp van een formule kan de BMI berekend worden:

BMI = Gewicht ÷ (lengte × lengte)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BMI
Er bestaat een indeling van wat een te laag BMI, een gezond BMI en een te hoog BMI is:

  • ondergewicht: BMI = < 18,5
  • gezond gewicht: BMI = 18,5-25
  • overgewicht: BMI = 25-30
  • ernstig overgewicht: BMI = 30-35
  • extreme obesitas: BMI = > 35.
Deze getallen gelden voor volwassenen tot 65 jaar. Voor ouderen geldt dat een BMI kleiner dan 20 betekent dat er sprake is van ondergewicht.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eiwitten
  • Opbouw van cellen en stoffen in het bloed. 
  • Gebruikt in het steunweefsel. 
  • De eiwitten die overblijven worden gebruikt als brandstof. 
  • Zitten in alle onbewerkte plantaardige producten, zoals peulvruchten, groente, fruit, noten, zaden en granen.  
  • Maar ook in dierlijke producten zoals ei, vlees en zuivel, maar de eiwitten uit dierlijke producten zijn iets minder gezond dan plantaardige eiwitten.

Een te kort komt bijna niet voor, omdat het uit zowel plantaardige als dierlijke producten gehaald kan worden.

Slide 27 - Tekstslide

Dierlijke bronnen van eiwit zijn vlees, vis, gevogelte, melk (producten), kaas en eieren.


Plantaardige bronnen van eiwit zijn brood, rijst, pasta, peulvruchten, noten en paddenstoelen.
Vetten
  • Voornamelijk gebruikt voor het vrijmaken van energie. 
  • Een teveel aan vetten wordt opgeslagen in het bindweefsel en het gele beenmerg. 
  • Een teveel aan verzadigde vetzuren, vooral uit dierlijk vet, kan problemen met de bloedsomloop veroorzaken, zoals vernauwing van de bloedvaten door ophoping van cholesterol.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koolhydraten
  • Opslag van energie in de lever en spieren. 
  • Ze kunnen worden gebruikt als energiebron bij zware arbeid. 
  • Je lichaam haalt deze energie het gemakkelijkst uit koolhydraten. Koolhydraten zijn vooral te vinden in tarweproducten, rijst en aardappelen.

Slide 29 - Tekstslide

10 producten met veel koolhydraten:

 Havermout
 Rijst
 Pasta
Quinoa
Aardappels
Brood
Brinta
Bananen
Zoete aardappel
Vitamines en mineralen
  • Voor een goede gezondheid, groei en ontwikkeling is het van belang dat je voldoende vitamines en mineralen binnenkrijgt. 

  • Vitamines en mineralen zitten in voedingsmiddelen, zoals groenten, fruit, eieren, noten, rijst, aardappelen, vis, vlees en rijst.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Water
  • Bevat geen calorieën.
  • Voorziet je lichaam van vocht. 
  • Fruit en sommige groenten bevatten veel water.
  • Het is nodig voor het vervoer van stoffen (transportmiddel) in je lichaam. 
  • Het is ook een oplosmiddel.
  • Helpt bij opnemen of uitscheiden van stoffen.



Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedingssupplementen
  • Zijn producten in de vorm van pillen, poeders, druppels, capsules of drankjes en bedoeld als aanvulling op de dagelijkse voeding. 
  • Het zijn . 
  •  De meeste mensen hebben geen voedingssupplementen nodig, want ze krijgen al voldoende voedingsstoffen binnen door gevarieerd te eten. 
  • Alleen speciale groepen die extra voedingsstoffen nodig hebben, zoals jonge kinderen (vitamine D), ouderen (vitamine D) en zwangere vrouwen (foliumzuur en vitamine D), hebben baat bij het gebruik van voedingssupplementen.
  • Dit kan het beste in overleg met een arts.


Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
  • Boek: Methodische begeleiden
  • Hfd 16: Begeleiden bij voeding
  • Kopje 4: Weten en begrijpen
  • Opdr: 3 en 4 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het einde van de les:


- Heb je basiskennis opgedaan over het spijsverteringskanaal.
- Heb je basiskennis opgedaan over gezondheid eten volgens de schijf van vijf.
- Heb je basiskennis opgedaan met betrekking tot voedingsleer.





Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies