In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Meervoud op -s
Slide 1 - Tekstslide
Meervoud op -en
Hoe zat het ook alweer? Wat zijn de regels bij het schrijven de meervoudsvorm -en?
Welke regels ken je die gelden voor de meervoudsvorm -s?
Slide 2 - Tekstslide
Instructie meervoud -s
Zo maak je een meervoud op -s:
Je schrijft een -s achter het enkelvoud: bezem - bezems, politie- polities, race-races
Je schrijft een -'s (apostrof + s) acht het enkelvoud. Bij woorden op -a, -i, -o, -u, of -y: pyjama - pyjama's. Bij afkortingen: pc - pc's, havo - havo's
Twee of drie letters samen een klank? Dan de s er aan vast. Bureau - bureaus, etui - etuis.
Slide 3 - Tekstslide
Typ het meervoud van decoratie.
Slide 4 - Open vraag
Typ het meervoud van kiwi.
Slide 5 - Open vraag
Typ het meervoud van tv.
Slide 6 - Open vraag
Type het meervoud van gameboy.
Slide 7 - Open vraag
Typ het meervoud van cavia.
Slide 8 - Open vraag
Schrijf het meervoud op, let op alles door elkaar!
Neem de volgende woorden over op je blaadje en schrijf het meervoud op:
Kijk je woorden. Ga naar www.vandale.nl en typ je woord in. Bij de betekenis van het woord vind je de meervoudsvorm.
Hoeveel had jij er goed? Met welke meervoudsvorm moet jij nog oefenen?
Slide 10 - Tekstslide
Doelenblad
Vul je doelenblad in om inzicht te krijgen in je eigen leerproces. Wat gaat al goed, maar moet je nog herhalen? Wat heb je nog te oefenen, omdat je het nog niet helemaal begrijpt? Wat beheers je al?