oefenen metriek

oefenen metriek
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

oefenen metriek

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de eenheid van gewicht?
A
Kilo/gram
B
liter/ mililiter
C
kilometer/meter
D
uur/minuut

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de eenheid van inhoud?
A
Kilo/gram
B
liter/ mililiter
C
kilometer/meter
D
uur/minuut

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de eenheid van tijd?
A
Kilo/gram
B
liter/ mililiter
C
kilometer/meter
D
uur/minuut

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de eenheid van lengte?
A
Kilo/gram
B
liter/ mililiter
C
kilometer/meter
D
uur/minuut

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de eenheid van snelheid?
A
Kilo/gram
B
liter/ mililiter
C
kilometer/meter
D
uur/minuut per sec/uur

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent:
Kilo
A
honderd
B
duizend
C
tien
D
honderd

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent:
deca
A
honderd
B
duizend
C
tien
D
honderd

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent:
hecto
A
honderd
B
duizend
C
tien
D
honderd

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent:
deci
A
honderdste
B
duizendste
C
tiende
D
honderdster

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent:
centi
A
honderdste
B
duizendste
C
tiende
D
honderdste

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent:
mili
A
honderdste
B
duizendster
C
tiende
D
honderdster

Slide 12 - Quizvraag

Hoeveel hectometer
gaan er in een
kilometer?
A
100
B
1
C
10
D
1000

Slide 13 - Quizvraag

Hoeveel meter
gaan er in een
kilometer?
A
100
B
1
C
10
D
1000

Slide 14 - Quizvraag

Hoeveel centimeter
gaan er in een
meter?
A
100
B
1
C
10
D
1000

Slide 15 - Quizvraag

theorie oppervlakte

Slide 16 - Tekstslide

Bij het berekenen van oppervlakte gebruik een "formule"
welke?
A
lengte x breedte
B
lengte plus breedte

Slide 17 - Quizvraag

Berekenen de
oppervlakte, welke som
moet je eerst maken?
A
lengte x breedte
B
lengte plus breedte

Slide 18 - Quizvraag

Berekenen de oppervlakte?
A
5 x 2 = 10 cm 2
B
5 + 2 = 7 cm

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Wanneer je de oppervlakte van een driehoek moet gaan meten wat moet je als eerste doen?
A
een rechthoek om de driehoek tekenen
B
een rondje om de driehoek tekenen
C
gelijk gaan rekenen
D
weet ik niet

Slide 22 - Quizvraag

Wanneer je de oppervlakte van een driehoek gaat meten wat moet je als tweede doen?
A
niets
B
het rondje uitrekenen
C
gelijk gaan rekenen
D
de lengte en breedte noteren bij de rechthoek

Slide 23 - Quizvraag

Wanneer je de oppervlakte van een driehoek gaat meten wat moet je als derde doen?
A
de oppervlakte van het rechthoek bereken
B
niets
C
gelijk gaan rekenen
D
de lengte en breedte noteren bij de rechthoek

Slide 24 - Quizvraag

Wanneer je de oppervlakte van een driehoek gaat meten wat moet je als vierde doen?
A
de oppervlakte van het rechthoek delen door 2
B
niets
C
gelijk gaan rekenen
D
de lengte en breedte noteren bij de rechthoek

Slide 25 - Quizvraag