17 jan - past simple vs present perfect

Tijdens deze les
1. opgeven overhoring Lesson 2 + Lesson 3
2. doornemen woorden lesson 2
2. uitleg grammatica Past Simple vs Present Perfect
3. zelf aan de slag
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Tijdens deze les
1. opgeven overhoring Lesson 2 + Lesson 3
2. doornemen woorden lesson 2
2. uitleg grammatica Past Simple vs Present Perfect
3. zelf aan de slag

Slide 1 - Tekstslide

Opgeven overhoring
maandag 24 januari les 6:
- Kennen woorden Lesson 2+3
- Begrijpen grammatica "Past Simple vs Present Perfect"
- Kennen zinnen Lesson 3

Slide 2 - Tekstslide

Doornemen woorden Lesson 2
Ga in je boek naar blz. 109
Words English - Dutch
Words Dutch - English

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

yet
A
Past Simple
B
Present Perfect

Slide 10 - Quizvraag

yesterday
A
Past Simple
B
Present Perfect

Slide 11 - Quizvraag

two days ago
A
Past simple
B
Present perfect

Slide 12 - Quizvraag

for 5 years
A
Past simple
B
Present perfect

Slide 13 - Quizvraag

never
A
Past Simple
B
Present perfect

Slide 14 - Quizvraag

a year ago
A
Past simple
B
Present Perfect

Slide 15 - Quizvraag

already
A
Past simple
B
Present perfect

Slide 16 - Quizvraag

just
A
Past simple
B
Present perfect

Slide 17 - Quizvraag

since
A
Past simple
B
Present perfect

Slide 18 - Quizvraag

in 1990
A
Past simple
B
Present perfect

Slide 19 - Quizvraag

past simple or present perfect?

Mary won the lottery last year.
A
Past Simple
B
Present Perfect

Slide 20 - Quizvraag

past simple or present perfect?

I have known him all my life.
A
Past Simple
B
Present Perfect

Slide 21 - Quizvraag

Past Simple or Present Perfect?

Last night I (to lose) my keys
A
lost
B
have lost

Slide 22 - Quizvraag

Past Simple or Present Perfect?

Amy (to live) in Portugal when she was young.
A
lived
B
has lived

Slide 23 - Quizvraag

Past Simple or Present Perfect?

I (to cut) my hand, so now I can't write.
A
cut
B
have cut

Slide 24 - Quizvraag

Past Simple or Present Perfect?

She (to visit) her grandmother for an hour.
A
visited
B
has visited

Slide 25 - Quizvraag

Past Simple or Present Perfect?

I (to live) in Gemert for 8 years.
A
lived
B
have lived

Slide 26 - Quizvraag

Past Simple or Present Perfect?

I (to read) six books this week.
A
read
B
have read

Slide 27 - Quizvraag

Probeer het nu zelf. Typ de hele zin.

I (never / to go) to Vienna.

Slide 28 - Open vraag

Probeer het nu zelf. Typ de hele zin.

My great grandfather (to have) five sisters.

Slide 29 - Open vraag

Probeer het nu zelf. Typ de hele zin.

He (to live) in Manila for a year.

Slide 30 - Open vraag

Probeer het nu zelf. Typ de hele zin.

(you / to see) Julie today?

Slide 31 - Open vraag

Probeer het nu zelf. Typ de hele zin.

He (to be) here all morning.

Slide 32 - Open vraag

Probeer het nu zelf. Typ de hele zin.

I (never / to taste) champagne.

Slide 33 - Open vraag

Probeer het nu zelf. Typ de hele zin.

I (not / to drink) any coffee yesterday.

Slide 34 - Open vraag

Probeer het nu zelf. Typ de hele zin.

What subject (she / to study) at university?

Slide 35 - Open vraag

Probeer het nu zelf. Typ de hele zin.

How long (you / know) Susie for?

Slide 36 - Open vraag

Probeer het nu zelf. Typ de hele zin.

She (to come) to London in 1997.

Slide 37 - Open vraag

Zelf aan de slag §2.2
Maak online opdracht 5-6-7

Ben je daarmee klaar?
Leer de woorden op blz. 109/110 (Study Box Lesson 2) in je boek.
Leer de onregelmatige werkwoorden op blz. 190/191 in je boek.

Huiswerk
Bovenstaande opdrachten + kennen woorden Lesson 2 (blz. 109/110)

Slide 38 - Tekstslide