1 Variabelen in Python

Variabelen in Python
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
InformaticaVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Variabelen in Python

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Ik kan een variabele op de juiste manier benoemen.
  • Ik kan het verschil uitleggen tussen een string, een integer en  een float.
  • Ik kan een input programmeren.
  • Ik kan een string samenstellen vanuit meerdere variabelen.
  • ik kan een variabele laten zien.

Slide 2 - Tekstslide

info
namen van een variabele
Zelf een naam kiezen, maar....

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De naam mag bestaan uit letters, cijfers en underscores. Bijzondere tekens zijn niet toegestaan en het mag ook niet beginnen met een cijfer.

Er is een belangrijk verschil tussen hoofd- en kleine letters. Zo is de variabele met de naam 'klantNaam' een andere variabele dan 'klantnaam'.

Tot slot maken we gebruik van dezelfde naming conventions als bij stroomdiagrammen:

Een variabelenaam schrijf je met kleine letters. Bijvoorbeeld temperatuur.
Als de naam uit meerdere woorden bestaat, laat je elk volgende woord met een hoofdletter beginnen. Bijvoorbeeld gemiddeldeTemperatuur.
Schrijf woorden het liefst uit, maar houd ze wel kort. Dus niet gemTemp of deGemiddeldeBerekendeTemperatuur, maar gemiddeldeTemperatuur.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

naming conventions
Een variabelenaam schrijf je met kleine letters
Bijvoorbeeld   'temperatuur'
Als de naam uit meerdere woorden bestaat, laat je elk volgende woord met een hoofdletter beginnen.
Bijvoorbeeld 'gemiddeldeTemperatuur'.
Dus niet 'gemTemp' of 'deGemiddeldeBerekendeTemperatuur', maar 'gemiddeldeTemperatuur'.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

String
tekst
a = "Hello, World!"
a = 'Hello, World!'

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Integer
Heel getal

Hier kun je dus mee rekenen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Float
Kommagetal

3.95   (niet 3,95)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Input
Laat de gebruiker een input geven.
Deze komt dan in een variabele.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 input voorbeeld 
lekker = input("Wat vind je lekker?")

lekker word nu automatisch een string als de gebruiker een tekst ingeeft.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

input voorbeeld 2
aantalKilometers = input("hoeveel km fiets je naar school?")

aantalKilometers word dan een integer of een float

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Variabelen combineren
vraag1 = input("type een starttekst")
vraag2 = input("type een afsluitende tekst")
zinnetje = vraag1 + vraag2
print(zinnetje)

Voorwaarde: Allebei een string variabele

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

variabelen combineren
verzendkosten = 3.95
print("uw verzendingskosten zijn : " + str(verzendkosten))

Hier zet je dus een float of integer om in een string.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht
Schrijf een stukje code in een repl.it wat het volgende doet:
  • Vragen naar de 4 cijfers van de postcode
  • Vragen naar de 2 letters van een postcode
  • Vragen naar de woonplaats

Print het resultaat als "uw adres is: plaats + postcode"
timer
0:20

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies