In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Werkend Nederland
Economie
Slide 1 - Tekstslide
Jan is 33 jaar en is werkloos. Hoort hij bij de beroepsbevolking?
A
Ja
B
Nee
Slide 2 - Quizvraag
Jelle is 14 jaar en bezorgt kranten. Hoort hij bij de beroepsbevolking?
A
Ja
B
Nee
Slide 3 - Quizvraag
Moos is 15 jaar en is vakkenvuller. Hoort hij bij de beroepsbevolking?
A
Ja
B
Nee
Slide 4 - Quizvraag
Het UWV helpt bij het zoeken naar een baan en bij het aanvragen van een uitkering.
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quizvraag
De werkloosheid ontstaat als er meer arbeidskrachten zijn dan arbeidsplaatsen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Wat is geregistreerde werkloosheid?
A
Als je ingeschreven staat bij het UWV.
B
Als je niet ingeschreven staat bij het UWV.
C
Als je zwart werkt.
D
Als je wit werkt.
Slide 7 - Quizvraag
Bij een overschot op de arbeidsmarkt is er meer ....
A
aanbod.
B
vraag.
Slide 8 - Quizvraag
Tekst 1
Slide 9 - Tekstslide
Lees tekst 1. Welke vorm van werkloosheid ontstond doordat consumenten minder geld uitgaven bij V&D tijdens de economische crisis?
A
conjuncturele werkloosheid
B
structurele werkloosheid
C
seizoenswerkloosheid
Slide 10 - Quizvraag
Een werkloze die niet meer wil werken, moet zich inschrijven bij het UWV.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Een werkloze die ingeschreven staat bij het UWV hoort bij de geregistreerde werklozen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Een taak van het UWV is sollicitatiebrieven schrijven voor werklozen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Door de opening van nieuwe winkels kregen veel werkzoekenden weer een betaalde baan. Voor sommige mensen is het ontvangen van loon niet de enige reden om te werken. Noem behalve loon een andere reden voor mensen om te werken.
Slide 14 - Open vraag
De arbeidsmarkt is het geheel van de vraag naar arbeid en het aanbod van arbeid.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Boekhouder
A
Geschoold werk
B
Ongeschoold werk
Slide 16 - Quizvraag
Vakkenvuller
A
Geschoold werk
B
Ongeschoold werk
Slide 17 - Quizvraag
Verpleegkundige
A
Geschoold werk
B
Ongeschoold werk
Slide 18 - Quizvraag
Vrachtwagenchauffeur
A
Geschoold werk
B
Ongeschoold werk
Slide 19 - Quizvraag
Inpakker
A
Geschoold werk
B
Ongeschoold werk
Slide 20 - Quizvraag
De supermarktvestiging waar Yasmine werkt moet sluiten. Annie, een collega van Yasmine, is 63 jaar. Annie schrijft zich na haar ontslag niet in bij het UWV-werkbedrijf. Zij denkt dat ze na haar ontslag toch geen kans meer op een baan heeft. Welke vorm van werkloosheid zal van toepassing zijn op Annie?
A
geregistreerde werkloosheid
B
regionale werkloosheid
C
verborgen werkloosheid
Slide 21 - Quizvraag
Geregistreerde
Verborgen
Tijdelijk
Langdurig
Frictiewerkloosheid
Seizoenswerkloosheid
Regionale
Slide 22 - Sleepvraag
een strandtent gaat failliet. wat voor werkloosheid is dat?
A
conjuncturele werkloosheid
B
structurele werkloosheid
C
seizoenswerkloosheid
D
frictiewerkloosheid
Slide 23 - Quizvraag
Welke werkloosheid is niet tijdelijk?
A
seizoenswerkloosheid
B
structurele werkloosheid
C
regionale werkloosheid
D
frictiewerkloosheid
Slide 24 - Quizvraag
Bij een groeiende economie stijgt de werkloosheid.