Oefentoets 4.2 Bloedsomloop en het immuunsysteem

Oefentoets 4.2 Bloedsomloop en het immuunsysteem
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMBOStudiejaar 2,4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Oefentoets 4.2 Bloedsomloop en het immuunsysteem

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de functie van de kleppen in de aders?
A
De stroomrichting van zuurstofrijk bloed regelen
B
De bloeddruk verhogen
C
De bloedstroom versnellen
D
Voorkomen dat bloed terugstroomt door de zwaartekracht

Slide 2 - Quizvraag

Waar vindt de uitwisseling van onder andere voedingsstoffen, afvalstoffen en gassen plaats?
A
In de slagaders (arteriën)
B
in de aders (venen)
C
in de haarvaten (capillairen)

Slide 3 - Quizvraag

Hoe noemen we de hoofdslagader die zuurstofrijk bloed van het hart door het hele lichaam vervoert?
A
Aorta
B
Kransslagader
C
Bovenste holle ader
D
Onderste holle ader

Slide 4 - Quizvraag

Hoe noemen we de bloeddruk in de slagaders op het moment dat de kamers van het hart samentrekken?
A
Diastolische druk (onderdruk)
B
Systolische druk (bovendruk)
C
Gemiddelde druk
D
Polsdruk

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de functie van de witte bloedcellen?
A
Zuurstoftransport in het lichaam
B
Het bevorderen van de bloedstolling
C
Het immuunsysteem versterken
D
Het bestrijden van ziekteverwekkers en infecties

Slide 6 - Quizvraag

Hoe past het lichaam zich aan bij langdurige training op grote hoogte met betrekking tot de samenstelling van het bloed?
A
Er is een toename van bloedplaatjes om meer zuurstof te produceren
B
Het aantal bloedplaatjes neemt toe voor een betere bloedstolling
C
Er is een toename van rode bloedcellen om meer zuurstof te transporteren
D
Er worden meer witte bloedcellen aangemaakt om het immuunsysteem te versterken

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de naam van de hoofdslagader die zuurstofrijk bloed van het hart door het hele lichaam vervoert?
A
Kransslagader
B
Aorta
C
Bovenste holle ader
D
Halvemaanvormige kleppen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is A?
A
Antigeen
B
Antistof
C
Pathogeen
D
Fagocyt

Slide 9 - Quizvraag

Welke weg legt het bloed af om van de rechterkamer van het hart in de linkerkamer van het hart te komen?
Rechterkamer
Linkerkamer
Linkerboezem
Longslagader
Haarvaten in de longen
Longader

Slide 10 - Sleepvraag

Noem één invloed van sigarettenrook op het ademhalingsstelsel

Slide 11 - Open vraag

Waaruit bestaat de opperhuid?

Slide 12 - Open vraag

Benoem de onderdelen van de lederhuid

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Welke spieren worden niet actief gebruikt bij de borst- en middenrifademhaling?
A
Middenrif
B
Buikspieren
C
Rugspieren
D
Tussenribspieren

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het begrip voor organismen die zelf hun lichaamstemperatuur op peil kunnen houden?

Slide 16 - Open vraag

Welke ruimte van het hart zit vast aan de longslagader?
A
Rechterkamer
B
Rechterboezem
C
Linkerkamer
D
Linkerboezem

Slide 17 - Quizvraag

Kunstmatig
Wie maakt de antistoffen?
Jij
Een ander
Natuurlijk

Slide 18 - Tekstslide

Als klein kind krijg je de DKTP-prik tegen difterie, kinkhoest, tetanus en polio.
A
Actieve natuurlijke immuniteit
B
Passieve natuurlijke immuniteit
C
Actieve kunstmatige immuniteit
D
Passieve kunstmatige immuniteit

Slide 19 - Quizvraag

In de 18e eeuw ontdekte de arts Jenner dat melkmeisjes die met koepokken in aanraking waren geweest, immuun bleken tegen de gevaarlijke menselijke pokken.
A
Actieve natuurlijke immuniteit
B
Passieve natuurlijke immuniteit
C
Actieve kunstmatige immuniteit
D
Passieve kunstmatige immuniteit

Slide 20 - Quizvraag

Na een beet van een hondsdolle hond, vos of vleermuis krijgt iemand een spuitje, zodat het virus van hondsdolheid snel de kop wordt ingedrukt
A
Actieve natuurlijke immuniteit
B
Passieve natuurlijke immuniteit
C
Actieve kunstmatige immuniteit
D
Passieve kunstmatige immuniteit

Slide 21 - Quizvraag

Welke antistoffen heeft iemand met met bloedgroep AB in zijn bloedplasma?
A
Anti-A
B
Anti-B
C
Anti-A+B
D
Geen

Slide 22 - Quizvraag

Iemand met bloedgroep AB kan rode bloedcellen van iedere ander bloedgroep ontvangen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Zelfstudie

Begrippen die je nog niet goed beheerst opzoeken 
&
 de leerstof op jouw manier verwerken.

Hulp: Reader, lessonUp, eerder gemaakt werk.

Slide 24 - Tekstslide