Thema 6 Stikstofkringloop

Thema 6 Stikstofkringloop
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Thema 6 Stikstofkringloop

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen vorige lessen

6.1.1 Je kunt beschrijven dat bij fotosynthese energierijke stoffen worden gevormd uit energiearme stoffen, en hoe bij verbranding die energie weer vrijkomt.
6.1.2 Je kunt de voedselrelaties tussen organismen beschrijven.
6.2.1 Je kunt omschrijven wat piramiden van aantallen en van biomassa weergeven.
6.2.2 Je kunt beschrijven op welke manieren energie uit de voedselketen verdwijnt.
6.3.1 Je kunt de koolstofkringloop beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Komen in het organisme van afbeelding 1 energiearme stoffen voor?
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quizvraag

Welke organismen vormen altijd de eerste schakel in een voedselketen?

Slide 4 - Open vraag

In de afbeelding hiernaast is een piramide van biomassa getekend van de volgende voedselketen: gras, sprinkhaan, spitsmuis.

-->Welke van de volgende beweringen is juist?

A
Uit 1 kg biomassa in grasplanten wordt 22 kg biomassa in sprinkhanen gevormd.
B
Uit 1 kg biomassa in grasplanten wordt uiteindelijk 85 kg biomassa in spitsmuizen gevormd.
C
Uit 22 kg biomassa in grasplanten wordt 1 kg biomassa in spitsmuizen gevormd.
D
Uit 22 kg biomassa in sprinkhanen wordt 1 kg biomassa in spitsmuizen gevormd.

Slide 5 - Quizvraag

In de afbeelding hiernaast laten de pijlen zien hoe de energie wordt doorgegeven.

Welke pijlen geven de energie weer die bij de verbranding wordt vrijgemaakt?
A
pijl 2 en 6
B
pijl 3 en 5
C
pijl 1,4 en 6
D
pijl 2,4 en 5

Slide 6 - Quizvraag

In de afbeelding hiernaast is de koolstofkringloop schematisch weergegeven. Drie vakken en zeven pijlen zijn genummerd.

--> Welk vak geeft dierlijke energierijke stoffen weer?
A
1
B
2
C
3

Slide 7 - Quizvraag

leerdoelen deze les.


6.3.2 Je kunt de stikstofkringloop beschrijven.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Planten
Produceren door fotosynthese glucose.

Glucose wordt omgezet in de plant naar plantaardige eiwitten door een 'reactie' met stikstof.

De stikstof wordt door de plant opgenomen in de vorm van nitraat.

Slide 10 - Tekstslide

Dieren

Dieren eten planten en krijgen zo de plantaardige eiwitten met stikstof binnen. 

Dieren zetten deze eiwitten weer om tot dierlijke eiwitten met stikstof. 

De stikstof zit onder andere in de uitwerpselen van dieren.


Slide 11 - Tekstslide

Rottingsbacteriën
De uitwerpselen en resten van dode dieren worden afgebroken door rottingsbacteriën die de stikstof omzetten tot ammonium (in de grond) en ammoniakgas (in de lucht).

Slide 12 - Tekstslide

Lucht

Ammoniakgas reageert in de lucht met andere moleculen en wordt omgezet in stikstofgas.

Slide 13 - Tekstslide

Bodem
In de bodem zitten verschillende soorten bacteriën.

sommige bacteriën zetten ammonium om in nitraat wat planten weer kunnen opnemen.

Andere bacteriën zijn stikstofbindend en zetten stikstofgas uit de lucht om tot nitraat voor de planten.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

stikstofbindende bacteriën

Slide 16 - Tekstslide

Plantaardige eiwitten
dierlijke eiwitten
stikstofgas
nitraat
ammonium
ammoniakgas
dode resten dieren
dode resten planten
rottingsbacteriën
stikstofbindende bacteriën

Slide 17 - Sleepvraag

Nu zelfstandig

Slide 18 - Tekstslide

Planten gebruiken stikstof voor het maken van:
A
eiwitten
B
koolhydraten
C
vetten

Slide 19 - Quizvraag

Planten nemen stikstof op uit:
A
Ammoniak
B
Ammonium
C
Lucht
D
Nitraat

Slide 20 - Quizvraag

Reducenten zetten eiwitten van dode dieren om in:
A
Ammoniak
B
Glucose
C
Nitraat
D
Stikstof

Slide 21 - Quizvraag

Mest van koeien bestaat voor een belangrijk deel uit uitwerpselen.
Leg uit dat er door het bemesten van de grond met koemest meer stikstof in de grond komt.

Slide 22 - Open vraag

Waarom wordt op stikstofarme grond klaver en lupine verbouwd?

Slide 23 - Open vraag

Op de bodem van een bos bevindt zich een strooisellaag (een laag van afgevallen takjes en bladeren). Deze werd vroeger in de landbouw gebruikt als natuurlijke mest.


Wat was het gevolg hiervan voor de stikstofkringloop van stoffen in het bos?

Slide 24 - Open vraag

Herhalen leerdoelen deze les.


6.3.2 Je kunt de stikstofkringloop beschrijven.

Slide 25 - Tekstslide

In de afbeelding hiernaast is de stikstofkringloop schematisch weergegeven. Drie vakken en zes pijlen zijn genummerd.

--> Welk vak geeft bacteriën in wortelknolletjes van lupine weer?
A
1
B
2
C
3

Slide 26 - Quizvraag

In de afbeelding hiernaast is de stikstofkringloop schematisch weergegeven. Drie vakken en zes pijlen zijn genummerd.

--> Welk vak geeft reducenten weer?
A
1
B
2
C
3

Slide 27 - Quizvraag

In de afbeelding hiernaast is de stikstofkringloop schematisch weergegeven. Drie vakken en zes pijlen zijn genummerd.

--> Bij pijl 6 worden plantaardige eiwitten omgezet in dierlijke eiwitten.
Welk begrip moet in vak 2 worden geplaatst?

A
consumenten
B
producenten
C
reducenten

Slide 28 - Quizvraag

Hoe vond je deze les?
0 heel slecht - 100 heel goed
0100

Slide 29 - Poll

Hoe goed beheers je het leerdoel denk je nu?
(Je kunt de stikstofkringloop beschrijven).
0100

Slide 30 - Poll