V1B Wonder les 1: fictie en non-fictie, realistisch en niet realistisch




Wonder


fictie en non-fictie


1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les




Wonder


fictie en non-fictie


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van de les...

...weet je wat de leerdoelen zijn voor Wonder
... weet je  wat fictie of non fictie is
...weet je wat realistisch en niet realistisch is

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

leerdoelen Wonder
Toets: week 46 (27-29 nov)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

leerdoelen Wonder

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Totstandkoming boek
Hoe kwam de schrijver van Wonder op het idee?  
Ze ging ooit met haar kinderen naar een ijssalon, waar haar zoontje een meisje met een ernstige gezichtsafwijking opmerkte. De jongen schrok van zijn aanblik en begon van angst te huilen. Palacio liep direct de ijssalon weer uit. Het voorval maakte diepe indruk op haar en zette haar ertoe aan een boek te schrijven. 
(Bron: IMDb)
Courtesy Courtney Vysocky

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Jouw oordeel (tot nu toe)

In de vorige lessen heb je gelezen in Wonder.
Hoe ver ben je ongeveer?

Je hebt vast al wel een mening over het boek (tot nu toe).

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kom erbij!

Met je echte naam


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ben jij het eens of oneens met deze uitspraak over Wonder?
Leg je antwoord uit.

'Pijnlijk en prachtig tegelijk.'

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In tweetallen:
Overleg: eens of oneens met deze uitspraak over Wonder? 

'Pijnlijk en prachtig tegelijk!' De Morgen


Leg je antwoord uit.
timer
2:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Ben jij het eens of oneens met deze uitspraak over het boek? Leg je antwoord uit.

'Dit moet je gelezen hebben.'

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Fictie en non-fictie
Fictie
  • Verzonnen verhalen over gebeurtenissen en mensen. Bedacht zijn door de schrijver (leesboek, stripverhaal, film, gedicht).

Non-fictie
  • Verhalen over de werkelijkheid, met feiten over (echte) mensen en (echte) gebeurtenissen. De schrijver heeft het niet bedacht/verzonnen. Het is echt gebeurd (krantenbericht, journaal) of geeft informatie (schoolboek).

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Realistisch en niet-realistisch
Realistisch
  • Een schrijver verzint mensen en gebeurtenissen die erg lijken op de werkelijkheid, die echt zouden kunnen gebeuren

Niet-realistisch
  • Een schrijver verzint een verhaal met mensen en gebeurtenissen, die in werkelijkheid niet kunnen gebeuren. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 14 - Video

Fictie:
geschreven uit de fantasie van de schrijver.
- realistische
- niet realistisch

Non fictie:
Feiten. Niet verzonnen. Waarheid (uitgangspunt). Niet als amusement bedoeld
-informatieve boeken, agenda's, biografieën, studieboeken
Aan de slag!
Log in bij LessonUp.

Ga naar: Wonder les 1

Maak de opdrachten op de volgende slides.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
fictie
B
non-fictie

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



Is dit boek fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
fictie
B
non-fictie

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
fictie
B
non-fictie

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
fictie
B
non-fictie

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
fictie
B
non-fictie

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
fictie
B
non fictie

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
fictie
B
non-fictie

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een stripboek over Donald Duck
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Is dit fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Lesboek van Nederlands
A
fictie
B
non-fictie

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies




Wonder


fictie en non-fictie
-vervolg-


Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fictie   || Non fictie
Wat weet je nog?
  • 🧬 biologieboek 🧫
  • 🌪️ weerbericht ⛈️
  • 👽 science fiction 🤖
  • 🥘 kookboek 🎂
  • 🦄 sprookje 🧚‍♂️

llustratie van John Tenniel uit Lewis Carrolls Alice's Adventures in Wonderland.
Dick Swaab – Wij zijn ons brein (bookfaced by Erik, 1ste Chr. Lyceum Haarlem, 2015)

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fictie en non-fictie
Fictie
  • Verzonnen verhalen over gebeurtenissen en mensen. Bedacht zijn door de schrijver (leesboek, stripverhaal, film, gedicht).

Non-fictie
  • Verhalen over de werkelijkheid, met feiten over (echte) mensen en (echte) gebeurtenissen. De schrijver heeft het niet bedacht/verzonnen. Het is echt gebeurd (krantenbericht, journaal) of geeft informatie (schoolboek).

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Realistisch en niet-realistisch
Realistisch
  • Een schrijver verzint mensen en gebeurtenissen die erg lijken op de werkelijkheid, die echt zouden kunnen gebeuren
Niet-realistisch
  • Een schrijver verzint een verhaal met mensen en gebeurtenissen, die in werkelijkheid niet kunnen gebeuren. 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef aan of het fictie of non-fictie is.

Het weerbericht voor het komende weekend.
A
Fictie
B
Non- Fictie

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef aan of het fictie of non-fictie is.


Een aflevering van SpangaS.
A
Fictie
B
Non- Fictie

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef aan of het fictie of non-fictie is.

De gebruiksaanwijzing voor een spelcomputer.
A
Fictie
B
Non- Fictie

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef aan of het fictie of non-fictie is.

Een lijst met uitstapjes voor in de herfstvakantie in het blad Zo zit dat.
A
Fictie
B
Non- Fictie

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef aan of het fictie of non-fictie is.

Een gedicht op de website Poëziepaleis.nl.
A
Fictie
B
Non- Fictie

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef aan of het fictie of non-fictie is.

Een tekst over de Franse Revolutie in een geschiedenisboek.
A
Fictie
B
Non- Fictie

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lees tekst 1 op slide 36.
Verander de tekst zo, dat het fictie wordt.
(Je mag de tekst kopiëren en plakken in het antwoord)

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

                                                            Tekst 1
Bijzonder aanzoek
25 augustus- Op het Avontura College wilde een docent Nederlands zijn vriendin, collega-docent wiskunde op dezelfde school, op een originele manier ten huwelijk vragen. Hij huurde een grote kraan en liet zich in het bakje omhoog takelen tot voor het raam van het lokaal waar zijn vriendin op dat moment lesgaf aan een brugklas. Helaas pakte het anders uit. De kraan bleek niet goed te zijn vastgezet en viel om, boven op de school. Twee lokalen raakten ernstig beschadigd. Gelukkig vielen er geen gewonden en kon de docent ongedeerd uit het bakje klauteren. De wiskundedocente heeft 'ja' gezegd op het aanzoek.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op tv worden ook programma's uitgezonden die niet duidelijk bij fictie of non-fictie horen, maar waarin deze twee vormen gemengd zijn.
1 Zoek op wat bedoeld wordt met een 'docusoap' en met'scripted reality'.
2 Zoek van beide soorten programma's een voorbeeld.
3 Leg in ongeveer honderd woorden het verschil uit tussen een docusoap en scripted
reality. Verwerk in j e uitleg de begrippen fictie en non-fictie.

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

afrondingsvraag

Kun je niet-realistische non-fictie hebben ?
timer
0:30

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies