2.1 Amazone deel 2

2.1 Amazone deel 2
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

2.1 Amazone deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Tussen welke breedtes zijn de tropen te vinden?
A
23.5 N.B tot 23.5 Z.B
B
24.5 N.B tot 24 Z.B
C
22.5 N.B tot 22.5 Z.B
D
25.5 N.B tot 25.5 Z.B

Slide 2 - Quizvraag

Hoeveel neerslag valt er minimaal in de tropen?
A
500 mm per jaar
B
1000 mm per jaar
C
20000 mm per jaar
D
30000 mm per jaar

Slide 3 - Quizvraag

Amazone

Slide 4 - Woordweb

Breedtegraden

Slide 5 - Tekstslide

Breedteligging en temperatuur
De breedteligging van een plaats is van grote invloed op de temperatuur. Op hoge breedte (op de polen), is het koud. Op de lage breedtes rondom de evenaar is het warm. 

Slide 6 - Tekstslide

Breedteligging en temperatuur
De breedtegraad heeft grote invloed op de temperatuur. 
  • Hoge breedtegraden (in de poolstreken) is het kouder. 
  • Lage breedtegraden rondom de evenaar is het warmer. 
Dit komt door: 
  1. Doordat de aarde rond is en staat schuin, hierdoor vallen de zonnestralen in de poolstreken schuin op het oppervlakte. Op de evenaar vallen de zonnestralen loodrecht op het aardoppervlakte. Doordat de schuine zonnestralen in de poolstreken een groter oppervlakte moeten verwamen is het hier kouder dan rondom de tropen. 
  2. Schuin invallende zonnestralen moeten een langere weg afleggen door onze dampkring dan recht invallende stralen. Ze komen meer stofdeeltjes  en wolken tegen waardoor ze meer kracht verliezen. 

Slide 7 - Tekstslide

Neerslag
  • Lucht die opstijgt, koelt af. 
  • Koudere lucht kan minder vocht bevatten dan warme lucht.
--> Het teveel aan waterdamp veranderd in waterdruppels of sneeuwvlokken. Komen hier genoeg van bij elkaar, dan vallen de druppels of ijsdeeltjes naar beneden als neerslag
Neerslag

Slide 8 - Tekstslide

Stijgingsregen

Slide 9 - Tekstslide

Klimaatdiagram
De rode lijm symboliseert de temperatuur. De blauwe stafen geeft de neerslag neer. 

Slide 10 - Tekstslide

Cultuurlandschap
Natuurlandschap
Wanneer een landschap is aangetast door menselijk handelen noemen we dit cultuurlandschap.  Wanneer landschap nog onaangetast bestaat noemen we dit natuurlandschap

Slide 11 - Tekstslide

Landschap
Veel landschappen door mensen ingericht of aangetast. Er is meestal weinig over van de oorsprongelijke plantengroei (natuurlijke plantengroei) Dit zijn de planten die ergens groeien zonder het ingrijpen van mensen. Een ander woord voor plantengroei is vegetatie. 
  • Wanneer een landschap is ingericht noemen we dit cultuurlandschap. 
  • Wanneer het landschap nog ongerept is spreken we van natuurlandschap
Het amazone gebied is een voorbeeld van een natuurlandschap

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
Maken opdrachten H2.1 
Klaar? Daltontaak voor aardrijkskunde 

Slide 13 - Tekstslide

Maak de volgende vraag aan het einde van de les wanneer je klaar bent. 

Slide 14 - Tekstslide

Leg in je eigen woorden uit hoe de tropen ontstaan. Gebruik de volgende begrippen: breedtegraad, zonnestraal, stijgingsregen.

Slide 15 - Open vraag