Kenmerken instructie

Inloggen maar!
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Inloggen maar!

Slide 1 - Tekstslide

Doel
- (terugblik) Je spelt de persoonsvorm in de tegenwoordige en verleden tijd correct. 
- Je weet wat het doel van een instructieve tekst is.
- Je kan minimaal twee kenmerken en voorbeelden van een instructieve tekst benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Inhoud
- Terugblik d.m.v. quiz
- Leg de instructie op de juiste volgorde
- NU Nederlands (Lezen, luisteren, kijken P2.2)

Slide 3 - Tekstslide

Quiz

Slide 4 - Tekstslide

Hoe spel je de persoonsvorm verleden tijd?
A
met 't sexy fokschaap (of met 't kofschip )
B
op gevoel
C
ik-vorm of ik-vorm + t
D
stam + d

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de juiste persoonsvorm verleden tijd?
Zij ______________ (rusten)
A
ruste
B
rustte

Slide 6 - Quizvraag

De persoonsvorm verleden tijd (meervoud) van antwoorden is:

A
antwoorde
B
antwoordde
C
antwoorden
D
antwoordden

Slide 7 - Quizvraag

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
A
hij vindt
B
hij vind

Slide 8 - Quizvraag

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
A
hij onthoud
B
hij onthoudt

Slide 9 - Quizvraag

Ik begrijp de persoonsvorm tegenwoordige tijd en verleden tijd nu.
A
Ja, heel goed
B
Ja, meestal wel
C
Mwah
D
Nee, helemaal niet

Slide 10 - Quizvraag

Leg op de juiste volgorde
Wat moet je doen?
- Jullie gaan straks een instructiesoort op de juiste volgorde zetten. Ik maak de tweetallen.
Hoe moet je dit aanpakken?
- Je krijgt straks zeven stukjes van een instructie. Leg deze op de juiste volgorde. Wissel de uitkomst daarna uit met een ander groepje, en vul het vragenformulier in. Welke verschillen/overeenkomsten zijn er? Heb je daarna de volgorde aangepast? Zo ja, waarom?




Slide 11 - Tekstslide

Leg op de juiste volgorde
Hulp: Docent
Tijd: Jullie krijgen hier 10 minuten de tijd voor
Uitkomst: Een volledige instructie/volledig recept
Klaar? Als je klaar bent, ga je rustig aan je tafel zitten, en begin je met het maken van je opdrachten volgens planning.




Slide 12 - Tekstslide

Instructie
Wat is het doel van een instructieve tekst?

Slide 13 - Tekstslide

Noem twee kenmerken én voorbeelden van een instructie

Slide 14 - Open vraag

Afsluiting

Slide 15 - Tekstslide

Doel
- (terugblik) Je spelt de persoonsvorm in de tegenwoordige en verleden tijd correct. 
- Je weet wat het doel van een instructieve tekst is.
- Je kan minimaal twee kenmerken en voorbeelden van een instructieve tekst benoemen.

Slide 16 - Tekstslide

Vooruitblik
Voltooid en tegenwoordig deelwoord

Slide 17 - Tekstslide

Hoe vond je deze les?
A
LEUK! Dit wil ik vaker zo!
B
Was oké
C
Mwah....
D
Ik vond het echt niet leuk!

Slide 18 - Quizvraag