Voorzetsels: nach, zu, in, vor, für, ....

Werdet ihr [...] Disko oder [...] Konzert gehen?
A
nach der- ins (in das)
B
in die - ins (in das)
C
zur (zu der) - zum (zu dem)
1 / 19
volgende
Slide 1: Quizvraag
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Werdet ihr [...] Disko oder [...] Konzert gehen?
A
nach der- ins (in das)
B
in die - ins (in das)
C
zur (zu der) - zum (zu dem)

Slide 1 - Quizvraag

Fahren Sie hier [...] links und dann [...] rechts!
A
nach - nach
B
in - nach
C
zu - zu
D
nach - in

Slide 2 - Quizvraag

Mein Bruder muss [...] Arzt.
A
nach dem
B
zum (zu dem)
C
in den
D
zur (zu der)

Slide 3 - Quizvraag

Ich fahre morgen [...] Schweiz.
A
nach der
B
zu der
C
in der
D
in die

Slide 4 - Quizvraag

Wann fliegen Sie [...] Vereinigten Staaten?
A
in die
B
nach den
C
zu den
D
in den

Slide 5 - Quizvraag

Du fährst [...] die Berge.

Slide 6 - Open vraag

Gehst du um elf Uhr [...] deiner Tante?

Slide 7 - Open vraag

Meine Eltern fliegen [...] Spanien.

Slide 8 - Open vraag

Ich fühle mich nicht wohl! Ich gehe [...] Hause!

Slide 9 - Open vraag

Wie spät ist es? Es ist fünf [...] halb drei.
vor
für

Slide 10 - Poll

Meine Mutter hat [...] mich eine Torte gebacken.
für
vor

Slide 11 - Poll

[...] dem Schlafengehen muss ich immer meine Zähne putzen.
für
vor

Slide 12 - Poll

stap voor stap = Schritt [...] Schritt

Slide 13 - Open vraag

voor mijn verjaardag = [...] meinem Geburtstag

Slide 14 - Open vraag

naar: Kommst du heute Abend noch mit [...] das Kino?

Slide 15 - Open vraag

Leider zählen (tot zijn) [.....] Freunden auch Menschen, die wir nicht mögen.

Slide 16 - Open vraag

Was gibt es bei euch (bij het) [.....] Mittagessen?

Slide 17 - Open vraag

Allerdings muss ich (tot mijn) [.....] Verteidigung sagen, dass es
schon spät war.

Slide 18 - Open vraag

door: Wir wandern gern [...] den Wald.

Slide 19 - Open vraag