Scholing voedingsassistenten 2023

Scholing slikken en slikproblemen

Kennisquiz

Afdeling Logopedie 
Catharina Ziekenhuis Eindhoven
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnBeroepsopleiding

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Scholing slikken en slikproblemen

Kennisquiz

Afdeling Logopedie 
Catharina Ziekenhuis Eindhoven

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de medische term voor problemen met slikken?
A
Aspiratie
B
Dysfagie
C
Speekselvloed
D
Afasie

Slide 2 - Quizvraag

Op welke fase van het slikken kun je invloed uitoefenen?
A
Orale fase
B
Pharyngeale fase
C
Oesophageale fase
D
Alle drie de antwoorden zijn juist

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de route die het drinken normaal gesproken aflegt?
A
Mond - neus - keel - luchtpijp
B
Mond - neus - keel - slokdarm
C
Mond - keel - luchtpijp - maag
D
Mond - keel - slokdarm - maag

Slide 4 - Quizvraag


Waarom komt voedsel normaal gesproken niet in de neus?
A
Omdat de huig (eind van zachte gehemelte) op tijd omhoog komt
B
Omdat het strottenklepje omlaag kantelt
C
Omdat je gaat hoesten
D
Omdat je geen adem haalt tijdens het slikken

Slide 5 - Quizvraag

Het strottenklepje tijdens het slikken....
A
...staat open
B
...sluit de slokdarm af
C
...sluit de neusholte af
D
...sluit de luchtpijp af

Slide 6 - Quizvraag


Waarom moet een patiënt een goed passend gebit hebben?
A
Dan ziet hij er beter uit
B
Dan kan hij beter praten
C
Dan kan hij beter kauwen
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 7 - Quizvraag

Sleep de woorden naar het juiste plaatje
Ademen
Slikken
Verslikken

Slide 8 - Sleepvraag

Slikken gaat niet altijd goed.
Welke termen kunnen wijzen op slikproblemen?
A
Dysfagie, speekselverlies, reflux , aspiratie en kuchen
B
Dysfagie, nasaliteit, reflux , aspiratie en kuchen
C
Dysfagie, speekselverlies, reflux , obstipatie en kuchen
D
Afasie, speekselverlies, reflux , aspiratie en kuchen

Slide 9 - Quizvraag

Soms komt voedsel in de luchtpijp terecht.
Meestal komt dat terug in de mond door stevig te hoesten.

Hoe heet het als bij verslikken deze hoestreflex NIET optreedt?
A
Longontsteking
B
Reflux
C
Stille aspiratie
D
Aspiratie

Slide 10 - Quizvraag

Je gaat iemand helpen met de maaltijd.

Waar moet je aan denken?
A
De maaltijd heeft de juiste consistentie en de patiënt zit goed rechtop
B
De patiënt heeft zijn / haar bril op en hoorapparaat in en de televisie staat uit
C
Antwoord A, B en D zijn juist
D
Vertel de patiënt wat hij / zij te eten krijgt

Slide 11 - Quizvraag

Wat zijn signalen van eventuele slikproblemen?


A
Kuchen of keelschrapen na eten of drinken
B
Hoestbuien na eten of drinken
C
Speekselverlies en gewichtsverlies
D
A, B en C zijn juist

Slide 12 - Quizvraag

Je hoort dat de stem van een patiënt "borrelig" of "nat" klinkt.

Dit kan betekenen dat er sprake is van een slikprobleem.

Wat is er dan aan de hand?
A
Er zit voedsel of drank in de longen
B
Eten of drinken is op de stembanden terecht gekomen
C
Het voedsel blijft in de slokdarm hangen
D
Hij heeft te veel bier gedronken

Slide 13 - Quizvraag

Een patiënt wil koffie drinken.

Hij heeft een dieet: yoghurtdikte.

Hoeveel ThickenUP moet je toevoegen?
A
1 pompje per 150 ml
B
2 pompjes per 150 ml
C
3 pompjes per 150 ml
D
4 pompjes per 150 ml

Slide 14 - Quizvraag

Een patiënt wil appelsap drinken.

Hij heeft een dieet: kwarkdikte.

Hoeveel ThickenUP moet je toevoegen?
A
1 pompje per 150 ml
B
4 pompjes per 150 ml
C
6 pompjes per 150 ml
D
Geen van bovenstaande antwoorden is goed

Slide 15 - Quizvraag

Een patiënt wil thee drinken.

Hij heeft een dieet: siroopdikte.

Hoeveel ThickenUP moet je gebruiken?
A
1 pompje op 1 volle koffiemok
B
2 pompjes op 1 volle koffiemok
C
4 pompjes op 1 volle koffiemok
D
Geen van bovenstaande antwoorden is juist

Slide 16 - Quizvraag