Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Unit 3 grammar 2
Unit 3 grammar 2
1 / 27
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4
In deze les zitten
27 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Unit 3 grammar 2
Slide 1 - Tekstslide
Deze week:
Les 1: Grammar 1 & nakijken opdrachten vorige week
Les 2: Grammar 2: Comparisons, can/could
Les 3: adverbs (KT), must/mustn't (BL)
Slide 2 - Tekstslide
Planning
Uitleg & opdrachten
comparisons
Uitleg en opdrachten
can/could
Afronden
Feedback les
Slide 3 - Tekstslide
Comparisons
BL: Blz. 98 | KT: Blz. 97
Aan het einde van deze opdracht kun je een zin maken met woorden in de vergrotende & overtreffende trap.
Aan het einde van deze opdracht kun je een vergelijkende zin maken.
Slide 4 - Tekstslide
In het kort:
Bijvoeglijk naamwoord:
slow
Vergrotende trap = bijv. nw + er erachter:
slower (than)
Overtreffende trap = bijv. nw + est erachter:
(the) slowest
Slide 5 - Tekstslide
Klopt deze vergelijking?:
Big - bigger (than) - (the) biggest
Denk aan spelling en betekenis van de woorden!
A
Ja
B
Nee
Slide 6 - Quizvraag
Hij klopt, want:
Korte woorden: + medeklinker
big - bigger - biggest
sad - sadder
Slide 7 - Tekstslide
Klopt deze vergelijking?:
funny - funnyer (than) - (the) funnyest
A
Ja
B
Nee
Slide 8 - Quizvraag
Dus dan zo?:
funny - funnier (than) - (the) funniest
A
Ja
B
Nee
Slide 9 - Quizvraag
Klopt deze vergelijking?:
Cute - (the) cutest - cuter (than)
A
Ja
B
Nee
Slide 10 - Quizvraag
Uitzonderingen
woorden op -y:
Woorden op -e
Korte woorden
y wordt -i in vergelijkingen
pretty
prettier (than)
(the) prettiest
geen extra e erachter
late
later (than)
(the) latest
Dubbele medeklinker
sad
sadder (than)
(the) saddest
Slide 11 - Tekstslide
Wat is de vergrotende en overtreffende trap van 'good'?
A
good - gooder - goodest
B
good - better - best
C
good - best - better
D
good - goodest - gooder
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de vergrotende en overtreffende trap van 'bad'?
A
bad - worse - worst
B
bad - badder - baddest
C
bad - baddie - baddies
D
bad - worser - worst
Slide 13 - Quizvraag
Good/bad
Twee uitzonderingen
Zit
altijd
in je toets!
Slide 14 - Tekstslide
Lange woorden
Woorden van twee of meer lettergrepen krijgen
geen
+er of +est in de vergrote of overtreffende trap:
Vergrotende trap:
More + bijv nw
: More beautiful
Overtreffende trap:
Most + bijv. nw
: Most beautiful
Slide 15 - Tekstslide
Vul in:
She is (de mooiste) girl in town.
A
more beautiful
B
beautiful
C
most beautiful
D
beautifulest
Slide 16 - Quizvraag
English is (interessanter dan) Dutch.
A
more interesting
B
interesting
C
most interesting
D
interestinger
Slide 17 - Quizvraag
(niet) hetzelfde:
Soms verander je niks aan het woord omdat het in de vergelijking hetzelfde blijft:
She is as
nice
as her mother.
Soms verander je niks aan het woord omdat het in de vergelijking juist niet hetzelfde blijft:
She is not as
friendly
as I am.
Slide 18 - Tekstslide
Vertaal deze zin:
Jullie zijn niet zo oud als ik.
A
You are as old as I am.
B
You are older than I am.
C
You are the oldest.
D
You are not as old as I am.
Slide 19 - Quizvraag
Vertaal deze in:
Zij zijn net zo slim als wij.
A
They are as smart as we are.
B
They are smarter than we are.
C
They are not as smart as we are.
D
They are the smartest.
Slide 20 - Quizvraag
Samengevat
Vergrotende trap:
Overtreffende trap:
+ er achter het woord:
bigger than
funnier than
cuter than
Bij lange woorden:
more boring
more gorgeous
+est achter het woord:
the biggest
the funniest
the cutest
Bij lange woorden:
most boring
most gorgeous
Twee woorden vergelijken: (not) as ... as: het bijv. nw blijft hetzelfde
good - better - best & bad - worse - worst
Slide 21 - Tekstslide
BL: Maak 21 | KT: Maak 19
Vergrotende trap:
Overtreffende trap:
+ er achter het woord:
bigger than
funnier than
cuter than
Bij lange woorden:
more boring
more gorgeous
+est achter het woord:
the biggest
the funniest
the cutest
Bij lange woorden:
most boring
most gorgeous
Twee woorden vergelijken: (not) as ... as: het bijv. nw blijft hetzelfde
good - better - best & bad - worse - worst
Slide 22 - Tekstslide
Goal check:
Aan het einde van deze opdracht kun je een zin maken met woorden in de vergrotende & overtreffende trap.
Aan het einde van deze opdracht kun je een vergelijkende zin maken.
Slide 23 - Tekstslide
Can/could
BL: blz. 100 | KT: Blz. 96
Aan het einde van deze opdracht kan ik het verschil tussen can/cant en could/couldn't uitleggen.
Slide 24 - Tekstslide
BL: Maak 23 | KT: Maak 18
can
kan/mag/verzoek
can't
kan niet/mag niet
could
kon/zou kunnen
couldn't
kon niet/zou niet kunnen
(KT) should
(zou) eigenlijk moeten
(KT) shouldn't
(zou eigenlijk niet moeten
Slide 25 - Tekstslide
Goal check
Aan het einde van deze opdracht kan ik het verschil tussen can/cant en could/couldn't uitleggen.
Slide 26 - Tekstslide
Afronding les
- Terugblik
- Volgende les
- Feedback
- Opruimen
Slide 27 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Bijzondere trappen van vergelijking
Juni 2020
- Les met
16 slides
door
Numo
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Numo
Trappen van vergelijking, comparisons
September 2024
- Les met
33 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Degrees of Comparison
November 2023
- Les met
36 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
GL ED5 4H CH1 gram C - 1
14 dagen geleden
- Les met
16 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
GL ED5 4H CH1 gram C - 1
8 dagen geleden
- Les met
16 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
4 HAVO - Grammaire C - Les comparaisons
23 dagen geleden
- Les met
16 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
4 HAVO - Grammaire C - Les comparaisons
23 dagen geleden
- Les met
16 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
4 HAVO - Grammaire C - Les comparaisons
23 dagen geleden
- Les met
16 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4