H3 FUTUR 2/12

cours de 15/11
-Futur simple/futur proche/conditionnel

- futur onregelmatige werkwoorden

- trainen futur onregelmatige werkwoorden in VERBUGA
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

cours de 15/11
-Futur simple/futur proche/conditionnel

- futur onregelmatige werkwoorden

- trainen futur onregelmatige werkwoorden in VERBUGA

Slide 1 - Tekstslide

récapitulons : herhaling: 
Le futur simple - stappenplan
regelmatige ww er, ir, re
       1 - bepaal wat het hele werkwoord is
       2 - eindigt deze op een 'e' haal deze er dan af
       3 - plak de juiste uitgang van de futur er achter
     

Slide 2 - Tekstslide

Le futur simple - de uitgangen
Werkwoorden op ir        - op er                   -op re
Je               choisirai          mangerai             prendrai
Tu               choisiras         mangeras            prendras
Il/elle/on  choisira           mangera              prendra
Nous         choisirons      mangerons         prendrons
Vous          choisirez         mangerez           prendrez
Ils                choisiront      mangeront          prendront

Slide 3 - Tekstslide

Le futur : onregelmatige werkwoorden
aller => stam futur = IR : j'irai
être => stam futur is SER : je serai
avoir => stam futur is AUR :  j'aurai
pouvoir : stam futur is POURR : je pourrai
vouloir : stam futur is VOUDR ;  je voudrai
venir : stam futur is VIENDR:  je viendrai
voir :  stam futur is VERR : je verrai
faire ; stam futur is FER :  je ferai

Slide 4 - Tekstslide

Le futur simple 
Schrijf in je aantekeningenschrift de vertalingen op van b tm f
a) j'aurai - ik zal hebben
b) tu feras - .......................
c) il sera - ........................
d) elle voudra ................
e) nous verrons...................
f) vous viendrez ....................

Slide 5 - Tekstslide

checkcheckcheck
Controleer in je aantekeningenschrift de vertalingen
a) j'aurai - ik zal hebben
b) tu feras - jij zult doen
c) il sera - hij zal zijn
d) elle voudra- zij zal willen
e) nous verrons- wij zullen zien
f) vous viendrez - jullie zullen komen/ u  zult komen

Slide 6 - Tekstslide

Questions
  • wanneer gebruik je de futur simple?
  • wat zijn de uitgangen van de futur simple?
  • vervoegen : welke stappen neem je?
  • welke onregelmatige werkwoorden heb je tot zover gezien?

Slide 7 - Tekstslide

Exercice: in welke tijd staat de zin:
Monique et Christian sont partis à Strasbourg
A
de présent
B
de futur simple
C
de passé composé
D
de futur proche

Slide 8 - Quizvraag

In welke tijd staat de zin:
À Noël nous pourrons partir faire du ski si tu veux
A
de présent
B
de futur simple
C
de passé composé
D
de futur proche

Slide 9 - Quizvraag

In welke tijd staat de zin:
Mais nous avons des invités à Noël!
A
de présent
B
de futur simple
C
de passé composé
D
de futur proche

Slide 10 - Quizvraag

In welke tijd staat de zin:
Salut! Je vais partir maintenant à la maison
A
de présent
B
de futur simple
C
de passé composé
D
de futur proche

Slide 11 - Quizvraag

Verbes en -ir
Welke vormen zijn correct van de futur simple?
A
Je partirai
B
Je partais
C
Nous partiron
D
Nous partirons

Slide 12 - Quizvraag

Verbes en -er
Welke vormen zijn correct van de futur simple?
A
Nous parlerons
B
Il parlait
C
Je chanterais
D
Je chanterai

Slide 13 - Quizvraag

Verbes en -re
Welke vormen zijn correct van de futur simple?
A
Je vendrai
B
Nous vendrons
C
Elle vendrai
D
Ils vendront

Slide 14 - Quizvraag

vertaal - voir ; ik zal zien

Slide 15 - Open vraag

vertaal : voir : wij zullen zien

Slide 16 - Open vraag

vertaal : faire : hij zal maken

Slide 17 - Open vraag

vertaal : faire : wij zullen maken

Slide 18 - Open vraag

vertaal : faire : wij zullen doen

Slide 19 - Open vraag

vertaal : avoir: ik zal hebben

Slide 20 - Open vraag

à vous maintenant : selecteer bij verbuga.eu alleen de FUTUR en kies uit de rij 'verbes irréguliers' telkens 2 werkwoorden uit de lijst van de pages jaunes chapitre 2.
Begin met avoir en être, daarna aller en faire, daarna vouloir en pouvoir etc

Slide 21 - Tekstslide

cette semaine
nous avons fait ; 
- le futur 

Beaucoup de grammaire!!

Check de planner voor huiswerk

Slide 22 - Tekstslide