In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
4.2 Oorzaken van conflicten - les 1
Vorige week:
maandag lesvrij - woensdag lessonup over 4.1
Deze week
maandag SO - woensdag lessonup over 4.2
3 havo
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet je nog van de vorige les: wat betekent separatisme?
A
De wens van het volk om zich van een staat te scheiden
B
De wens van het volk om invloed te hebben in een land
C
De wens van het volk om te bepalen welke religie er is in een land
Slide 2 - Quizvraag
Wat weet je nog van de vorige les: wat is een voorbeeld van een intern conflict?
A
De strijd tussen Pakistan en India
B
De opstanden in Catalonië
C
De strijd tegen ISIS
D
WO II
Slide 3 - Quizvraag
Lesdoelen
Je weet welke oorzaken van conflicten er zijn
Je begrijpt het verband tussen het uitbreken van conflicten, het tot stand brengen van vrede en de rol van de overheid daarin
Je kunt in een conflict de verschillende partijen en hun standpunten onderscheiden en tegen elkaar afwegen
Slide 4 - Tekstslide
Oorzaken van conflicten
In §4.1 heb je geleerd dat een conflict zich kan afspelen binnen een land, maar ook tussen verschillende landen.
Een conflict heeft zelden één oorzaak, vaak is er sprake van meerdere oorzaken.
Slide 5 - Tekstslide
Economische oorzaken
De aanwezigheid van natuurlijke hulpbronnen in een land zorgt voor problemen, maar ook voor inkomsten. Helaas komen de opbrengsten niet altijd ten goede aan de bewoners.
De winning van deze grondstoffen > zorgt voor ecologische problemen. Bijv. vergiftiging van rivieren in Peru door goudwinning. En in Nigeria maken lekkende oliepijpleidingen hele gebieden onbruikbaar voor bewoning.
Door onrechtvaardigheid ontstaan conflicten.
Slide 6 - Tekstslide
Onherbergzame gebieden zijn soms rijk aan grondstoffen. Het probleem is dat mensen die in deze gebieden wonen hier niet van profiteren. De winning van grondstoffen leidt vaak tot grote ecologische problemen. Leg uit waarom in deze gebieden wel of geen grote kans is op conflicten.
Slide 7 - Open vraag
Waar gaat het geld meestal naartoe dat wordt verdiend met delfstoffen (natuurlijke hulpbronnen)?
A
Het gebied waar het wordt gevonden
B
Het bedrijf dat de delfstoffen wint
C
Eerlijk verdeeld tussen beide partijen
Slide 8 - Quizvraag
Demografische oorzaken
'Jeugdbult': een groot aandeel van 15-29 jarige in de bevolking.
Grote werkloosheid zorgt voor extra onrust.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Wat valt je op aan deze kaart?
Tip: In welke gebieden is de situatie alarmerend? In welke gebieden is vrede juist vooral duurzaam/stabiel? Is dat logisch?
Slide 11 - Open vraag
Waar denk je dat eerder een conflict voorkomt?
A
Dictatuur
B
Democratie
C
Gelijk
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Rol van de overheid
In conflictgebieden is vaak dictatuur(= de macht in een land bij een persoon of groep), zoals in Noord-Korea en Iran.
Soms is er ook sprake van een fragile state, een zeer zwakke staat, zoals Centraal-Afrikaanse Republiek. In deze landen heeft de overheid vrijwel geen controle en is er veel corruptie en economische chaos.
Slide 14 - Tekstslide
Paragraaf 4.2
Ik heb extra uitleg nodig over: Economische oorzaken
Ik heb extra uitleg nodig over: Culturele en demografische oorzaken
Ik heb extra uitleg nodig over: De rol van de overheid
Ik heb extra uitleg nodig over de hele paragraaf
Ik denk er even over na en kom er volgende week op terug
Ik begrijp de hele paragraaf
Slide 15 - Poll
Zelfstandig aan de slag
4.1: maak opdracht 1 t/m 5 af
Kijk 4.1 na
Lees paragraaf 4.2
Helft maakwerk 4.2: opdracht 1, 2, 4
Slide 16 - Tekstslide
Zelfstandig aan de slag
Maak de opdrachten van §4.1 af
Gebruik de tekst van 4.2 en maak opdracht
Slide 17 - Tekstslide
4.2 Oorzaken van conflicten - les 2
Kennischeck 4.2
Bespreken Vaardigheden
Kennis toepassen op voorbeeld (met film)
Zelfstandig aan de slag - nakijken - lezen - maken
3 havo
Slide 18 - Tekstslide
Een gewapend conflict is een aanhoudende strijd waarbij jaarlijks
A
15 doden vallen
B
25 doden vallen
C
50 doden vallen
D
100 doden vallen.
Slide 19 - Quizvraag
Welke vier hoofdoorzaken (dimensies) voor conflicten zijn er?
Slide 20 - Open vraag
Elk volk heeft een eigen territorium
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quizvraag
Een 'jeugdbult' in Iran zorgt voor veel werkeloosheid onder jongeren die in opstand komen tegen de regering
A
Culturele oorzaak
B
Economische oorzaak
C
Politieke oorzaak
D
Demografische oorzaak
Slide 22 - Quizvraag
Wat is een fragile state?
Slide 23 - Open vraag
Wie heeft in een zwakke staat vaak de economische en politieke macht?
A
De burgers
B
De elite
Slide 24 - Quizvraag
Rol van de overheid
In conflictgebieden is vaak dictatuur(= de macht in een land bij een persoon of groep), zoals in Noord-Korea en Iran.
Soms is er ook sprake van een fragile state, een zeer zwakke staat, zoals Centraal-Afrikaanse Republiek. In deze landen heeft de overheid vrijwel geen controle en is er veel corruptie en economische chaos.
Slide 25 - Tekstslide
Slecht beleid en een zwakke staat zijn voorbeelden van
A
Interne factoren
B
Externe factoren
Slide 26 - Quizvraag
Pak Vaardigheden er bij
opdrachtenboek of BuiteNLand
-> hoe moet je dit weten / maken?
Kernkennis voor aardrijkskundig denken
Slide 27 - Tekstslide
Kijk de NOS explainer
Noteer: 1. Welke oorzaken zijn er genoemd voor het conflict tussen Iran en Saudi-Arabië?
2. Tot welke van de 4 oorzaken in §4.2 behoren de redenen genoemd bij 1.
3. Op welke schaal speelt het conflict?
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Video
1. Welke oorzaken zijn er genoemd voor het conflict tussen Iran en Saudi-Arabië? 2. Tot welke van de 4 oorzaken in §4.2 behoren de redenen genoemd bij 1.
Slide 30 - Open vraag
Schaal van het conflict
A
Mondiaal
B
Internationaal
C
Nationaal
D
Regionaal
Slide 31 - Quizvraag
Gouden regels voor vrede
Des te minder deze regels van toepassing zijn op een land, des te groter de kans is op een conflict.
(zie bron in boek)
Slide 32 - Tekstslide
Lees het stuk tekst van 'De rol van de overheid'. Welke gouden regels gelden -grotendeels- niet in Peru?
Slide 33 - Open vraag
Zelfstandig aan de slag
Reminder: 4.1: opdracht 1 t/m 5 is af en nagekeken, 4.2 is gelezen en 1, 2, 4 zijn gemaakt