Par. 2.1 Het skelet (2 lessen)

2.1 Les 1
blz. 34 en 35
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

2.1 Les 1
blz. 34 en 35

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 2: bewegen
Het skelet

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je al
van het skelet?

Slide 3 - Woordweb

2.1 deel 1 Doelen van de les
  • Je kunt 4 functies van het skelet opnoemen.
  • Je kunt de botten die horen bij de borstkas, wervelkolom en bekken opnoemen. 
  • Je kunt uitleggen hoe de wervelkolom is opgebouwd. 
  • Je kunt de botten in je handen en voeten benoemen. 

Slide 4 - Tekstslide

Het skelet
4 taken:
  • Stevigheid
  • Vorm
  • Kwetsbare organen beschermen
  • Beweging mogelijk maken



Slide 5 - Tekstslide

Het Skelet
Je hebt 206 botten / beenderen

Je schedel staat op je wervelkolom (dubbele s vorm)

Je armen en benen noem je ledematen



Slide 6 - Tekstslide

Groepen botten
schedel: botten in je hoofd

wervelkolom: wervels in je rug 

borstkas: borstbeen, ribben en bijbehorende wervels

bekken: heupbeenderen

Slide 7 - Tekstslide

Uit welke delen bestaat het skelet?
A
Schedel en ledematen en armen
B
Romp, ledematen en armen en benen
C
Schedel, romp, ledematen
D
Schedel, romp, ledematen en armen en benen

Slide 8 - Quizvraag

Botten in je handen en voeten

Slide 9 - Tekstslide

Wervelkolom
  • 7 Halswervels
  • 12 Borstwervels (hieraan zitten de ribben vast)
  • 5 Lendenwervels
  • Heiligbeen (zit aan de heupbeenderen)
  • Staartbeen

Slide 10 - Tekstslide


Hoe heten de groen gekleurde botten?
A
Halswervels
B
Borstwervels
C
Lendewervels
D
Heiligbeen

Slide 11 - Quizvraag

Zet in de goede volgorgde, van boven naar beneden (1 is boven)
1
2
3
4
borstwervel
heiligbeen
halswervel
lendenwervel

Slide 12 - Sleepvraag

Maken
Eerste 6 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 2.1
Maken: opdracht 1 t/m 6

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf (2.1)

timer
6:00

Slide 13 - Tekstslide

2.1 Les 2
blz. 36 t/m 38

Slide 14 - Tekstslide

Welkom! 
Telefoon in het hotel
Boeken en laptop op tafel
Lessonup.app opzoeken
Beantwoord deze vragen in je hoofd:


Slide 15 - Tekstslide


Hoe noemen we nummers 1 en 2?
1
2
A
1 = schouderblad 2 = ribben
B
1 = sleutelbeen 2 = schouderblad
C
1 = schouderblad 2 = sleutelbeen
D
1 = ribben 2 = sleutelbeen

Slide 16 - Quizvraag

Succes !
opperarmbeen
teenkootje
dijbeen
sleutelbeen
schedel
heupbeen
kuitbeen

Slide 17 - Sleepvraag

Welke functie(s) heeft
het skelet?

Slide 18 - Woordweb

Hoe heten de heupbeenderen bij elkaar?

Slide 19 - Open vraag

Uit welke botten bestaat de borstkas?
A
borstbeen en ribben
B
ribben en wervels
C
borstbeen, ribben en wervels
D
borstbeen en ribben

Slide 20 - Quizvraag

2.1 deel 2 Doelen van de les
  • Je kunt beschrijven waaruit been en kraakbeen bestaat.
  • Je kunt de functie van de dubbele s-vorm uitleggen.
  • Je kunt de bouw van een pijpbeen beschrijven (mergholte, geel en rood beenmerg).

Slide 21 - Tekstslide

Kalk- en lijmstof

Kalkstof: zorgt ervoor dat het bot hard en stevig is

Lijmstof: zorgt ervoor dat het bot ook een beetje buigzaam is

Slide 22 - Tekstslide

Been (bot)
Tussencelstof met veel kalk en weinig lijmstof.

Slide 23 - Tekstslide

Kraakbeen
Tussencelstof met veel lijmstof en weinig kalk.

o.a. in je:
- oren
- tussen ribben en borstbeen
- gewrichten

Slide 24 - Tekstslide

Kraakbeen en been in kinderen

Verbening: kraakbeen in de botten wordt been (bot)

Groeischijven: kraakbeen aan het eind van pijpbeenderen

Slide 25 - Tekstslide

Verhouding tussen kalk- en lijmstof en leeftijd
als je ouder wordt -> meer kalkstof, minder lijmstof -> brossere botten

Slide 26 - Tekstslide

Waardoor breken oudere mensen sneller een bot?

Slide 27 - Open vraag

Bouw van een hard bot
Mergholte in pijpbeenderen

Geel beenmerg in mergholte slaat vet op

Rood beenmerg maakt bloedcellen, in koppen pijpbeenderen en platte beenderen

Slide 28 - Tekstslide

Een doorgesneden bot uit een poot van een koe noem je een mergpijp. Hier kun je soep van trekken. Wordt dat een magere of vette soep? Leg uit.

Slide 29 - Open vraag

0

Slide 30 - Video

Opvangen van schokken

Om de schokken van lopen rennen en springen op te vangen heeft je wervelkolom 2 mechanismen:

1: Dubbele S vorm
2: Tussenwervelschijven van kraakbeen

Slide 31 - Tekstslide

Bouw van de wervelkolom

Elke wervel bestaat uit:
- wervellichaam: geeft stevigheid aan de wervelkolom
- wervelgat: hierin ligt het ruggenmerg 

Slide 32 - Tekstslide

Welke vorm heeft de wervelkolom?
A
S-vorm
B
Dubbele e-vorm
C
Dubbele s-vorm
D
E-vorm

Slide 33 - Quizvraag

Door een bot in zuur te leggen gaat de lijmstof eruit.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quizvraag

Een baby heeft vergeleken met een bejaarde veel botweefsel.
A
Waar
B
Niet waar
C
Beetje waar
D
huh?

Slide 35 - Quizvraag

Welk bot is in het plaatje
te zien?
A
Scheenbeen
B
Schouderblad
C
Schedel
D
Opperarmbeen

Slide 36 - Quizvraag

De botten van kinderen zijn...?
A
Buigzaam
B
Hard

Slide 37 - Quizvraag

Wat zit er tussen de wervels?
A
Kraakbeen
B
Botten
C
Niks

Slide 38 - Quizvraag

Maken
Eerste 6 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 2.1
Maken: 

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf (2.1)

timer
6:00

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video