* Eduhint smart rekenen > zelfstandig werken volgens je advies
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Formules en vuistregels (L&T)
Programma van vandaag:
* formules en vuistregels
* informatie over de toets > week 45
* Eduhint smart rekenen > zelfstandig werken volgens je advies
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel
Aan het einde van de les weet je wat woordformules en vuistregels zijn en kun je deze toepassen op verschillende grootheden en eenheden.
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
wat weet je al over formules en vuistregels?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn formules en vuistregels
Formules: Een formule lijkt op een rekensom en geeft de verhouding tussen verschillende eenheden of grootheden aan.
Bijvoorbeeld: Snelheid = afstand / tijd
Vuistregels: Een eenvoudige, vaak praktische regel om snel een schatting of beslissing te maken.
Een vuistregel kan zijn dat in een magazijn altijd 20% van de ruimte vrijgehouden moet worden voor loop- en beweegruimte.
Slide 4 - Tekstslide
een andere vuistregel is dat Een volledig beladen vrachtwagen verbruikt 20% meer brandstof dan een lege vrachtwagen.
welke vuistregels zijn er in de Logistiek & Transport?
Slide 5 - Woordweb
- Een volledig beladen vrachtwagen verbruikt 20% meer brandstof dan een lege vrachtwagen.
- 80% van de waarde van de voorraad komt vaak van 20% van de artikelen.
- Het duurt gemiddeld 1 tot 2 uur om een vrachtwagen te laden of lossen.
- Een chauffeur kan gemiddeld 500 tot 600 kilometer per dag rijden, afhankelijk van verkeersomstandigheden en rustpauzes.
- Pallets mogen niet hoger dan 1,5 meter gestapeld worden om instabiliteit te voorkomen.
- Een vrachtwagenchauffeur mag volgens de Europese rij- en rusttijdenwet maximaal 4,5 uur aaneengesloten rijden zonder pauze. Na deze rijperiode moet de chauffeur een pauze van minimaal 45 minuten nemen.
Voor het roosteren van ritten: een vrachtwagen moet een afstand van 300 km afleggen en kan gemiddeld 75 km/u rijden. Hoe lang zal de rit duren?
Slide 6 - Open vraag
welke woordformule hoort hier dan bij?
tijd = afstand : snelheid
welke formule hoort bij de vorige vraag?
A
afstand = tijd / snelheid
B
tijd = afstand / snelheid
C
snelheid = afstand x tijd
D
tijd = snelheid x afstand
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een vrachtwagen zonder lading rijdt 8 liter per 100 km. Hoeveel liter zou hij per 100 km verbruiken met een volledige lading? (welke vuistregel hoort hier bij?)
A
6, 2 liter
B
8 liter
C
9,6 liter
D
16 liter
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
info toets
hoofdstuk 1-6 >>>> in de week van 4-8 november
mee: rekenmachine, pen, kladpapier, rekenkaart
vragen komen uit smart rekenen
wie oefent op niveau 3, mag de toets op niveau 3 maken. Laat dit van te voren even weten.
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
en nu???
verder met smart rekenen > volgens je eigen advies
niet vragen: wat moet ik nu doen....???
Pak je advies erbij. Deze heb je op papier en via de mail gekregen.
* Op papier > streep door wat je al gemaakt hebt
* digitaal Excel document, via de mail > sla deze op en streep door wat je al gemaakt hebt