In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
25 minuten werkwoordspelling
Gefixt les 2 en 3
Slide 2 - Tekstslide
Doelen
Ik ken het verschil tussen fictie en non-fictie.
Ik kan informatie uit een film of een verhaal halen.
Ik kan informatie zoeken.
Ik kan hoofd- en bijzaken onderscheiden.
Ik kan een vermissingsbericht schrijven.
Slide 3 - Tekstslide
werkwoordspelling
persoonsvorm
verleden tijd
Slide 4 - Tekstslide
Doelen
Je kent het verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden.
Je kent het begrip verleden tijd en weet hoe je de persoonsvorm in de verleden tijd schrijft.
Je weet hoe je 't ex kofschip gebruikt.
Slide 5 - Tekstslide
persoonsvorm herkennen
1) past zich aan aan het onderwerp
2) verandert mee met de tijd
3) staat vooraan wanneer je er een vraagzin van maakt
Slide 6 - Tekstslide
Hoe vorm je de persoonsvorm in de verleden tijd?
Slide 7 - Tekstslide
sterke werkwoorden
Sterke werkwoorden zijn werkwoorden die in de verleden tijd onregelmatig worden vervoegd. Je krijgt een nieuwe vorm:
bijten - ik beet
kopen - ik kocht
lopen - ik liep
Slide 8 - Tekstslide
sterke werkwoorden
Bij sterke werkwoorden kun je meestal schrijven wat je hoort. Als de vorm op een t-klank eindigt, kijk dan naar het hele werkwoord om te zien of je een t of een d moet schrijven.
lijden - leed
smijten - smeet
rijden - reed
snuiten - snoot
Slide 9 - Tekstslide
zwakke werkwoorden
Zwakke werkwoorden zijn werkwoorden die in de verleden tijd regelmatig worden vervoegd. Je gebruikt dan:
ik-vorm + te(n) : ik maakte, wij lachten
of
ik-vorm + de(n) : jij hoorde, jullie belden
Slide 10 - Tekstslide
't ex kofschip
Om te bepalen of een zwak werkwoord in de verleden tijd met -d of -t geschreven moet worden, kun je gebruik maken van een ezelsbruggetje.
Slide 11 - Tekstslide
't ex kofschip
1) vind de stam van het werkwoord : haal -en van het werkwoord af 2) kijk of de laatste letter van de stam een medeklinker uit 't ex-kofschip is : t, x, k, f, s, ch, p
Let op:Gebruik hiervoor de stam,nietde ik-vorm!
Slide 12 - Tekstslide
't ex kofschip
Is de laatste letter van de stam een medeklinker uit 't ex-kofschip? t, x, k, f, s, ch, p
ja -> schrijf ik-vorm + te(n) : praten -> ik praatte