Deutsch 2Hc les 1 Woche 31

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Deutsch

Programm

Anwesenheit

Lernziel

Prüfung

Lernbox

zu/nach/in

Hausaufgaben

Lernziel kontrollieren

Lernziel

Aan het einde van de les weet je wanneer je nach / zu / in gebruikt

Prüfung

23. Mai

Toets bestaat uit:

-Luisteroefening

-Vertaling van naar en bij (Seite 110)

-Het werkwoord werden (Seite 118)

-Lernbox Lektion 1-2-3 (Seite 149-150)

-Redemittel (Seite 150)

Lernbox

7 Wörter

1. die Sprache

2. sauber

3. entweder-oder

4. gefährlich

5. der See

6. faul

7.das Zelt

Antworten

1. de taal

2.schoon

3. of-of

4.gevaarlijk

5.het meer

6.lui

7.de tent

Nach / zu

Wat betekent dit?

Welke naamval krijgen deze woorden?

Nach/zu/in

... Deutschland

.... Schule (v)

.... Berlin

..... die Niederlanden

.... Oma

.... Park (m)

Bei

Wanneer krijg ik bij?

Hausaufgaben

Maken Aufgabe 6-7-8(Seite 111)

Fertig? Lernen Lernbox 3 (Seite 149-150).

Zeit: 8 Minuten

Alleine

Lernziel kontrollieren

Aan het einde van de les weet je wanneer je nach / zu / in gebruikt