8.3 Je bloed vervoert

H8: Je lichaam werkt
Paragraaf 3: Je bloed vervoert
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H8: Je lichaam werkt
Paragraaf 3: Je bloed vervoert

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
  • Leerdoelen
  • Uitleg 
  • Nabespreken
  • Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je leert hoe je bloed stoffen vervoert.
  • Je leert welke soorten bloedvaten je hebt.
  •  Belangrijke begrippen: Bloedplasma
    , Rode bloedcellen, Bloedvatenstelsel, Slagaders, Aders, Haarvaten, Aorta, Holle ader, hart  

Slide 3 - Tekstslide

Waarvoor moeten de spieren veel bloed krijgen?
A
De spieren hebben glucose en koolstofdioxide uit het bloed nodig.
B
De spieren hebben glucose en zuurstof uit het bloed nodig.
C
De spieren hebben koolstofdioxide en zuurstof uit het bloed nodig.

Slide 4 - Quizvraag

Je bloed stroomt door bloedvaten.
Bekijk de bovenkant van je hand of de onderkant van je arm.
Kun je bloedvaten zien?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Je bloed stroomt door bloedvaten.
Bekijk de bovenkant van je hand of de onderkant van je arm.
Kun je bloedvaten voelen?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Hoe vervoert je bloed stoffen?
  • Je hebt ongeveer 4 tot 5 liter bloed.
  • Bloedplasma is het waterige deel van het bloed. Vervoert voedingsstoffen en koolstofdioxide.
  • Vaste deel van het bloed: rode bloedcellen,                                                       witte bloedcellen en bloedplaatjes. 
  • Rode bloedcellen vervoeren zuurstof.
  • Witte bloedcellen zorgen voor de afweer.
  • Bloedplaatjes voor de bloedstolling

Slide 7 - Tekstslide

Waar bestaat bloed uit?

Slide 8 - Open vraag

Welke omschrijvingen horen bij bloedplasma en welke bij rode bloedcellen?
Bloedplasma
Rode bloedcellen
Kleuren het bloed rood
Vloeibaar
Vervoer van zuurstof
Vervoer van voedingsstoffen
Cellen
Lichtgeel van kleur

Slide 9 - Sleepvraag

Door welke bloedvaten stroomt je bloed?
Je bloedvatenstelsel bestaat uit je hart en bloedvaten.

Slide 10 - Tekstslide

Door welke bloedvaten stroomt je bloed?
  • Slagaders: vervoeren het bloed vanaf je hart naar je organen.
  • Haarvaten: de kleinste en dunste bloedvaatjes, zitten in al je organen.
  • Aders: vervoeren het bloed vanaf de organen weer naar je hart. In de aders zitten kleppen om het bloed de goede kant op te laten stromen.

Slide 11 - Tekstslide

Hoe komen stoffen bij je cellen?
  1. De slagaders voeren het bloed naar de haarvaten van de organen. 
  2. In de haarvaten gaat zuurstof vanuit de rode bloedcellen naar het bloedplasma.
  3. In de dunne wand van haarvaten zitten kleine openingen. Het bloedplasma met daarin glucose en zuurstof lekt door die gaatjes naar buiten. De vloeistof uit de haarvaten komt zo tussen de cellen terecht.
  4. De cellen nemen glucose en zuurstof op.
  5. Bij de verbranding ontstaat koolstofdioxide en water. Deze stoffen gaan vanuit de cellen naar de vloeistof rond de cellen. Die vloeistof stroomt terug naar de haarvaten. 
  6.  Vanuit de haarvaten gaat het bloed met de afvalstoffen naar aders. 
  7.  Vanuit de aders gaat het bloed weer naar het hart.

Slide 12 - Tekstslide

Waar bestaat het bloedvatenstelsel uit?

Slide 13 - Open vraag

Noem de 3 soorten bloedvaten

Slide 14 - Open vraag

Welke twee stoffen gaan van het haarvat naar een orgaan?
A
Glucose en koolstofdioxide
B
Glucose en zuurstof
C
Koolstofdioxide en zuurstof

Slide 15 - Quizvraag

Nabespreken
Heb je alle leerdoelen behaald?

  • Je leert hoe je bloed stoffen vervoert.
  • Je leert welke soorten bloedvaten je hebt.
  •  Belangrijke begrippen: Bloedplasma , Rode bloedcellen, Bloedvatenstelsel, Slagaders, Aders, Haarvaten, Aorta, Holle ader, hart  

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk
Leren en maken: 8.3

Klaar? 
Maak "samenvatten" en "Test Jezelf" van paragraaf 8.3

Slide 17 - Tekstslide