Taal quiz

Wat is een carnivoor?
A
Planteneter
B
Vleeseter
C
Alleseter
D
Eet zijn eigen soort op
1 / 19
volgende
Slide 1: Quizvraag
TaalBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Wat is een carnivoor?
A
Planteneter
B
Vleeseter
C
Alleseter
D
Eet zijn eigen soort op

Slide 1 - Quizvraag

Waar staat de afkorting N.a.v. voor?

Slide 2 - Open vraag

Wat is een wervelkolom

Slide 3 - Open vraag

Welk woord past het best bij camouflage?
A
Aanpassen
B
Verbergen
C
Niet opvallen
D
Pantser

Slide 4 - Quizvraag

Welk dier heeft tentakels?

Slide 5 - Open vraag

Omschrijf het begrip koudbloedig

Slide 6 - Open vraag

Wat is buitenissig?
A
Een nog onbekend dier
B
Onopvallend
C
Afwijkend
D
Bijzonder

Slide 7 - Quizvraag

Wat is venijnig?

Slide 8 - Open vraag

Geef jullie eigen omschrijving aan het woord excentriek

Slide 9 - Open vraag

Wat is ongewerveld?
A
Zonder botten
B
Deze dieren hebben geen staart
C
Ribbenkast
D
Ze zijn eenzaam

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een zwerm?

Slide 11 - Open vraag

Waar staat de afkorting alg. voor?

Slide 12 - Open vraag

Wat is een pantser?
A
Een harde huidlaag
B
Een patroon op hun staart
C
Een gewerveld dier
D
Een soort tank

Slide 13 - Quizvraag

Waar staat de afkorting d.m.v. voor?

Slide 14 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een parasiet

Slide 15 - Open vraag

Waar staat het begrip transparant voor?
A
Weerkaatsen
B
Terugkaatsend
C
Doorschijnend
D
Ondoorzichtig

Slide 16 - Quizvraag

Waar bedoelen ze met naïef?

Slide 17 - Open vraag

Blz 114. Maak het schema af.
Vul alles in hetzelfde vakje in.

Slide 18 - Open vraag

Maak hier een
verhaaltje van

Slide 19 - Open vraag