2hv - voorbereiding toets chapitre 2

Préparation PW 2
  • Ik ken voca + zinnen van bron ABEF
  • Ik kan het bijvoeglijk naamwoord gebruiken
  • Ik kan de werkwoorden op -er gebruiken in de tegenwoordige tijd (présent)
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Préparation PW 2
  • Ik ken voca + zinnen van bron ABEF
  • Ik kan het bijvoeglijk naamwoord gebruiken
  • Ik kan de werkwoorden op -er gebruiken in de tegenwoordige tijd (présent)

Slide 1 - Tekstslide

VOCA ABEF
Pak je woordenlijst voor je (p. 88-89) !

Slide 2 - Tekstslide

Bijvoeglijke naamwoorden

Slide 3 - Woordweb

dieren

Slide 4 - Woordweb

in je huis

Slide 5 - Woordweb

werkwoorden

Slide 6 - Woordweb

Bijvoeglijk naamwoord
Hoe moet het ook alweer?

Slide 7 - Tekstslide

mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
meervoud
Welke letters komen achter het bijvoeglijk naamwoord?
-e
-es
-s
- (geen letters)

Slide 8 - Sleepvraag

oefenen
Het bijvoeglijk naamwoord kan 4 vormen hebben.
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkelvoud
Meervoud
grande
grandes
grand
grands

Slide 9 - Sleepvraag

Bijv nw die VOOR het zelfst nw komen

Slide 10 - Woordweb

Vul de juiste vorm van het woord in:
La ...... (bon) glace.

Slide 11 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het woord in:
Les filles ..... (malade).

Slide 12 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het woord in:
Le garçon ..... (célèbre).

Slide 13 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het woord op de juiste plek in. Schrijf alle woorden op.
Les ...... lapins ..... (grand)

Slide 14 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het woord op de juiste plek in. Schrijf alle woorden op.
La ...... femme ..... (actif)

Slide 15 - Open vraag

Schrijf een kort bericht in het Frans, waarin:
- Je vraagt of de ander broers of zussen heeft en of deze huisdieren heeft.
- Je vertelt dat je een hamster en twee kleine zussen hebt.
- Je vertelt dat je in een huis woont.
- Je vertelt dat je jouw slaapkamer leuk vindt en dat deze klein is.

Slide 16 - Open vraag

Regelmatige ww. op -er
Stap 1: haal -er van het werkwoord (stam)
Stap 2: voeg de goede uitgang toe: je = e
                                                                          tu = es
                                                            il, elle, on = e
                                                                     nous = ons
                                                                     vous = ez
                                                              ils, elles = ent

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Aimer
Houden van
Je / J'
Tu
Il/elle/on
Nous
Vous
Ils/elles
Regelmatige werkwoorden op -er
aime
aiment
aimons
aime
aimes
aimez

Slide 19 - Sleepvraag

Vul de juiste vorm van het gevraagde werkwoord in:
Vous ....... (trouver)

Slide 20 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het gevraagde werkwoord in:
Les profs ....... (adorer)

Slide 21 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het gevraagde werkwoord in:
Je ....... (manger)

Slide 22 - Open vraag

Vul de juiste vorm van het gevraagde werkwoord in:
La fille ....... (aimer)

Slide 23 - Open vraag

Franse nationale
symbolen

Slide 24 - Woordweb

Franse gerechten/etenswaren

Slide 25 - Woordweb

Wat is 'le gouter'?

Slide 26 - Open vraag

Hoe laat eten Fransen 's avonds?

Slide 27 - Open vraag

Wat is er bijzonder aan de Franse lunch als je het vergelijkt met Nederland?

Slide 28 - Open vraag

Ben je op deze punten verder?
  • Ik ken voca + zinnen van bron ABEF
  • Ik kan het bijvoeglijk naamwoord gebruiken
  • Ik kan de werkwoorden op -er gebruiken

Slide 29 - Tekstslide

Was dit een goede voorbereiding op het proefwerk?
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quizvraag

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 31 - Open vraag

Hoe vond je deze les?

Slide 32 - Open vraag

Bonne chance met leren !

Slide 33 - Tekstslide