Les 1_ H.2 Gramm.zinsdelen_3vwo

Een les Nederlands
in de morgen,
is een dag
zonder zorgen!
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Een les Nederlands
in de morgen,
is een dag
zonder zorgen!

Slide 1 - Tekstslide

Les 1. H.2 Grammatica zinsdelen
  
Vandaag:
  • Huiswerk bespreken, opdracht 1, blz. 73
  • Aan de slag met bedrijvende en lijdende vorm

Slide 2 - Tekstslide

Les 1. H.2 Grammatica zinsdelen
Leerdoelen                         Na de lessen van deze week kan je:
  1. onderscheid maken
    tussen de lijdende
    en bedrijvende vorm
     
  2. zinnen herschrijven van de 
    ene naar de andere vorm

Slide 3 - Tekstslide

Lezen
boek 2
Niet vergeten!

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdstuk 2 Grammatica zinsdelen
Opdracht 1 (blz. 73)
Zin 1 en 3

Slide 5 - Tekstslide

Hoofdstuk 2 Grammatica zinsdelen
Zinnen kunnen in de bedrijvende (actief) of in de lijdende (passief) vorm staan.




Slide 6 - Tekstslide

Hoofdstuk 2 Grammatica zinsdelen
In de lijdende vorm staat niet degene die het doet centraal, maar wat gedaan wordt

Neem bijvoorbeeld de volgende zin: De vuilnis wordt iedere dinsdag voor 12.00 uur opgehaald.
Wie de vuilnis ophaalt, doet er voor mij niet toe. Wel dat het wordt gedaan.

Slide 7 - Tekstslide

Hoofdstuk 2 Grammatica zinsdelen
Waarom moet je het verschil kennen?

Als je een tekst voor een groot gedeelte in de lijdende vorm schrijft, dan komt de tekst onpersoonlijk over. 

Degene die iets doet, ontbreekt namelijk.

Slide 8 - Tekstslide

Hoofdstuk 2 Grammatica zinsdelen
Van een zin in de bedrijvende vorm kun je een zin in de lijdende vorm maken.

Dan veranderen er drie dingen:
1. het lijdend voorwerp wordt het onderwerp 
2. het onderwerp wordt een bijwoordelijke bepaling die met door begint, een door-bepaling 
3. bij het werkwoordelijk gezegde wordt het hulpwerkwoord worden of zijn toegevoegd.



Slide 9 - Tekstslide

Hoofdstuk 2 Grammatica zinsdelen
Bedrijvend: onderwerp doet iets.

Lijdend: onderwerp wordt door iemand gedaan.

Slide 10 - Tekstslide

Hoofdstuk 2 Grammatica zinsdelen
Bedrijvend: onderwerp doet iets.
Mijn opa vond een originele Mondriaan op de zolder.

Lijdend: onderwerp wordt door iemand gedaan.
Een originele Mondriaan werd door mijn opa op de zolder gevonden.

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak de oefeningen bedrijvende en lijdende vorm
via opdracht in Google classroom.

Vandaag in de les afmaken, succes!

Slide 12 - Tekstslide

Ik kan onderscheid maken tussen de lijdende en bedrijvende vorm en ik kan zinnen herschrijven van de ene naar de andere vorm.
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

HUISWERK
Hoofdstuk 2. paragraaf grammatica zinsdelen

Maak opdracht 2 en 3  op blz. 74  in je boek.

Slide 14 - Tekstslide