4. De arbeidsmarkt

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide


.................. betaal je GEEN loonbelasting
en sociale premies.

Welke woorden zijn weggelaten? (1p)
A
Als je wit werkt
B
Als je zwart werkt
C
In de proeftijd
D
Bij een uitzendbureau

Slide 4 - Quizvraag


In Nederland moeten werkplekken gezond en veilig zijn. In de .................. staat precies hoe werkgevers moeten zorgen voor gezonde werkplekken.

Welk woord is weggelaten? (1p)
A
Werkloosheidswet
B
Grondwet
C
Gezondheidswet
D
Arbowet

Slide 5 - Quizvraag

Wat zijn arbeidsomstandigheden?
A
De regels over hoeveel loon je krijgt.
B
Het type contract dat je krijgt van je werkgever.
C
De fysieke en mentale omstandigheden waaronder werknemers werken.
D
Het aantal vakantiedagen dat je hebt.

Slide 6 - Quizvraag

Wat zijn arbeidsvoorwaarden?
A
Het aantal uren dat je mag werken.
B
De veiligheidseisen op de werkvloer.
C
De regels die gelden voor gevaarlijk werk.
D
De afspraken tussen werkgever en werknemer over loon, werktijden en vakantiedagen.

Slide 7 - Quizvraag

Wie is een werknemer?
A
Iemand die leidinggeeft aan een bedrijf.
B
Iemand die wetten opstelt voor de overheid.
C
Iemand die werkt voor een werkgever in ruil voor loon.
D
Iemand die belasting int voor de overheid.

Slide 8 - Quizvraag

Wat staat er in artikel 1 van de Nederlandse Grondwet?

Slide 9 - Open vraag

Wat is een arbeidscontract?
A
Een afspraak tussen werknemer en overheid
B
Een schriftelijke overeenkomst tussen werkgever en werknemer
C
Een mondelinge afspraak tussen twee werknemers
D
Een document dat alleen de werkgever ondertekent

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent CAO?
A
Collectieve ArbeidsOvereenkomst
B
Centrale Arbeidsorganisatie
C
Collectieve ArbeidsOptie
D
Centrale Administratie Overeenkomst

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Tekstslide

Welke arbeidssector zie je hier?
A
Primaire sector
B
Tertiaire sector
C
Secundaire sector
D
Quartaire sector

Slide 33 - Quizvraag

Welke arbeidssector zie je hier?
A
Primaire sector
B
Tertiaire sector
C
Secundaire sector
D
Quartaire sector

Slide 34 - Quizvraag

Welk beroep staat het laagst op de maatschappelijke ladder?
A
Vuilnisman
B
Toiletten schoonmaken bij de Bijenkorf
C
Arts
D
Docent

Slide 35 - Quizvraag



Bij sociale ongelijkheid is er verschil als je kijkt naar: (1p)
A
Kennis en talent
B
rijkdom en macht
C
persoonlijke eigenschappen
D
afkomst en talent

Slide 36 - Quizvraag




Noem een POSITIEF gevolg van automatisering op het werk. (1p)
In ziekenhuizen worden robots gebruikt om ingewikkelde operaties uit te voeren. De robot neemt veel werk uit handen van chirurgen. De chirurgen zijn nog wel bij de operatie aanwezig om de computer te sturen en ze houden alles in de gaten.

Slide 37 - Open vraag




Noem een NEGATIEF gevolg van automatisering op het werk. (1p)
In ziekenhuizen worden robots gebruikt om ingewikkelde operaties uit te voeren. De robot neemt veel werk uit handen van chirurgen. De chirurgen zijn nog wel bij de operatie aanwezig om de computer te sturen en ze houden alles in de gaten.

Slide 38 - Open vraag

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide