2c

Welcome
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welcome

Slide 1 - Tekstslide

Aims
Je kan uitleggen wanneer je Much en Many gebruikt.

Je kan een gesprek voeren in het Engels.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Grammar
My brother doesn't eat many apples.
How many balls are there?

Slide 4 - Tekstslide

Grammar
How many people were there?

Slide 5 - Tekstslide

Grammar
How much coffee did he drink?
There wasn't much snow left.


Slide 6 - Tekstslide

Grammar
Many en Much betekenen veel.
Many gebruik je bij meervoud en telbare dingen.

Much gebruik je bij enkelvoud en ontelbare dingen.

Slide 7 - Tekstslide

much of many
  1. How..... people are you expecting?
  2. How......money do you want for this?
  3. Thank you so ....... for your help.
  4. I don't have.....friends.
  5. I like that dress very......

Slide 8 - Tekstslide

Speaking-2c
Leerling A spreekkaart 4

Leerling B spreekkaart 7

timer
20:00

Slide 9 - Tekstslide

Grammar-2A
Much, many, lots of en a lot of kun je allemaal gebruiken om te zeggen dat er 'veel' van iets is.

Slide 10 - Tekstslide

Telbaar
many
few
a few
lots of
a lot of
Ontelbaar
much
little
a little
lots of
a lot of

Slide 11 - Tekstslide

Practise
  1. We spent....money. (weinig)
  2. Do you have........friends. (weinig)
  3. He has ......patience. (veel)
  4. I'm staying.....longer. (beetje)
timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

little vs a little
Can I help you? I speak a little English.
a little= positief (een beetje, maar niet veel)

I can't help you. I speak little English.
little= negatief (bijna geen, bijna niets)

Slide 13 - Tekstslide

Few vs a few
Fortunately, I still have a few good grades on my report.
A few= positief ( een paar, een beetje)
I'm very sad, because I have few good grades.
few= negatief (weinig, bijna geen)

Slide 14 - Tekstslide