Kijk de les op een laptop/computer. Je hebt je telefoon nodig tijdens de les.
Lukt dit niet? Dan doe je goed mee in de chat.
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3
In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Herhalingsles
Grenzen en identiteit
Hoofdstuk 7
Kijk de les op een laptop/computer. Je hebt je telefoon nodig tijdens de les.
Lukt dit niet? Dan doe je goed mee in de chat.
Slide 1 - Tekstslide
Grenzen & Identiteit
Slide 2 - Woordweb
7.1
Verband tussen grenzen en identiteit
Slide 3 - Tekstslide
Een grens
Een grens is een (soms onzichtbare) scheidingslijn om bepaalde gebieden (met bepaalde kenmerken) van elkaar te scheiden.
Slide 4 - Tekstslide
Wat voor grens is dit?
A
Open grens
B
Gesloten grens
C
Natuurlijke grens
D
Water grens.
Slide 5 - Quizvraag
Wat voor grens is dit?
A
Boomgrens
B
Gesloten grens
C
Natuurlijke grens
D
Dit is geen grens.
Slide 6 - Quizvraag
Identiteit
Een combinatie van opvallende kenmerken.
Opleidingsniveau, inkomen, sociale status, godsdienst, tradities, woonplaats, hobby, etc.
Slide 7 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen insluiting en uitsluiting?
Slide 8 - Open vraag
7.2
Grenzen in Nederland
Slide 9 - Tekstslide
Uit welke vier landen bestaat het Koninkrijk der Nederlanden?
A
Nederland, Aruba, Bonaire en Curaçao
B
Nederland, Aruba, Bonaire en Sint Maarten
C
Nederland, Aruba, Curaçao,
Sint Maarten
D
Aruba, Bonaire, Curaçao en Sint Maarten
Slide 10 - Quizvraag
Soevereiniteit
De bestuurders van een land of een koninkrijk bepalen welke wetten en regels bepalen. Andere landen hebben daar dus niks over te zeggen.
Dit geldt voor het hele territorium.
Slide 11 - Tekstslide
Grenzen binnen Nederland
Grenzen tussen bijvoorbeeld gemeenten en provincies noem je bestuurlijke grenzen. De gemeenten en provincies noem je bestuurlijke regio’s.
Slide 12 - Tekstslide
Welk bestuur neemt beslissingen over hondenbelasting, fietspaden en jongerenplekken?
A
De regering van Nederland
B
Provinciaal bestuur
C
Gemeentelijk bestuur
D
Europees bestuur
Slide 13 - Quizvraag
7.3
Veel verschillende identiteiten
Slide 14 - Tekstslide
Als je jezelf Nederlander voelt, bij welke identiteit hoort dat dan?
A
Europese identiteit
B
Nationale identiteit
C
Regionale identiteit
D
Lokale identiteit
Slide 15 - Quizvraag
Drie soorten identiteiten
Nationale identiteit: Verbondenheid met eigen land en volk.
Regionale identiteit: Combinatie van opvallende kenmerken in een regio en de verbondenheid daarmee.
Lokale identiteit: De verbondenheid die je voelt met de eigen woonplaats en de directe omgeving daarvan en de opvallende kenmerken die bij de woonplaats horen.
Slide 16 - Tekstslide
Je bent Fries en zo trots op je regionale identiteit, dat je wilt dat Friesland zelfstandig wordt. Dit heet:
A
Nationalisme
B
Regionalisme
C
Lokalisme
D
Provincinalisme
Slide 17 - Quizvraag
7.4
Contacten over de grens
Slide 18 - Tekstslide
Geef een voordeel en een nadeel van een open grens.
Slide 19 - Open vraag
Euregio's
Grensoverschrijdend samenwerkingsverband tussen buurlanden in de Europese Unie.
Doel: problemen in grensgebied oplossen en het samenleven makkelijker laten verlopen.
Slide 20 - Tekstslide
7.5
Ondanks grenzen toch samenleven
Slide 21 - Tekstslide
Lastige begrippen...
In Nederland is pluriformiteit: veel verschillende identiteiten leven samen. En is er veel minder sociale samenhang (minder betrokkenheid en participatie). Onder andere door ontkerkelijking. Hierdoor gaat integratie moeilijker en leven groepen gescheiden (segregatie).
Om te zorgen dat mensen elkaar toloreren moet de leefbaarheid worden verbeterd.
Slide 22 - Tekstslide
Welk begrip hoort bij: 'Veel verschillende identiteiten leven samen.'
A
Segregatie
B
Betrokkenheid
C
Leefbaarheid
D
Pluriformiteit
Slide 23 - Quizvraag
Welk begrip hoort bij: 'Meedoen aan activiteiten.'