In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Herhalen
tijdvak 1
Slide 1 - Tekstslide
Welke van de volgende beweringen past niet bij de tijd van jager-verzamelaars?
A
Mensen leven in kleine groepen en hebben weinig bezit.
B
Er worden afbeeldingen gemaakt op grotwanden, als kunst of magie.
C
Er is sprake van ruilhandel over lange afstanden in Europa.
D
Tussen mannen en vrouwen is een duidelijke rolverdeling noodzakelijk
om te overleven.
Slide 2 - Quizvraag
Wat past het beste bij de leefwijze van jager-verzamelaars?
A
Een sedentaire leefwijze.
B
Een nomadische leefwijze
C
een agrarische leefwijze
D
Een landbouwstedelijke leefwijze.
Slide 3 - Quizvraag
Oorzaak neolithische revolutie?
A
mensen gingen in grotere groepen samenleven
B
dorpen ontstonden
C
dieren trokken weg
D
het klimaatsverandering
Slide 4 - Quizvraag
Hoe wordt het gebied genoemd waar de landbouw is uitgevonden?
A
Vruchtbare Halvemaan
B
Sedentaire cirkel
C
Eufraat en Tigris
D
De Nijldelta
Slide 5 - Quizvraag
Wat zijn de twee gevolgen van de landbouwrevolutie?
A
Mensen gingen een nomadisch bestaan leiden
B
Mensen gingen op een vaste plaatsen wonen.
C
Mensen wonen dichter op dieren; zo ontstonden nieuwe ziektes
D
Mensen stopten compleet met jagen.
Slide 6 - Quizvraag
Een vereiste voor het voortbestaan van een agrarisch-urbane samenleving is
A
dat er goede bestuurders zijn
B
dat er handel is
C
dat er een landbouwoverschot is
D
dat er ambachtslieden zijn
Slide 7 - Quizvraag
Welke van de volgende kenmerkende aspecten past niet bij de tijd van Jagers en Boeren?
A
De levenswijze van jager-verzamelaars
B
Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen.
C
Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
D
De ontwikkeling van het jodendom en christendom als eerste
monotheïstische godsdiensten.
Slide 8 - Quizvraag
Bestudeer de bron. Geef twee redenen waarom deze bron te maken heeft met een landbouwsamenleving en niet met een samenleving van jager-verzamelaars.
Slide 9 - Open vraag
Hiernaast zie je een kaart met gebieden waar de eerste beschavingen ontstonden. Aan welke belangrijke voorwaarde voor het ontstaan van beschavingen voldeden al deze gebieden?
A
Een vorm van schrift
B
Een gemeenschappelijke taal
C
Ontwikkelde landbouw
D
Steden
Slide 10 - Quizvraag
Leg uit naar welk kenmerkend aspect van de tijd van jagers en boeren de bron verwijst.
Slide 11 - Open vraag
Welke levenswijze past bij deze schoolplaat? Waar zie je dat aan?
Slide 12 - Open vraag
Met welke ontwikkeling laten we de prehistorie (en dus de tijd van jagers en boeren) eindigen?
Slide 13 - Open vraag
Leg uit wat waarom het hebben van 'bezit' en belangrijke rol gaat spelen in de samenleving van de eerste boeren in tegenstelling tot jagers en verzamelaars.
Slide 14 - Open vraag
Noem drie kenmerken van een landbouwstedelijke samenleving.
Slide 15 - Open vraag
Bestudeer de bron. Geef twee redenen waarom deze bron te maken heeft met een landbouwsamenleving en niet met een samenleving van jager-verzamelaars.