De Romeinen

De Romeinen (750 v.Chr. - 450 n.Chr)
https://www.google.com/url?sa=i&url=https%3A%2F%2Fwww.thinglink.com%2Fscene%2F745261849284444160&psig=AOvVaw18xQ2GfjKOlByIUQWUDMhi&ust=1613142515726000&source=images&cd=vfe&ved=0CAIQjRxqFwoTCIiP2aqO4u4CFQAAAAAdAAAAABAq
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De Romeinen (750 v.Chr. - 450 n.Chr)
https://www.google.com/url?sa=i&url=https%3A%2F%2Fwww.thinglink.com%2Fscene%2F745261849284444160&psig=AOvVaw18xQ2GfjKOlByIUQWUDMhi&ust=1613142515726000&source=images&cd=vfe&ved=0CAIQjRxqFwoTCIiP2aqO4u4CFQAAAAAdAAAAABAq

Slide 1 - Tekstslide

Tijdens deze les
Wat weet je nog van de vorige lessen? 
De groei van Rome
De groei van het Romeinse rijk


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Hoe noemden de Grieken een stadstaat?
A
Polis
B
Dorp
C
Stad
D
Kolonie

Slide 4 - Quizvraag

Verhalen waarin goden, helden en wezens een rol spelen noem je:
A
Sprookjes
B
geschiedenis
C
Mythologie
D
Sage

Slide 5 - Quizvraag

Hoe werden de oude Grieken geregeerd?
A
Zij waren één groot rijk
B
Alle stadjes waren een democratie
C
Alle stadjes hadden een koning
D
Er waren verschillende stadjes met een eigen regeervorm

Slide 6 - Quizvraag

Wat weet je al over de Romeinen?

Slide 7 - Woordweb

De groei van Rome
+/- 750 v. Chr. -> Rome: Midden - Italië, aan rivier de Tiber.
Bestuur:
  • In het begin: koningen-> koninkrijk
  • Later: groep rijken-> republiek
  • Vanaf 27 v. Chr. één heerser - > keizerrijk

Slide 8 - Tekstslide


Koninkrijk?


  • De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest, hoewel daar erg weinig over bekend is.

  • En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?

Slide 9 - Tekstslide


De Romeinse Republiek
(509 v. Chr. - 27 v. Chr.)


  • De laatste koning wordt verdreven
  • De Romeinen besluiten om Rome zélf te gaan besturen.

Slide 10 - Tekstslide

De Romeinse Republiek 

  • De naam republiek komt van: res publica. Dat betekent: publieke zaak, in het Latijn.

  • Op papier is de republiek een democratie...

  • ...maar in de praktijk is een kleine groep mensen aan de macht. Dit heet: aristocratie

Slide 11 - Tekstslide

De Romeinse Republiek 

  • De republiek wordt bestuurd door de senaat ('raad van ouderen'). Dit waren rijke Romeinen.

  • Het volk kiest elk jaar 2 leiders: consuls

  • Zij voerden de besluiten van de senaat uit

Slide 12 - Tekstslide

Het Romeinse rijk groeit
  • Wat begon als een kleine stad groeit in een paar eeuwen uit tot een enorm rijk.
  • Legeraanvoerders, zoals Julius Caesar, veroveren grote delen van Europa.

  • Op deze kaart zie je de veroveringen tussen 500 v. Chr. tot ongeveer 40 v. Chr.

Slide 13 - Tekstslide

Om het Romeinse leger vlot te kunnen verplaatsen door het rijk, legden zij wegen aan. 
Sommige liggen er nog steeds, zoals de Via Appia (plaatje)

Slide 14 - Tekstslide


Burgeroorlogen
133 v. Chr. tot 44 v. Chr.



  • Heersen over dit machtige rijk, dat wil iedereen wel!
  • Tussen de machtigste Romeinse mannen ontstaat een aantal ruzies die uitlopen in burgeroorlogen

Slide 15 - Tekstslide

Julius Caesar wordt vermoord

Slide 16 - Tekstslide

Octavianus neemt wraak  (44 v. Chr.)
  • De geadopteerde zoon van Julius Caesar
  • Hij schakelt de  tegenstanders uit
  • De senaat bedankt hem hiervoor en geeft de titel Augustus ('de verhevene') te geven. 
  • Augustus wordt de eerste keizer (princeps) van het Romeinse Rijk.

Slide 18 - Tekstslide


Het Romeinse Keizerrijk
(27 v. Chr. -  476 n. Chr.)

  • Rome zal meer dan 500 jaar een keizerrijk zijn
  • Ongeveer 80 keizers hebben dan geregeerd.

Slide 19 - Tekstslide


Pax Romana
27 v. Chr.



  • Met keizer Augustus begint een periode van rust en vrede die ongeveer 200 jaar duurt: de Pax Romana (vrede van Rome)
  • Het rijk breidt zich nog steeds verder uit, maar voorlopig is er tussen de machtigste politieke groepen een soort vrede...  

Slide 20 - Tekstslide

Noem 1 ding wat je vandaag hebt geleerd

Slide 21 - Open vraag

Noem een ding waar je nog een vraag over hebt

Slide 22 - Open vraag