In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Herhaling Spelling H.1 t/m H.4
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel
We herhalen de theorie van Spelling H.1 t/m H.4.
Na deze les weet je wat je nog moet leren voor de toets.
Pak pen en papier en doe mee!
Slide 2 - Tekstslide
Spelling
H.1 Trema, apostrof, accent, cedille
H.2 Met of zonder -n
H.3 Schrijfwijze van getallen
H.4 Woorden korter schrijven
H.5 Lastige leestekens
Slide 3 - Tekstslide
H.1 Trema, apostrof, accent, cedille
Trema
- Om klinkerbotsing te voorkomen
kopiëren, Azië, drieën
- Leenwoorden
conciërge, fröbelen
LET OP!
In samenstellingen geen trema, maar een koppelteken
mee-eten, radio-interview
Slide 4 - Tekstslide
Apostrof
- Als weglatingsteken: 's avonds, 's-Hertogenbosch
- Om uitspraakproblemen te voorkomen als je -s achter een woord schrijft:
Hanna's fiets, kiwi's (maar Annes fiets, cadeaus)
- In afleidingen en meervouden van afkortingen:
cc'en, dvd'tje, pc's
- Verkleinwoorden op -y voorafgegaan door een medeklinker:
baby'tje (maar displaytje)
Slide 5 - Tekstslide
Accent
Accent aigu logé, decolleté
Accent gravebarrière, crèche
Accent circonflexecrêpe, moment suprême
Komen bijna alleen voor op de letter e. Slechts in enkele gevallen ook op andere letters, bijvoorbeeld drie à vier eetlepels, maître.
Om klemtoon aan te geven gebruiken we de accent aigu. Het accent staat dan op alle klinkers van de lettergreep:
Hij heeft twéé auto's en geen drie. Dat is dé manier om dit te doen.
Slide 6 - Tekstslide
Cedille
De cedille onderaan de c (ç) zorgt ervoor dat de c als s klinkt.
Curaçao, garçon, reçu
Zonder de cedille klinkt een c voor de klinkers a, o en u als een k: caravan, decor, curieus.
Slide 7 - Tekstslide
Oefening 1
Noteer de juiste vorm:
1. financieel / financiëel
2. buggytje / buggy'tje
3. 's morgens / s' morgens
4. café's / cafés
5. Hans fiets / Han's fiets
6. egoisme / egoïsme
7. discussieren / discussiëren
8. geautomatiseerd / geäutomatiseerd
9. coordinatie / coördinatie
10. draaiing / draaiïng
Slide 8 - Tekstslide
H.2 Met of zonder -n?
De algemene regel is dat woorden als andere, enkele, meeste, evenals overtreffende trappen als beste en grootste in het meervoud een -n krijgen als ze naar personen verwijzen en zelfstandig gebruikt worden.
De bezoekers waren uitgenodigd, maar sommige bleven thuis.
Allen waren uitgenodigd, maar sommigen bleven thuis.
Zie je die vissen daar? Enkele zijn al dood.
Zie je die mensen daar? Enkele willen met ons mee.
De buurt liep uit om afscheid te nemen. Sommigen wilden met ons mee.
De mannen werden beiden onderscheiden.
Slide 9 - Tekstslide
Oefening 2
1. De eerste / eersten schepten ruim op van het buffet, zodat er voor de laatste / laatsten weinig overbleef.
2. Wegens tijdgebrek konden sommige / sommigen van de dieren niet direct geholpen worden.
3. Uit alle / allen reacties na de presentaties bleek dat weinige / weinigen zich verveeld hadden.
4. Hoeveel bekende / bekenden kwam jij gisteren op de verjaardag van Joris tegen?
5. Hoewel we veel vrienden hebben, nodigen we de meeste / meesten niet uit voor onze bruiloft.
Slide 10 - Tekstslide
H.3 Schrijfwijze van getallen
Je gebruikt letters
voor hele getallen van één tot en met twintig vier, dertien
voor de tientallen tot honderd vijftig, zeventig
voor de honderdtallen tot duizend achthonderd
voor de duizendtallen tot tienduizend zesduizend
voor de getallen honderdduizend, miljoen, miljard en biljoen: achthonderdduizend, twee miljoen, vijf miljard
voor de rangtelwoorden van de hierboven genoemde getallen twaalfde, zeventigste, vier miljoenste
Slide 11 - Tekstslide
Je gebruikt cijfers
voor de overige getallen
voor maten, gewichten, data, exacte tijdstippen enz. 7 meter, 30 juni 1988, 19.00 uur, 54 procent
LET OP
Schrijf breuken los: een vierde
Voor grote ronde getallen in een lopende tekst combineer je cijfers en letters: 44 duizend kilometer, 215 miljoen euro, 22 duizend bewoners
Slide 12 - Tekstslide
Oefening 3
Geef aan of de schrijfwijze van de getallen juist of onjuist is:
1. drie-en-half
2. twaalf procent
3. eenenvijftig miljard
4. twee vijf achtste
5. acht honderd
6. vijf mei
7. 702
8. drievierde
9. honderddertien
10. zeven duizend
Slide 13 - Tekstslide
H.4 Woorden korter schrijven
Afkorting - uitspraak als oorspronkelijke woord. Bevat een of meerdere punten (m.b.v. / e.d. / Z.M.)
Initiaalwoord - uitspraak als losse letters. Wordt gevormd door eerste letters van woordgroep (NS, btw)
Letterwoord - uitspraak als nieuw woord. Wordt gevormd door eerste letters van een woord of woordgroep (pin, yup)
Verkorting - spreek uit als nieuw woord. Gevormd door delen van lettergrepen (airco, wifi)
Slide 14 - Tekstslide
Symbool - Notatie van een wetenschappelijk begrip, een eenheid of valuta. Spreek uit als het woord waar het voor staat.
V (volt), ml (milliliter), CO2 (koolstofdioxide)
Slide 15 - Tekstslide
Oefening 4
Noteer de betekenis en geef aan tot welke categorie ze behoren (afkorting, letterwoord, initiaalwoord, verkorting, symbool)