Paragraaf 8.2 - Nederland en de EU

Paragraaf 8.2 - Nederland en de EU
Adriaan Hendriks

Klas JN3C
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 8.2 - Nederland en de EU
Adriaan Hendriks

Klas JN3C

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je leert in deze paragraaf:
  • Welke afspraken er in de Europese Unie zijn gemaakt
  • Hoe belangrijk de EU voor de Nederlandse handel is
  • Hoe de wisselkoers van de euro, onze import en export   beïnvloed

Slide 2 - Tekstslide

Planning
  • Uitleg paragraaf 8.2 (met quizvragen)
  • Opdrachten paragraaf 8.2 maken

  • Er is maar één iemand tegelijkertijd aan het woord
  • Als je iets wilt vragen/zeggen, steek je hand/vinger op
  • Telefoons van tafel

Slide 3 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij de Europese Unie?

Slide 4 - Open vraag

Europese Unie (EU)
  • Belangrijkste doel -> samen werken op economisch gebied



  • EU-landen vormen een interne markt

Slide 5 - Tekstslide

Interne markt
  • Vrij verkeer van goederen en diensten -> vrijhandel
     - Je hoeft geen invoerrechten te betalen

  • Vrij verkeer van personen

  • Vrij verkeer van kapitaal 

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste doel van de Europese Unie
A
Samen sterk zijn voor wanneer er oorlog is
B
Samenwerken op economisch gebied

Slide 7 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van een interne markt?
A
Vrij verkeer van goederen en diensten
B
Vrij verkeer van personen
C
Vrij verkeer van politie en defensie
D
Vrij verkeer van kapitaal

Slide 8 - Quizvraag

Oneerlijke concurrentie
  • Grote verschillen tussen EU-landen
     - Eigen wetten en regels
     - Voorbeeld: btw-tarief Nederland is 21% en Duitsland  19%
  • Milieuregels
     - Voorbeeld: Wel milieuzones in Nederland,
       maar niet in Polen

Slide 9 - Tekstslide

Eurozone
  • Europese Monetaire Unie (EMU)
    - Doel: één gezamenlijke munteenheid in de EU
  • Landen die de euro hebben ingevoerd, vormen de eurozone

  • Je kunt de prijs van producten beter
     met elkaar vergelijken
  • Geen kosten voor het omwisselen van valuta's

Slide 10 - Tekstslide

Eisen voor eurolanden
  • Niet zomaar meedoen met de euro
  • Inflatie: mag niet hoger zijn dan 1,5% dan de gemiddelde   inflatie in de drie eurolanden met de laagste inflatie
  • Begrotingstekort: Mag maximaal 3% van het bruto   binnenlands (bbp) product zijn
  • Staatsschuld: Totale schuld moet lager zijn dan 60% van het   bbp

Slide 11 - Tekstslide

Europese Centrale Bank (ECB)
  • Centrale bank voor de Europese Unie voor de euro
  • Taken van de ECB:
  • Waarde van de euro bewaken
     - inflatie laag houden -> euro behoudt zijn koopkracht
  • Hoogte van rente vaststellen
     - als banken geld willen lenen van de ECB
  • Brengt eurobiljetten en euromunten in omloop 

Slide 12 - Tekstslide

Wie heeft als doel om één gezamenlijke munteenheid te hebben in de EU?
A
Europese Unie
B
Europese Centrale Bank
C
Eurozone
D
Europese Monetaire Unie

Slide 13 - Quizvraag

Wat is geen taak van de Europese Centrale Bank
A
Geld uitlenen aan burger
B
Hoogte van de rente bepalen
C
Waarde van de euro bewaken
D
Eurobiljetten en euromunten in omloop brengen

Slide 14 - Quizvraag

Vreemde valuta
  • Alle andere valuta dan de euro
  • Landen buiten de eurozone
     - gebruiken eigen munteenheid
  • Verenigde Staten -> Amerikaanse dollar
  • Engeland -> Britse pond
  • Japan -> Japanse yen
  • Wisselkoer van euro heeft invloed op internationale handel 

Slide 15 - Tekstslide

Invloed van wisselkoers op internationale handel?

Koers op 1 januari 2022: 1 pond = €1,19
Koers nu: 1 pond = €1,15

Wanneer is het voordeliger om iets te kopen in Engeland?

Slide 16 - Tekstslide

Invloed van wisselkoers op internationale handel?

Koers euro/US-dollar op 1 januari 2022: $1 = €0,88
Koers nu: $1 = €0,95

Wanneer is het voordeliger om iets te verkopen aan de Verenigde Staten?

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Maken opdrachten paragraaf 8.2

  • Ben je klaar! -> mag iets voor JEZELF gaan doen

  • Heb je een vraag? Steek je hand/vinger op!
  • Mag oortjes/muziek in
timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide

Geef één tip en één top bij deze les. Geef ook aan waarom je iets fijn/niet fijn vindt

Slide 19 - Open vraag