BVJ Herhaling thema 6 ecologie

Quiz thema 6 ecologie
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Quiz thema 6 ecologie

Slide 1 - Tekstslide

organismen= levend wezen
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Wat is ecologie?
A
De studie naar relaties tussen organismen en hun milieu
B
De studie naar behoud van de natuur
C
De studie van economische factoren in de biologie
D
De studie naar een ecologisch verantwoord milieu

Slide 3 - Quizvraag

Abiotische factor
Biotische factor

Slide 4 - Sleepvraag

Biotisch
Abiotisch
Wind
Lucht
Zuurstof
Water
Grond
Roofvijanden
Soort
genoten
Plant
ziekteverwekkers
Voedsel

Slide 5 - Sleepvraag


drijvende vis
A
biotisch
B
abiotisch

Slide 6 - Quizvraag

Een woestijn is een voorbeeld van
A
individu
B
populatie
C
levensgemeenschap
D
ecosysteem

Slide 7 - Quizvraag

INDIVIDU
POPULATIE
ECOSYSTEEM

Slide 8 - Sleepvraag

Hoe noem je dit?
A
voedselketen
B
voedselweb
C
ecosysteem

Slide 9 - Quizvraag

In dit voedselweb zitten meerdere voedselketens. Wie staat er aan het eind van deze voedselketens?
A
algen
B
kikker
C
vis
D
reiger

Slide 10 - Quizvraag

Maak een voedselketen van deze 3 organismen:
konijn, gras en uil.

Slide 11 - Open vraag

Bacteriën en schimmels zijn
A
producenten
B
consumenten
C
reducenten

Slide 12 - Quizvraag

Alle producenten zijn
A
dieren
B
planten
C
bacteriën
D
schimmels

Slide 13 - Quizvraag

Mensen zijn
A
producenten
B
consumenten
C
reducenten

Slide 14 - Quizvraag

Consument
Producent
Reducent

Slide 15 - Sleepvraag

Welk organisme is de planteneter?

Slide 16 - Open vraag

Welk organisme is de consument van de 2 orde?

Slide 17 - Open vraag

Als er een ernstige besmettelijke ziekte uitbreekt, zal de populatiegrootte...
A
Afnemen
B
Toenemen

Slide 18 - Quizvraag

De populatie roofdieren wordt groter omdat er meer prooidieren zijn.
Dit is een voorbeeld van
A
abiotische factoren op de populatiegrootte
B
biotische factoren op de populatiegrootte

Slide 19 - Quizvraag

Wanneer spreken we van een biologisch evenwicht?
A
Als de populatiegrootte altijd hetzelfde is
B
Als de populatiegrootte steeds groter wordt
C
Als de populatiegrootte rond een gelijke waarde schommelt
D
Als de dieren in een populatie even zwaar zijn

Slide 20 - Quizvraag

Een piramide van biomassa kan 2 vormen hebben
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quizvraag

er zit veel energie in
A
water
B
ijzer
C
vet

Slide 22 - Quizvraag

per schakel neemt de energie in de voedselketen
A
toe
B
af

Slide 23 - Quizvraag

de energie in organismen neemt af in een voedselketen door
A
fotosynthese en voeden
B
verbranding en uitscheiding (poep)

Slide 24 - Quizvraag

Dit noem je de

Slide 25 - Open vraag

nummer 1 is
   1
   2
A
stikstofgas
B
ammonium
C
ammoniak
D
ammoniakgas

Slide 26 - Quizvraag

nummer 2 is
   1
   2
A
stikstofgas
B
ammonium
C
ammoniak
D
ammoniakgas

Slide 27 - Quizvraag

De naam van deze grafiek is
A
parabool
B
staafdiagram
C
optimumkromme

Slide 28 - Quizvraag

wat is het tolerantiegebied voor enzymen
A
20-30 graden
B
25 graden
C
17 graden
D
17-33 graden

Slide 29 - Quizvraag

Dit is een piramide van
A
aantallen
B
biomassa
C
aantallen en biomassa

Slide 30 - Quizvraag

Hoe noem je dit?
A
ranken
B
hechtwortels

Slide 31 - Quizvraag

Dit is een aanpassing aan
A
licht
B
water
C
temperatuur

Slide 32 - Quizvraag

Waarom bloeien sommige schaduwplanten in het voorjaar?
A
omdat het dan lekker warm is waardoor het de goede temperatuur is
B
Omdat de bomen nog niet vol blaadjes zitten waardoor er genoeg zon is
C
Iedere plant bloeit in het voorjaar dus dat is altijd zo

Slide 33 - Quizvraag

alleseters eten
A
planten
B
dieren
C
planten en dieren

Slide 34 - Quizvraag

Het lichaam van dit dier is
A
gestroomlijnd
B
gewatervormd

Slide 35 - Quizvraag

Welke aanpassingen zie je aan dit dier?

Slide 36 - Woordweb

een paard is een
A
teenganger
B
hoefganger
C
zoolganger

Slide 37 - Quizvraag

een beer is een
A
teenganger
B
hoefganger
C
zoolganger

Slide 38 - Quizvraag

een tijger is een
A
teenganger
B
hoefganger
C
zoolganger

Slide 39 - Quizvraag

wat voor soort snavel heeft deze vogel

Slide 40 - Open vraag

Welke aanpassingen zie je bij deze plant?

Slide 41 - Open vraag

Wat is zijn aanpassingen bij planten om uitdroging te voorkomen?
(twee antwoorden zijn goed)
A
Grote, platte bladeren
B
Kleine, dikke bladeren
C
een klein wortelstelsel
D
een groot wortelstelsel

Slide 42 - Quizvraag

Schaduwplanten hebben:
A
lichtgroene bladeren
B
kleine bladeren
C
donkergroene bladeren

Slide 43 - Quizvraag

In een vochtig milieu hebben planten
A
grote bladeren, klein wortelstelsel
B
kleine dikke bladeren, een groot wortelstelsel

Slide 44 - Quizvraag

Wat zijn voorjaarsbloeiers?
A
Zonplanten die in het voorjaar groeien
B
Kamerplanten die in het voorjaar bloeien
C
Schaduwplanten die in het voorjaar groeien

Slide 45 - Quizvraag