Herhaling H5/6

Hoofdstuk 5
Het strafrecht
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5
Het strafrecht

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het strafrecht?
Alle wetten en regels over het straffen van mensen die de wet hebben overtreden

Slide 2 - Tekstslide

De belangrijkste uitgangspunten
  • Je wordt alleen gestraft voor iets dat strafbaar is

  • De wet bepaalt per delict de maximumstraf

  • Strafbare feiten staan in het Wetboek van Strafrecht

Slide 3 - Tekstslide

De belangrijkste uitgangspunten
  • Er wordt rekening gehouden met de zwaarte van het delict

  • Overtredingen worden door een andere rechter behandeld dan misdrijven

  • Voor een overtreding krijg je een minder zware straf dan voor een misdrijf


Slide 4 - Tekstslide

De belangrijkste uitgangspunten
  • De rechter kijkt naar de situatie

  • Noodweer

  • Overmacht

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

De belangrijkste uitgangspunten
  • De rechter houdt rekening met achtergrond en de persoonlijke situatie 

  • Ontoerekeningsvatbaar (geldt niet bij drugs of alcohol!)
Je wist niet wat deed


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

De belangrijkste uitgangspunten

  • De rechter houdt rekening met de leeftijd

  • Onder de 18 -> jeugdstrafrecht

Slide 10 - Tekstslide

Jeugdstrafrecht (1)
  • Tot 12 jaar niet vervolgd

  • 12 t/m 18: jeugdstrafrecht
Speciale kinderrechter, rechtszaken niet openbaar 

  • Tot 16 jaar max. 1 jaar, vanaf 16 jaar max 2 jaar (jeugdgevangenis)

Slide 11 - Tekstslide

Jeugdstrafrecht (2)
  • Ondertoezichtstelling
Gezinsvoogd (opvoeding)

  • Opvoedingsinrichting (tuchtschool)
Bij ernstige delicten

  • PIJ-maatregel
Inrichting voor Jeugdigen 

Slide 12 - Tekstslide

Ontwikkelingsniveau
16 t/m 23 jaar: minderjarige of volwassene

Slide 13 - Tekstslide




Het strafproces kent regels. Deze staan beschreven in het Wetboek van Strafvordering. Hierin staan ook de rechten van een verdachte.

Slide 14 - Tekstslide

De rechten van een verdachte 
  • Een redelijk vermoeden dat je schuldig bent aan een strafbaar feit

  • Het recht om te weten waarvan je verdacht wordt

  • Recht op een advocaat
Vanaf het moment van inverzekeringstelling (langer dan 9 uur)

Slide 15 - Tekstslide

De rechten van een verdachte 
  • Het recht om te zwijgen

  • Beperkte tijd vasthouden

  • Eerlijk proces
Onafhankelijke en onpartijdige rechter

Slide 16 - Tekstslide

De rechten van een verdachte 
  • Je bent onschuldig totdat de rechter zegt dat je schuldig bent

  • Te weinig bewijs = vrijspraak

  • In hoger beroep gaan (de verdachte, maar ook het OM)


Slide 17 - Tekstslide

De rechten van een verdachte
  • Misdrijven en overtredingen verjaren
Ernstige delicten zoals moord verjaren niet

Slide 18 - Tekstslide

Hoe lang kun je worden vastgehouden?

Slide 19 - Tekstslide

Taken politie
  1. Handhaven openbare orde
  2. Hulpverlening
  3. Opsporing 
  4. Preventie (voorkomen)
  5. Dienstverlening (advies en service)

 Rechter-commissaris is rechter met speciale taken (telefoon, observeren, woning doorzoeken)
Onder de verantwoordelijkheid van de burgemeester
afhandelen van verkeersongeval
Onder de verantwoordelijkheid van de Officier van Justitie
Maatregelen om misdaad te voorkomen: camera's en surveillance
Maatregelen die burgers kunnen nemen om inbraak te voorkomen

Slide 20 - Tekstslide

Hulpverlening
Ordehandhaving
Opsporing
Preventie
Dienstverlening

Slide 21 - Sleepvraag

De politie doet een inval in een huis, omdat ze vermoeden dat er een grote wietplantage is.
Welke taak van de politie herken je in deze situatie?
A
Ordehandhaving
B
Opsporing
C
Preventie
D
Hulpverlening

Slide 22 - Quizvraag

De politie begeleidt een bus met voetbalsupporters naar een uitwedstrijd.
Welke taak van de politie herken je in deze situatie?
A
Ordehandhaving
B
Opsporing
C
Preventie
D
Hulpverlening

Slide 23 - Quizvraag

Met een politiehelikopter zoekt de politie naar een vermiste man.
Welke taak van de politie herken je in deze situatie?
A
Ordehandhaving
B
Opsporing
C
Preventie
D
Hulpverlening

Slide 24 - Quizvraag

Wat mag de politie doen?
Wat zijn de bevoegdheden van de politie:
Een verdacht staande houden
Bekeuring geven
Aanhouden
Vasthouden
Fouilleren


identificatieplicht voor iedereen van 14 jaar en ouder
Arresteren en meenemen naar het bureau
Rechter-commissaris
Soms mag de politie alleen iets doen met toestemming van de OvJ of van de rechter-commissaris. Het gaat dan om bv telefoon afluisteren, iemand observeren of een woning doorzoeken

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Officier van justitie 
Speciale ambtenaar die namens de samenleving bewijst zoekt tegen een verdachte en een straf eist. 

  • Opsporingsonderzoek leiden
  • Beslist of verdachte naar de rechter gaat
  • Eist een straf en voert deze uit. 

Slide 27 - Tekstslide

proces verbaal
Agenten hebben een eigen visie over de gebeurtenissen. Ook dat staat in het proces verbaal vastgelegd. Agenten moeten de waarheid vertellen en mogen dus niet liegen om de verdachte later veroordeeld te krijgen.
Een proces verbaal vormt de basis voor het verdere onderzoek dat gevoerd gaat worden door de politie en Justitie.
Een verdachte geeft een verklaring af. Dit komt in het proces verbaal te staan. De verdachte mag de boel bij elkaar liegen en mag zelfs weigeren te ondertekenen.

Slide 28 - Tekstslide

Wel of niet naar de rechter?
Officier van Justitie heeft 3 opties

Seponeren 
= geen rechtsvervolging
(onvoldoende bewijs, voldoende gestraft, afkicken)
Schikken = geldboete (vaak met lichtere zaken)
Vervolgen= rechtszaak

vernieling en winkeldiefstal. Rechters houden zo meer tijd over voor de zware criminaliteit
Officier van Justitie wordt openbare aanklager genoemd

Slide 29 - Tekstslide

Bij een schikking is een verdachte van de zaak af:
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Er komt een rechtszaak als een verdachte een transactievoorstel weigert:
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Huiszoeking doen mag alleen met toestemming van de korpschef:
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Seponeren vindt plaats als de noodzaak tot straffen niet hoog is:
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Geef nog een voorbeeld waarom een zaak geseponeerd kan worden, leg je antwoord uit:

Slide 34 - Open vraag

Opdracht:
Je bent O.V.J. geef aan wat jij in deze situaties zou doen:
seponeren/schikken of vervolgen. Leg je antwoord uit:

Slide 35 - Tekstslide

Een leerling heeft zijn hele kluisje vol liggen met illegaal vuurwerk dat hij tijdens de pauze verkoopt aan schoolgenoten:

Slide 36 - Open vraag

Een dronken automobilist klapt met zijn auto tegen de boom en moet door de brandweer uit zijn auto worden gehaald:

Slide 37 - Open vraag

Een jongen gooit tijdens rellen op het museumplein een steen naar de politie en wordt opgepak:

Slide 38 - Open vraag

Benthe heeft een hekel aan school. Ze spijbelt veel. Ze heeft al gesprekken gehad met de leerplichtambtenaar.

Slide 39 - Open vraag