Learnbeat BS. A the skeleton SRN

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

PLANNING

• New: unit Movement (learnbeat)
• Have ready: your notebook and textbook

SKELETON

SKELETON

4 FUNCTIONS OF THE SKELETON:

1. support
2. movement
3. protection
4. (make blood) 

SUPPORT

• We can't stand up straight or even lift our head without our bones.
  
• Without them we would be a pudding.
  

MOVEMENT

• Because our muscles pull on bones and the bones then move.
  
• Our muscles are attached to the bones with tendons.

PROTECTION

• Important organs are protected by bones.
  
• Like your lungs, heart and brain  

STORAGE OF MINERALS AND FATS

• The bones stores fats and minerals (calcium). 

MAKE BLOOD

• The bone marrow of larger bones can produce bloodcells.
  
• Platelets, red blood cells and white blood cells 

Quiz time

• Try to remember as many bones as you can (Learnbeat A-1)
• Quiz your neighbour
• Get to work

THE BONES:

• First read the text in silence.
• Then write it in your notes.
• Then discuss it with your neighbour.

THE NAMES OF THE BONES

Skull - Upper jaw - Lower jaw - Cervical Vertebrae - Thoracic Vertebrae - Lumbar vertebrae - collar bone - shoulder blade - breast bone - Humerus - Radius - Ulna - Carpals - Metacarpals - Phalanges (hand) - Pelvis (hip bone) - Sacrum - Coccyx (tail bone) - Ribs - Femur - Patella (knee cap) - Tibia - Fibula - Tarsals - Metatarsals - Phalanges (feet)

Waar kan je lichaam door bewegen

1. Alleen door botten
2. Door botten en spieren samen
3. Alleen door spieren

Welk deel van de wervelkolom zit vast aan je heupbeenderen?

1. staartbeen
2. wervelkolom
3. lendenwervels
4. heiligbeen

De botten in je wervelkolom heten:

1. wervelkolommen
2. kraanbeenringen
3. wervels
4. uitstulpingen

Al je botten in je lichaam vormen samen het:

1. schedel
2. beenderstelsel of skelet
3. wervels
4. bekken

Het skelet van een volwassen mens bestaat uit ongeveer uit:

1. 500 botten
2. 206 botten
3. 350 botten
4. 150 botten

Hoeveel Halswervels hebben wij?

1. 6
2. 5
3. 9
4. 7

Tussen de wervels zitten:

1. kraakbeenschijven
2. schokwervels
3. beenschijven
4. wervelschijven

waar kan een skelet zitten?

1. inwendig, uitwendig en geen skelet
2. alleen uitwendig
3. alleen inwendig en uitwendig
4. alleen geen skelet en uitwendig

Wat zijn de voordelen van een skelet?

1. Bescherming en stevigheid
2. Stevigheid en uitwendig

Get to work:

•  Complete the learn beat assignments
  (Unit 4.A the skeleton)
• Questions? Use your book, ask eachother or me!