3.1

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Plattegrond

Wat moet je pakken?

Ruitjesschrift

Boek (deel 1)         

Etui

Startopdracht

Wat weet je al over grafieken, assenstelsels en coördinaten?

1 t/m 14

Wat gaan we vandaag doen?

Huiswerk

Leerdoelen

Uitleg

Aan de slag

Controle

Huiswerk

Maandag 2 december:

Maak opdracht 90 t/m 96 van H2 + 

opdracht 1 t/m 14 van H3

Vandaag in de les:

1 t/m 14

Leerdoelen

- Je kunt een assenstelsel tekenen, en punten in een assenstelsel tekenen en aflezen.

- Je kunt bepalen in welk kwadrant een punt ligt.

Uitleg

Assenstelsel

x-as = horizontaal

y-as = verticaal

Uitleg

Assenstelsel

x-as = horizontaal

y-as = verticaal

Waar de assen snijden = O

O = oorsprong

Uitleg

Coördinaten

A(3, 2)

3 opzij, 2 omhoog

(x, y)

eerst opzij, dan omhoog

.

A

Uitleg

Coördinaten

A(3, 2)

3 opzij, 2 omhoog

.

A

.

B

Uitleg

Coördinaten

A(3, 2)

Altijd vanaf de oorsprong

B(-4, 1)

.

A

.

B

Uitleg

Coördinaten

A(3, 2)

Altijd vanaf de oorsprong

B(-4, 1)

.

A

.

B

.

C

Uitleg

Coördinaten

A(3, 2)

Altijd vanaf de oorsprong

B(-4, 1)

C(-1, -2)

.

A

.

B

.

C

Uitleg

Coördinaten

A(3, 2)

B(-4, 1)

C(-1, -2)

.

A

.

B

.

C

.

D

Uitleg

Coördinaten

A(3, 2)

B(-4, 1)

C(-1, -2)

D(2    , 0)

.

A

.

B

.

C

.

D

​2​​1​​

Uitleg

Coördinaten

D(2    , 0)

D(2,5; 0)

Als er een getal staat met ,

dan moet er ; tussen.

.

A

.

B

.

C

.

D

​2​​1​​

Uitleg

Assenstelsel tekenen      x-as en y-as van -6 tot en met 6

- kies de plek van de oorsprong

- teken de x-as en y-as

- zet de letters O, x en y erbij

- zet de getallen erbij

Uitleg

Assenstelsel tekenen      

x-as en y-as van 

-6 tot en met 6

Uitleg

Kwadranten

1

2

3

4

Aan de slag

Wat?    opdracht 1 t/m 14 op blz. 103

Hoe?    stil

Hulp?   steek je vinger op

Tijd?     5 minuten

Klaar?  blz. 146

Aan de slag

Wat?     opdracht 1 t/m 14 op blz. 103

Hoe?    fluisteren

Hulp?  overleggen of steek je vinger op

Tijd?     5 minuten

Klaar?  blz. 146

Controle

In welk kwadrant ligt punt (3, 5)?

- 1

- 2

- 3

- 4

Controle

In welk kwadrant ligt punt (-3, 5)?

- 1

- 2

- 3

- 4

Controle

In welk kwadrant ligt punt (-3, -5)?

- 1

- 2

- 3

- 4

Controle

In welk kwadrant ligt punt (3, -5)?

- 1

- 2

- 3

- 4

Controle

​6​​1​​

​3​​2​​=

:

−​3​​2​​

: 5 =

 

Controle

​4−−4​​8−8​​=

−​8​​3​​⋅−​5​​3​​=

Controle

−4⋅5=

12−8⋅−1=

13−(2+8)⋅−3=

Controle

-7 - - 11 =

15 + - 8 - 9 =

-9 - (-3 + - 9) -3 =

Controle

Welk teken? <, >, =

2 ... 4

-3 ... 5

0,5 ...

-1 ... -4

- 3,5 ... -4

​2​​1​​

Controle

6 - 8 =

-4 + 7 =

-2 - 6 =

Controle

Wat is het tegengestelde van:

-5

4

-2

Controle

Schrijf de helen in de breuk:

Vereenvoudig:

2​7​​3​​

8​7​​1​​

​33​​12​​

​6​​22​​