In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Trillingen en Golven
Slide 1 - Tekstslide
Wat wordt er bedoeld met frequentie?
A
Het aantal trillingen in 1 seconden
B
De frequentie voor het aantal trillingen
C
De tijd die nodig is voor 1 trilling
D
Het aantal trillingen in een frequentie
Slide 2 - Quizvraag
De maximale uitwijking tijdens een trillingsperiode heet ook wel de …
A
frequentie
B
evenwichtsstand
C
amplitude
Slide 3 - Quizvraag
In welke grafiek zie je de grootste periode?
A
Links
B
Rechts
C
Hetzelfde
D
Geen idee
Slide 4 - Quizvraag
In welke grafiek zie je de kleinste frequentie?
A
Links
B
Rechts
C
Hetzelfde
D
Geen idee
Slide 5 - Quizvraag
In welke grafiek zie je het meeste trillingen per seconde?
A
Links
B
Rechts
C
Hetzelfde
D
Geen idee
Slide 6 - Quizvraag
In welke grafiek zie je de hoogste amplitude?
A
Links
B
Rechts
C
Hetzelfde
D
Geen idee
Slide 7 - Quizvraag
Welke trilling is harmonisch?
A
Links
B
Rechts
C
Hetzelfde
D
Geen idee
Slide 8 - Quizvraag
Ik heb een massa-veer systeem..
Als ik de veer in het begin VERDER uitrek, dan zal het blokje sneller (hogere frequentie) gaan trillen.
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Als ik de massa van het blokje groter maak, wat gebeurt er dan met de trillingstijd (T)?
A
groter
B
kleiner
Slide 10 - Quizvraag
In een gas kunnen de volgende golven voorkomen:
A
Transversale golven
B
Longitudinale golven
C
Allebei
D
Geen van beiden
Slide 11 - Quizvraag
De eenheid van frequentie Hertz (Hz) betekent eigenlijk:
A
s−1
B
ms−1
C
s
D
m−1
Slide 12 - Quizvraag
1 Hoe harder het geluid, hoe hoger de golven. 2 De toonhoogte bepaalt het aantal golven. Welke uitspraken zijn juist?
A
alleen 1 is juist
B
alleen 2 is juist
C
beide zijn juist
D
beide zijn onjuist
Slide 13 - Quizvraag
Welke van de volgende golven is een longitudinale golf?
A
golven in de zee
B
een golf in een touw
C
geluidsgolven
D
golven in een gitaarsnaar
Slide 14 - Quizvraag
Een halfopen buis staat verticaal opgesteld. In de buis resoneert de lucht met een frequentie van 500 Hz in de grondtoon. De temperatuur is 20 graden Celsius. Bereken de lengte van de buis.
A
2,7 m
B
0,69 m
C
0,34 m
D
0,17 m
Slide 15 - Quizvraag
Bij interferentie tussen twee golven, treedt verzwakking (destructieve interferentie) op als het weglengteverschil gelijk is aan...
A
0 of 1 λ
B
¼ λ
C
½ λ
D
¾ λ
Slide 16 - Quizvraag
Hieronder 2 stellingen over een massa-veersysteem. I. Een systeem met een 4 x zo grote massa, heeft een 4 x zo grote trillingstijd. II. De veerconstante zegt iets over de (rust) lengte van de veer.
A
Beide stellingen zijn waar.
B
Stelling I. is waar.
Stelling II. is niet waar.
C
Stelling I. is niet waar.
Stelling II. is waar.
D
Beide stellingen zijn niet waar.
Slide 17 - Quizvraag
Bij interferentie tussen twee golven, treedt versterking (constructieve interferentie) op als het weglengteverschil gelijk is aan...
A
0 of 1 λ
B
¼ λ
C
½ λ
D
¾ λ
Slide 18 - Quizvraag
Het beantwoorden van deze vragen vond ik:
A
gemakkelijk
B
viel tegen
C
veel te moeilijk
D
oké te doen
Slide 19 - Quizvraag
Morgen is de laatste les natuurkunde voor de toetsweek. Zou je naast oefenopdrachten maken nog andere dingen willen doen?